Instantie: Commissie gelijke behandeling, 19 december 1997

Instantie

Commissie gelijke behandeling

Samenvatting


Een bedrijf was aangesloten bij een pensioeninstelling. Deze instelling
regelde alleen pensioenen voor technische functies in de zeefdruksector.
Een vrouw die van van 1973 tot 1981 bij het bedrijf werkzaam was, kon vanwege
het feit dat zij een administratieve functie vervulde niet deelnemen aan
deze pensioenregeling. De Commissie constateert dat de technische functies
bij de werkgever van de vrouw met name door mannen werden vervuld. De administratieve
functies werden met name door vrouwen vervuld. Op grond daarvan concludeert
de Commissie dat er sprake is van indirect onderscheid op grond van geslacht.
Strijd met de wet.

Volledige tekst


Op grond van het voorgaande is de Commissie van oordeel dat de wederpartij,
ingeval verzoekster vanaf 8 april 1976 als werknemer in de zin van de statuten
van de wederpartij kan worden beschouwd, vanafgenoemde datum een verboden
indirect onderscheid naar geslacht heeft gemaakt jegens verzoekster door
haar op grond van haar administratieve functie uit te sluiten van deelname
aan de pensioenregeling.

5. HET OORDEEL VAN DE COMMISSIE

De Commissie spreekt als haar oordeel uit dat het (….) te Amsterdam jegens
mevrouw (….) te Amsterdam, ingeval verzoekster vanaf 8 april 1976 als
werknemer in de zin van de statuten van de wederparij kan worden beschouwd,
vanaf genoemde datum niet objectief gerechtvaardigd indirect onderscheid
naar geslacht heeft gemaakt als bedoeld in de Wet gelijk loon en artikel
(7A:)1637ij van het Burgerlijk Wetboek (oud) en derhalve heeft gehandeld
in strijd met deze wetgeving.

Rechters

Mw. mr. Y.E.M.A. Timmerman-Buck (Kamervoorzitter), mw. mr. J.R. Dierx (lidKamer), dhr. mr. W.A. van Veen (lid Kamer), mw. mr. D. Jongsma (secretarisKamer)