Instantie: Commissie gelijke behandeling, 21 januari 1997

Instantie

Commissie gelijke behandeling

Samenvatting


Verzoekster heeft telefonisch gereageerd op een advertentie van de
wederpartij voor promotors m/v. Deze advertentie is in een blad voor
militairen, (…), verschenen. Verzoekster is bij het telefoongesprek te
kennen gegeven dat de wederpartij alleen mannen wilde aannemen voor de
functie.
De Commissie is van oordeel dat de wederpartij door het voeren van een
dergelijk aanstellingsbeleid onderscheid bij de selectie maakt op grond van
geslacht, zoals verboden door artikel 3 WGB.
Aan bovenstaand oordeel doet niet af dat de wederpartij verzoekster formeel
niet het recht heeft ontzegd om te solliciteren naar de functie van promotor.
Een dergelijke sollicitatie dient immers geen enkel belang als al vaststaat
dat kandidaten van het vrouwelijk geslacht bij de selectie niet in aanmerking
komen.

Volledige tekst

1. Het verzoek
1. Op 1 maart 1996 verzocht mevrouw (…) te Rotterdam (hierna: verzoekster)
de Commissie gelijke behandeling (hierna: de Commissie) haar oordeel uit te
spreken over de vraag of (…) te Huizen (hierna: de wederpartij) onderscheid
op grond van geslacht heeft gemaakt zoals bedoeld in de wetgeving gelijke
behandeling.
1.2. Verzoekster heeft telefonisch gereageerd op een advertentie van de
wederpartij voor promotors m/v. Deze advertentie is in een blad voor
militairen, (…), verschenen. Verzoekster is bij het telefoongesprek te
kennen gegeven dat de wederpartij alleen mannen wilde aannemen voor de
functie.

2. De loop van de procedure
2.1. De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en een onderzoek
ingesteld. Partijen hebben hun standpunten toegelicht. De Commissie heeft bij
de (…) informatie ingewonnen over het blad (…) waarin de advertentie is
verschenen.
Partijen zijn uitgenodigd voor een zitting op 19 november 1996. De
wederpartij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.
2.2. Bij de zitting waren aanwezig:

van de kant van verzoekster
– mw. (…)

van de kant van de Commissie
– mw. prof. mr. J.E. Goldschmidt (Kamervoorzitter)
– mw. mr. L.M. Mulder (lid Kamer)
– mw. mr. drs. M.G. Nicolai (lid Kamer)
– mw. mr. A.N. Veekamp (secretaris Kamer).
2.3. Het oordeel is vastgesteld door Kamer I van de Commissie. In deze Kamer
hebben zitting de leden als genoemd onder 2.2.

3. De resultaten van het onderzoek

De feiten
3.1. De wederpartij is gespecialiseerd in promotionele verkoopdemonstraties
met verse en kort houdbare producten.
De demonstraties worden op locatie in super- en hypermarkten uitgevoerd.
De wederpartij heeft in februari 1996 door middel van een advertentie in het
blad (…) geworven voor promotors m/v.
Als functie-eisen werden onder meer genoemd zelfstandig kunnen werken,
leeftijd vanaf 45 jaar, motivatie en inzet, enthousiast en vriendelijk en
representatieve omgangsvormen. Sollicitatiebrieven dienden te worden gericht
aan een uitzendbureau. Voor inlichtingen omtrent de vacature kon men
telefonisch contact opnemen met de wederpartij zelf. Verzoekster heeft naar
aanleiding van de advertentie gebeld met de wederpartij. Haar werd toen te
kennen gegeven dat de wederpartij alleen mannen wilde aannemen voor de
functie.
Nadat verzoekster een klacht had ingediend bij de Commissie heeft de
wederpartij haar een brief gezonden waarin zij zich verontschuldigt voor de
reactie in het telefoongesprek met verzoekster naar aanleiding van de
advertentie. De wederpartij heeft erkend dat de wijze waarop verzoekster
telefonisch te woord werd gestaan niet correct is.
De wederpartij heeft overwogen om verzoekster alsnog uit te nodigen voor een
sollicitatiegesprek, doch heeft daar gelet op de leeftijdseis van 45 jaar of
ouder vanaf gezien, omdat verzoekster 25 jaar was.

De standpunten van partijen
3.2. Verzoekster stelt het volgende.
De partner van verzoekster is lid van de (…) en ontvangt het
verenigingsorgaan. Verzoekster heeft naar aanleiding van de advertentie in
het blad van februari 1996 de wederpartij gebeld voor meer informatie. Haar
werd meegedeeld dat men alleen mannen wilde hebben voor de functie. Op dat
moment werkte men met een team van ongeveer 45 mannen en dat beviel goed. Er
was dus geen reden om ook vrouwen aan te nemen. Er werd gezegd dat het geen
nut had om te solliciteren. Over het feit dat verzoekster toch een brief zou
kunnen schrijven is niets gezegd.
Hoewel verzoekster zich realiseerde dat ze niet aan de leeftijdseis voldeed,
was zij van mening dat zij vanwege haar opleiding overtuigend zou overkomen
als promotor.
3.3. De wederpartij erkent dat de wijze waarop verzoekster te woord is
gestaan onjuist is. De wederpartij heeft echter vrouwen niet het recht
ontzegd om te solliciteren. Bovendien is volgens de wederpartij tegen
verzoekster gezegd dat zij een sollicitatiebrief kon sturen.
De wederpartij werkt veel met oud-militairen voor promotiewerkzaamheden.
Oud-militairen gaan in hun vijftigste levensjaar met functioneel
leeftijdsontslag en zijn nog zeer actief. Vaak willen zij graag nog een paar
dagen per maand iets betekenen. Voor de wederpartij is van belang dat de
oud-militairen over een groot doorzettingsvermogen beschikken en zeer
gedisciplineerd kunnen werken.
De wederpartij heeft voor deze vacature niet in andere bladen geadverteerd.
Zij is een net gestarte firma en tracht veel `free publicity’ te krijgen.
Daarom heeft zij alleen in het bewuste blad geadverteerd. De promotors zijn
niet bij de wederpartij in dienst maar worden via het uitzendbureau ingezet.
Bij speciale acties worden ook dames ingezet.

4. De overwegingen van de commissie
4.1. In geding is de vraag of de wederpartij onderscheid heeft gemaakt naar
geslacht in strijd met de wetgeving gelijke behandeling door verzoekster bij
de behandeling van de vervulling van de vacature voor promotor af te wijzen
op grond van geslacht.
Voor de beantwoording van deze vraag zijn de volgende wetsartikelen van
belang.
4.2. Op grond van artikel 3 van de Wet gelijke behandeling van mannen en
vrouwen (WGB) is het niet toegelaten om bij de aanbieding van een betrekking
of bij de vervulling van een openstaande betrekking onderscheid te maken
tussen mannen en vrouwen.
Op grond van artikel 5 lid 2 en lid 3 WGB mag van dit verbod worden afgeweken
ingeval van voorkeursbeleid voor vrouwen of ingeval er van een
geslachtsbepaalde functie sprake is. Niet gesteld, noch gebleken is dat één
van deze uitzonderingen van toepassing is.
4.3. Verzoekster heeft naar aanleiding van de advertentie voor de onderhavige
functie telefonisch contact met de wederpartij opgenomen. Haar is toen te
verstaan gegeven dat de wederpartij – ondanks de vermelding `m/v’ in de
advertentie – in de betreffende functie uitsluitend mannen wilde aanstellen.
De Commissie is van oordeel dat de wederpartij door het voeren van een
dergelijk aanstellingsbeleid onderscheid bij de selectie maakt op grond van
geslacht, zoals verboden door artikel 3 WGB.
4.4. Aan bovenstaand oordeel doet niet af dat de wederpartij verzoekster
formeel niet het recht heeft ontzegd om te solliciteren naar de functie van
promotor. Een dergelijke sollicitatie dient immers geen enkel belang als al
vaststaat dat kandidaten van het vrouwelijk geslacht bij de selectie niet in
aanmerking komen.

5. Het oordeel van de commissie
De Commissie spreekt als haar oordeel uit dat (…) te Huizen jegens mevrouw
(…) te Rotterdam onderscheid naar geslacht heeft gemaakt in strijd met
artikel 3 Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen.

Rechters

Mw. prof. mr. J.E. Goldschmidt (Kamervoorzitter), mw. mr. L.M. Mulder (lidKamer), mw. mr. drs. M.G. Nicolai (lid Kamer), mw. mr. A.N. Veekamp(secretaris Kamer)