Instantie: European Commission of Human Rights, 15 maart 1984

Instantie

European Commission of Human Rights

Samenvatting


Verzoek tot gezamenlijk gezag voor niet gehuwde ouders. Art. 8 EVRM
Discriminatie van niet-gehuwde vader ten opzichte van wel-gehuwde vader
Ouders leven samen. In het algemeen is het in het belang van het kind
dat de ongehuwde moeder het ouderlijk gezag heeft. Het staat ouders vrij te
trouwen waardoor de vader de daarbij behorende juridische voordelen verkrijgt
Doen ze dit niet dan zijn ze zelf verantwoordelijk voor de juridische
consequentie van hun keuze. Geen stijd met art. 8 EVRM. De Commissie
meent dat de speciale positie van een kind van ongehuwde ouders een objectieve
en redelijke rechtvaardiging vormt voor de beslissing van de Duitse wetgever
het ouderlijk gezag exclusief aan de moeder toe te wijzen, zelfs als zij
samenwonen

Volledige tekst

Rechters

C.A. Norgaard, President, G. Sperdutie, J.A. Frowein, J.E.S. Fawcett, E.Busuttil, G. Jorundsson, G. Tenekides, S. Trechsel, M. Melchior, J. Sampaio,A.S. Gozubuyuk, A. Weitzel, J.C. Soyer, H.G. Schermers, H. Danelius, G.Batliner, Mr. H.C. Kruger, Secretary