Instantie: Kantonrechter Sittard, 6 februari 1987

Instantie

Kantonrechter Sittard

Samenvatting


Nadat zij vier maanden had gewerkt, tekende een vrouw een
arbeidsovereenkomst, die achteraf bleek voor de duur van de werkzaamheden te
zijn. De volgende dag werd de vrouw ontslagen. De vrouw riep de
nietigheid van het ontslag in, omdat toestemming van de directeur van het
Gewestelijk Arbeidsbureau ontbrak

Afloop: in 1985 werd een procedure bij de kantonrechter gestart, die in
1987 de vordering afwees. De kantonrechter achtte bewezen dat het getekende
contract een fotocopie van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst was en niet,
zoals de vrouw stelde, een geantedateerd contract voor tijdelijke werk.
Volgens de vrouw bestaat er geen ‘oorspronkelijk’ contract.. In hoger
beroep heeft de rechtbank het vonnis van de kantonrechter bekrachtigd, dat wil
zeggen dat de eis is afgewezen

Jaarverslag 1985 no. 1, 1987 no. 7, 1988 no. 5

Volledige tekst

Ten aanzien van de feiten:

Overwegende, dat Wij verwijzen naar Ons tussenvonnis van 6 juni 1986, de
processen-verbaal van getuigenverhoor d.d. 29 augustus 1986 en 22 oktober 1986
ter uitvoering van genoemd tussenvonnis gehouden, alsmede de conclusies na
enquete van partijen;

Ten aanzien van het recht:

Overwegende, dat Wij gedaagde geslaagd achten in haar bewijsopdracht en
wel door de verklaringen van de getuigen Kamps en Vleeshouwers, welke
verklaringen niet in voldoende mate ontzenuwd worden door de verklaringen van
de getuige Bognar;

Overwegende, dat immers zowel de getuigen Kamps als Vleeshouwers hebben
verklaard dat hij, getuige Kamps, met ieder van de groep waartoe eiseres
behoorde een gesprek heeft gevoerd en deze aspirant-werknemers heeft
meegedeeld dat dit werk slechts van tijdelijke aard was;

Overwegende, dat bovendien de getuige Vleeshouwers een redelijke
verklaring heeft gegeven waarom in casu in een later stadium een copie van de
orginele overeenkomst werd gemaakt;

Overwegende, dat gedaagde tevens heeft bewezen dat het karwei waarvoor
eiseres was aangenomen voor haar geeindigd was eind mei 1985;

Overwegende, dat weliswaar toen het werk voor eiseres nog niet geheel
gereed was, doch zij te kennen had gegeven dat zij nog arbeidsongeschikt was
en deswege niet in staat was te werken en deswege niet in staat was te werken
en beroep zou aantekenen bij de Raad van Beroep, in verband waarmee Kamps het
weinig werk dat nog voor eiseres gereed lag aan een andere werkneemster heeft
overgedragen;

Overwegende, dat de vordering van eiseres derhalve dient te worden
afgewezen;

RECHTDOENDE:

wijzen de vordering van eiseres af

Veroordelen eiseres in de kosten van de procedure aan de zijde van
gedaagde gerezen, tot aan dit vonnis begroot op ƒ 200,–, zijnde het salaris
voor de gemachtigde van gedaagde

Rechters

Mr. H.R. van Oppen, kantonrechter-plaatsvervanger