Instantie: Arrondissementsrechtbank Amsterdam, 25 oktober 1989

Instantie

Arrondissementsrechtbank Amsterdam

Samenvatting


Man en vrouw zijn ruim 12 gehuwd geweest en de man heeft na de
echtscheiding gedurende 13 jaar alimentatie betaald. Hij wil dat de
alimentatie op nihil wordt gesteld

De vrouw stelt dat zij door de tijdens haar huwelijk gemiste kansen nu
weinig mogelijkheden heeft om te werken. De rechtbank is het met de vrouw
eens. De vrouw is door haar huwelijk in een achterstandspositie beland,
waarvan de gevolgen niet – ook niet na zovele jaren – alleen door de vrouw
gedragen dienen te worden

De rechtbank wijst het verzoek af

Volledige tekst

De rechtbank heeft kennisgenomen van de stukken, waaronder het
verzoekschrift als bedoeld in art. 828a van het Wetboek van Burgerlijke
Rechtsvordering en het daartegen ingediende verweerschrift, van welke stukken
de inhoud als hier ingevoegd geldt

De rechtbank houdt rekening met de behandeling met gesloten deuren op 28
september 1989

Gehoord: de man en zijn procureur, de vrouw en mr. A.J. Imthorn namens
haar procureur

Van de verklaringen ter terechtzitting is een proces-verbaal opgemaakt
dat als bijlage aan deze beschikking is gehecht en waarvan de inhoud als hier
ingevoegd geldt

Vervolgens is het verhoor gesloten en heeft de rechtbank overwogen en
beslist als volgt:

De man stelt dat de alimentatie niet langer verschuldigd is omdat het
thans niet meer voor zijn risico komt dat de vrouw nog behoeftig is. Hij
meent dat de doorwerking van de huwelijkse tijd zijn beslag heeft gehad, na
een huwelijk van ruim 12 jaar en alimentatiebetaling gedurende 13 jaar en dat
de vrouw te weinig moeite heeft gedaan om ervoor te zorgen dat zij zelf in
haar levensonderhoud kan voorzien

De vrouw stelt dat zij ook nog steeds in haar mogelijkheden om te werken
wordt geschaad door de tijdens het huwelijk gemiste kansen en dat deze
omstandigheid ook voor risico van de man komt, zodat zij nog steeds
alimentatiegerechtigd is. De vrouw stelt tevens voldoende te hebben
ondernomen om uitbreiding aan haar werkzaamheden te geven hetgeen haar niet
is gelukt, terwijl zij tevens in het verleden zodra zij ervoer dat haar
opleiding in textiele werkvormen weinig perspektief bood de bakens heeft
verzet en nu in een boekhandel werkt

Met de vrouw is de rechtbank van oordeel dat haar geen verwijt treft
omtrent de pogingen die zij heeft gedaan zelf in haar onderhoud te voorzien.
In ieder geval deels zijn de redenen waarom zij nu niet volledig in haar
onderhoud kan voorzien terug te voeren op de situatie ten tijde van het
huwelijk doordat zij de zorg voor de kinderen had, waaronder zij minder
ervaring op de arbeidsmarkt heeft dan wel een minder goede opleiding heeft
gehad teneinde een funktie te bekleden waaruit ze meer inkomen kan genieten;
kortom door haar huwelijk is zij in een achterstandspositie beland, waarvan de
gevolgen niet – ook niet na zovele jaren – alleen door de vrouw gedragen
dienen te worden

Een anticiperen op het wetsontwerp tot beperking van de alimentatieduur
acht de rechtbank niet juist, nu nog niet bekend is of dit ontwerp in
ongewijzigde vorm wordt ingevoerd en wanneer, terwijl ook alsdan de
mogelijkheid bestaat voor de man indien hiertoe gronden zouden zijn een nieuw
verzoek in te dienen

Voor het overige heeft zich geen relevante wijziging in de
omstandigheden voorgedaan, zodat de rechtbank na toetsing aan de te dezen aan
te leggen maatstaven komt tot de navolgende beslissing

BESCHIKKING:

De rechtbank: wijst het verzoek af

Rechters

Mr. M.M. Beins, lid van de zesde enkelvoudige kamer