Instantie: Staatssecretaris van Justitie, 24 november 1988

Instantie

Staatssecretaris van Justitie

Samenvatting


Angela C. heeft op 18 juni 1986 een verzoek om een vergunning tot
verblijf voor het verrichtten van arbeid als zelfstandige ingediend. Hierop
is op 1 juni 1987 afwijzend beslist. Op 21 augustus heeft de
Staatssecretaris van Justitie een verzoekschrift om herziening ontvangen

Voor wat betreft het toepasselijke recht:

artikel 91, eerste lid, aanhef en onder a, van het Vreemdelingenbesluit
bepaalt dat als begunstigde EEG-onderdaan wordt beschouwd de vreemdeling die
onderdaan is van een Lid-Staat van de Europese Economische Gemeenschap en die
verblijf houdt in of zich begeeft naar Nederland hetzij om er, al dan niet in
loondienst, werkzaamheden te verrichten, hetzij in de hoedanigheid van persoon
te wiens behoeve diensten worden verricht

De Staatssecretaris overweegt dat is gebleken, dat de Angela C. in
februari naar Nederland is gekomen en tot op heden door prostitutie in haar
levensonderhoud voorziet en dat derhalve de werkzaamheden van Angela C. niet
als louter marginaal en bijkomstig kunnen worden aangemerkt

Verder is niet gebleken van feiten of omstandigheden op grond waarvan
Angela C. verblijf in Nederland kan worden geweigerd

Daarom is Angela C. aan te merken als begunstigde EEG-onderdaan en moet
zij in het bezit worden gesteld van een vergunning tot verblijf voor de duur
van vijf jaren

Volledige tekst

Rechters

Staatssecretaris van Justitie, w.g. J.L. Poot