Instantie: Commissie gelijke behandeling, 28 april 1997

Instantie

Commissie gelijke behandeling

Samenvatting


Verzoekster is op latere leeftijd in het onderwijs ingetreden. Zij is van
mening dat zij te laag wordt beloond op grond van het door de wederpartij in
het RPBO neergelegde salarissysteem. Verzoekster wijt dit onder meer aan het
feit dat bij haar inschaling geen rekening is gehouden met de door haar
opgedane levenservaring en haar opleiding. Dit komt bij vrouwen meer voor dan
bij mannen. In het salarissysteem ontbreekt een maatstaf aan de hand waarvan
eerder opgedane onbetaalde relevante ervaring gewaardeerd kan worden.
Bovendien ontbreekt in het salarissysteem een mogelijkheid tot tussentijdse
of periodieke herziening van de beloning. De Commissie oordeelt dat dit een
indirect onderscheid naar geslacht oplevert.

Volledige tekst


4.13. Met betrekking tot de aangevoerde rechtvaardigingen voor het gemaakte
indirecte onderscheid stelt de Commissie het volgende vast. Niet is komen
vast te staan dat de beheersbaarheid van het bekostigingssysteem in het
onderwijs niet ook gerealiseerd zou kunnen worden met zodanige middelen die
rekening houden met de in de loop der jaren opgebouwde ervaring, dan wel dat
de financiële kaders geen ruimte laten voor andere afwegingen dan de
gemaakte. De Commissie komt derhalve tot de conclusie dat geen sprake is van
een middel dat geschikt en noodzakelijk is om het nagestreefde doel te
bereiken.

4.14. De Commissie constateert dat het RPBO het bevoegd gezag bij de
toepassing van bijvoorbeeld artikel I-P11 bij het toepassen van het criterium
laatstgenoten salaris binnen de marges van de functiebeloning wel enige
ruimte laat voor een individuele beoordeling van de opgedane ervaring in een
functie buiten het onderwijs. Ook blijkt uit maatregelen die in het verleden
getroffen zijn dat ook binnen de salarissystematiek van het RPBO ruimte
gevonden kan worden voor specifieke maatregelen, gericht op het wegwerken van
in het verleden ontstane achterstanden.(Zie onder andere de ministeriële
circulaires in het kader van de verbetering van de positie van
onderwijspersoneel de `Regeling Toeslag begininkomens’, 9 december 1993,
AB/IE-93085750 en de `Regeling Beloningsknelpunten’, 10 mei 1994,
AB/IE-94020586.) Deze ruimte is echter, ondanks de toevoeging van een
aanzienlijk bedrag aan extra middelen, voor de afzonderlijke instellingen in
de praktijk zeer beperkt.

Voorts heeft de Commissie met waardering kennis genomen van de reeds in gang
gezette en voorgenomen veranderingen in de beloningssystematiek, waardoor de
situatie in de toekomst mogelijk zal veranderen in die zin, dat het mogelijk
zal worden om door middel van meer individuele beloning van prestaties en de
introductie van een aantal loopbaanfasen, de bij indiensttreding bestaande
salarisverschillen in te lopen. Daarbij heeft de Commissie begrip voor het
feit dat dergelijke maatregelen vèrgaande consequenties hebben en dat de
opstelling en invoering enige tijd vergt. Dat neemt niet weg, dat intussen
sprake is van ongelijke behandeling van verzoekster.

Op grond van het bovenstaande, komt de Commissie tot de conclusie dat de
wederpartij onderscheid heeft gemaakt in de zin van artikel 5 AWGB.

4.15. De Commissie wil hieraan toevoegen dat in gevallen als het onderhavige
sprake is van ongelijke beloning die al sinds de Wet gelijk loon van 1975
ongeoorloofd is. Daarom beveelt de Commissie aan om naast de genomen en
voorgenomen maatregelen ter bestrijding van dit onderscheid aandacht te
besteden aan de reparatie van de ongelijke beloning van herintreedsters zoals
die jarenlang onder vigeur van het RPBO heeft kunnen voortbestaan,
bijvoorbeeld door de instelling van een hiertoe bestemd fonds voor die
gevallen die niet (voldoende) zullen kunnen profiteren van recente en
toekomstige maatregelen.

5. HET OORDEEL VAN DE COMMISSIE

De Commissie spreekt als haar oordeel uit dat de Minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschappen te Zoetermeer jegens mevrouw (….) te Veldhoven
sinds 1 september 1994 in strijd met artikel 5 lid 1 sub d AWGB indirect
onderscheid naar geslacht maakt bij de beloning.

Rechters

Mrs Goldschmidt, Dierx, Mulder