Instantie: President Universiteit voor bedrijfskunde Nijenrode, 11 februari 1991

Instantie

President Universiteit voor bedrijfskunde Nijenrode

Samenvatting


E. student Nijenrode, gaat midden in de nacht de kamer binnen van
een vrouwelijke medestudent, L. en heeft tegen haar wil
geslachtsgemeenschap met haar.

De President, die deze zaak krachtens art. 40 van het Algemeen Reglement
voor Studenten heeft behandeld, overweegt dat E. in hoge mate
onvoldoende rekening heeft gehouden met L’s opvattingen, rechten en
integriteit. E.’s handelwijze maakt een ernstige inbreuk op de
‘open-deur policy’ van Nijenrode. In de situatie die is ontstaan,
berokkent de enkele aanwezigheid van E. op Nijenrode schade aan het
belang van klaagster, in dier voege, dat verwacht moet worden dat zij
niet in staat zal zijn haar studie onder die omstandigheid op normale
wijze voort te zetten. De President besluit dat E. met onmiddellijke
ingang van Nijenrode wordt verwijderd. Zie voor E’s beroep tegen deze
uitspraak: College van Beroep, Universiteit voor bedrijfskunde,
Nijenrode, 2 april 1991.

Volledige tekst

Geachte heer E.,

Zoals met u besproken is door een medecampusgenote van u, mevrouw L.,
een klacht ingediend jegens u, stellende dat u in de nacht van 15 op 16
december jl. terwijl zij sliep, bij haar ongevraagd op haar kamer bent
binnengekomen en tegen haar wil geslachtsgemeenschap met haar hebt
gehad.

Op grond van artikel 40 van het Algemeen Reglement voor Studenten en
gezien de ernst van de aanklacht is de behandeling van deze zaak door
mij als President ter hand genomen.

In het bijzijn van getuigen zijn in de week van 28 januari 1991
achtereenvolgens klaagster gehoord, bent u gehoord en is de vriendin van
klaagster, mevrouw E. gehoord. Tevens is een medestudente, mevrouw V.
gehoord.

U bent vergezeld van uw vader, opnieuw gehoord op 4 februari 1991. Uw
vader heeft toen, met uw instemming, bepleit dat, voordat Nijenrode in
deze zaak tot een uitspraak zou komen, er contact tussen uw ouders zou
zijn en de ouders van mevrouw L.

Ik heb overwogen dat, gezien de ingrijpendheid van de gebeurtenissen
voor de beide families, het de zorgvuldigheid ten goede zou komen indien
de ruimte en de tijd geschapen werd voor een zodanig contact. Daarbij is
bepaald en aan u medegedeeld:

-Dat een zodanig contact op initiatief van de ouders hen uiteraard vrij
staat.

-Dat Nijenrode in deze een eigen verantwoordelijkheid heeft en derhalve
niet gebonden is aan de uitkomst van een overleg tussen beide families,
maar de uitslag wel een element in de beslissing zal zijn.

-Dat niet de ouders, maar de beide meerderjarige studenten in deze zaak
partij zijn.

-Dat ondergetekende uiterlijk 8 februari 1991 de resultaten van een
eventueel contact wil vernemen.

-Dat ondergetekende uiterlijk 11 februari 1991 uitspraak zal doen.

De decaan en de campusdecaan zijn gehoord.

Op grond van artikel 2 van het Algemeen Reglement geldt voor iedere
student dat:

“Van de studenten wordt verwacht dat zij alles doen dat in hun vermogen
ligt Nijenrode aan zijn doelstellingen te laten beantwoorden. Daarbij
zullen zij zorg dragen voor een goede geest en alles nalaten wat afbreuk
kan doen aan de goede naam van Nijenrode.”

Met name is in dit artikel ook bepaald:

“Zij zullen persoonlijke opvattingen, rechten en eigendommen van elkaar
en anderen eerbiedigen, aan Nijenrode geen schade toebrengen en zich
onthouden van gedragingen die hinderlijk zijn voor anderen.”

Ik heb mij zorgvuldig beraden.

Gezien al het voorhanden zijnde materiaal acht ik de lezing van
klaagster geloofwaardig, waarbij ik mede van belang acht de lezing van
getuige E., waar klaagster direct na afloop overstuur naar toe is
gegaan.

Ik heb daarbij overwogen dat het door u in uw verklaring gestelde qua
loop der gebeurtenissen grotendeels overeenstemt met de verklaring van
klaagster.

Ik heb ook overwogen dat op de campus van Nijenrode de deuren van de
studentenflats niet worden afgesloten (open-deur-policy), waarbij voor
alle studenten de regel geldt dat de persoonlijke opvattingen en rechten
en met name ook de integriteit door de studenten onderling zonder
voorbehoud wordt gerespecteerd. Slechts bij strikte naleving van deze
regel kan de open-deur-policy gehandhaafd blijven.

Uw handelwijze maakt een zeer ernstige inbreuk op bovenstaande regel.

Daarbij heb ik overwogen dat zo er, om welke reden, onder welk excuus of
onder welk voorwendsel dan ook, inbreuk gemaakt wordt op de persoonlijke
opvattingen, rechten of integriteit, de betrokkene die deze inbreuk
pleegt ten volle verantwoordelijk is voor alle gevolgen van deze inbreuk
en dat mede in dat licht van een ieder die inbreuk pleegt verwacht mag
worden dat de inbreuk niet verder gaat dan hij of zij achteraf kan
verantwoorden in het algemeen en in het bijzonder tegenover degeen op
wiens opvattingen, rechten of integriteit inbreuk wordt gemaakt.

In concreto heb ik overwogen dat in de betreffende nacht van u verlangd
kon worden dat u zich realiseerde dat u een groot psychologisch
overwicht had.

U was immers als man per verrassing midden in de nacht een kamer van een
vrouwelijke student, waarmee u tevoren geen bijzondere
vriendschappelijke of andere relatie had onderhouden, binnengegaan
terwijl deze studente alleen op de kamer aanwezig was en onder de
omstandigheid dat u gekleed was en zij vrijwel geheel ontkleed in bed
lag te slapen.

Ik acht uw verweer dat klaagster onvoldoende duidelijk gemaakt heeft dat
zij van uw avances niet gediend was tegen deze achtergrond van geen
waarde en uw verklaring dat uitlatingen van klaagster, waarbij zij u
verzocht op te houden en weg te gaan te negeren van deze uitlatingen bij
‘het versieren horen’ eerder een aanwijzing voor het feit dat u in hoge
mate onvoldoende rekening heeft gehouden met haar opvattingen, rechten
en integriteit.

Ik heb eveneens overwogen dat op Nijenrode een verantwoordelijkheid rust
ten aanzien van de veiligheid en het behoud van de integriteit van
klaagster, alsook die van andere vrouwelijke studenten.

Daarbij weegt onder meer mee de verklaring van een medestudent bij wie
sinds een nachtelijk bezoek van u angst aanwezig is en de deur op slot
wordt gedaan.

Ik heb ook overwogen dat Nijenrode een verantwoordelijkheid heeft
tegenover u als student en een afweging heeft te maken van uw belang
tegenover dat van klaagstere en tegenover dat van de universiteit als
geheel.

Ik heb geconstateerd dat de contacten tussen de ouders van klaagster en
uw ouders er niet toe hebben geleid dat de klacht van klaagster is
ingetrokken, noch dat zij haar verklaring heeft herroepen of gewijzigd.

Ik heb bovendien geconcludeerd dat in de situatie die nu is ontstaan,
ongeacht de persoonlijkheden van klaagster en u, uw enkele aanwezigheid
op Nijenrode schade berokkent aan het belang van klaagster, in dier
voege dat verwacht moet worden dat zij niet in staat zal zijn haar
studie onder die omstandigheid op normale wijze voort te zetten.

Gezien uw zeer ernstige inbreuk op de persoonlijke opvattingen en
rechten en op de integriteit van klaagster, de verantwoordelijkheid die
u daarmee op zich laadt, het belang van klaagster en het belang van
Nijenrode als geheel, kan van Nijenrode niet langer gevergd worden u tot
Nijenrode toe te laten.

Ik kom dan ook tot de beslissing dat u met onmiddellijke ingang van
Nijenrode wordt verwijderd. Deze bevoegdheid wordt ontleend aan artikel
13 sub 1 b van het Algemeen Reglement.

Op grond van artikel 13 lid 3 Algemeen Reglement dient deze uitspraak
openbaar te worden gemaakt. Het Reglement voorziet niet in een situatie
als de onderhavige, waarbij de aard van de klacht een regeling ter
waarborg van de privacy van de betrokkenen rechtvaardigt.

Overeenkomstig artikel 40 lid 2 heb ik besloten dat slechts een gedeelte
van de uitspraak, zonder vermelding van de namen van de betrokkenen,
openbaar zal worden gemaakt, onder vermelding dat op verzoek aan de
President inzage aan studenten en medewerkers van Nijenrode in de
beslissing zal worden gegeven.

Deze uitspraak is vatbaar voor beroep overeenkomstig artikel 32 van het
Algemeen Reglement.

Hoogachtend, ir. F.J. Schijff,

president

Rechters

ir. F.J. Schijff