Instantie: Commissie Schadefonds geweldsmisdrijven, 5 maart 1990

Instantie

Commissie Schadefonds geweldsmisdrijven

Samenvatting


Incest slachtoffer heeft opleiding ziekenverzorgster afgebroken om in
therapie te gaan. Directeur van de ziekenopleiding zei dat mw. X. ook
zonder haar problemen zou zijn gezakt. Als verweer wordt aangevoerd dat zij
nu is geslaagd voor opleiding fysiotherapie-assistente en zij is nu in
opleiding sportmasseur

De Commissie accepteert het verweer en keert een vergoeding van ƒ
12.500,= voor materiele schade en ƒ 7.500,= voor immateriele schade

Volledige tekst

Geachte mevrouw,

1. Op 29 april 1988 heeft mevrouw mr. J.H. Schaap, advocaat te Enschede,
namens u de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven verzocht een uitkering uit
het fonds aan u toe te kennen

Bij beslissing van 15 september 1989 heeft de Commissie aan u een
voorlopige uitkering toegekend van ƒ 2.500,– (tweeduizend vijfhonderd
gulden), ter zake van een jegens u in de periode 1975-1985 te Enschede
opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf

De door u en uw gemachtigde nadien verstrekte inlichtingen zijn
bevestigd en zo nodig aangevuld door het onderzoek, namens de Commissie
ingesteld

2. Materiele letselschade

Op grond van de door u geleden en mogelijk nog te lijden materiele
letselschade, zoals deze uit het onderzoek is gebleken, stelt de Commissie het
bedrag van de voor uitkering vatbare schade naar redelijkheid en billijkheid
vast op ƒ 12.500,– wegens de tijdelijke vermindering van uw vermogen tot het
verwerven van inkomsten uit arbeid

Voor de Commissie is niet aannemelijk geworden dat u ten gevolge van het
letsel, u in genoemde periode toegebracht, andere dan de hierboven vermelde
materiele schade hebt geleden, welke voor uitkering uit het Schadefonds
vatbaar zou zijn

3. Immateriele letselschade

Een uitkering is ook mogelijk voor andere dan vermogensschade, te weten
voor verlies van levensvreugde. De Commissie bepaalt naar redelijkheid en
billijkheid dat aan u voor de door u geleden en mogelijk nog te lijden
immateriele schade ƒ 7.500,– toekomt

Hierbij is uitgangspunt de wettelijke maximum-uitkering voor immateriele
schade van ƒ 10.000,–

Voorts is rekening gehouden met de hoogte van de uitkeringen welke aan
andere verzoekers in vergelijkbare omstandigheden zijn toegekend

4. De Commissie kent derhalve een uitkering uit het Schadefonds
Geweldsmisdrijven toe ten bedrage van ƒ 20.000,– (twintigduizend gulden),

gespecificeerd als volgt:

materiele schade ƒ 12.500,–

immateriele schade ƒ 7.500,–

___________

totaal ƒ 20.000,–

voorlopig uitgekeerd ƒ 2.500,– –

___________

resteert uit te keren ƒ 17.500,–

Rechters

mr. H.G. Ubbink (voorzitter), mr. B. de Hoogh, mevr. dr. J. Smit, E.G.W.van der Spek, mw. mr. M.A.F. Tan-de Sonnaville