Instantie: Raad van State, 7 januari 1988

Instantie

Raad van State

Samenvatting


Het betreft een vrouw van dertig jaar, die ten tijde van vertrek
ouderlijk gezin op basis van gezinshereniging al getrouwd was

In april 1987 is zij gescheiden, en de kinderen zijn aan haar ex-man
toegewezen. Zij wilde zich voegen bij haar familie in Nederland omdat zij
de situatie psychisch niet aankon. Dit laatste kon worden aangetoond door
een medische verklaring die vrij summier was, maar ook doordat kennissen van
de familie afgelopen zomer bij haar in Turkije waren geweest en ter zitting
verslag konden doen van de toestand van kliente

De voorzitter van de Afdeling rechtspraak treft de voorlopige
voorziening dat verzoekster wordt behandeld als ware zij in het bezit van een
machtiging tot voorlopig verblijf

Volledige tekst

Rechters

Mr. P.J. Boukema, waarnemend voorzitter