Instantie: Rechtbank Roermond, 1 juni 1989

Instantie

Rechtbank Roermond

Samenvatting


Gedaagde heeft eiseres in haar woning met geweld aangerand en verkracht.
Toegewezen: ƒ 10.000,= immateriele schadevergoeding. Gevorderd: ƒ
35.000,=. De traumatische gevolgen van de verkrachting zijn nog niet
verwerkt; eiseres is zeer schrikachtig geworden. Haar huwelijk lijdt onder
deze problemen. Voorts heeft zij zich op haar werk ziek moeten melden en
is ze van baan veranderd. Eiseres werkt nu part-time tegen een lager
salaris. Aangezien gedaagde een donkere huidskleur heeft, schrikt zij nu
van elke buitenlander en is zij tegen haar zin discriminerend geworden.
Bij de vaststelling van de omvang van de vergoeding van immateriele schade
dient de rechtbank te letten op alle omstandigheden, waaronder de aard van
de aansprakelijkheid, de omstandigheden waaronder het gebeuren plaatsvond
en de draagkracht van partijen. De rechtbank acht ƒ 10.000,= redelijk en
billijk.

ƒ 222,95 gevorderd en toegewezen. Beschadigde kleding die eiseres niet
meer terug wil hebben. Gedaagde is strafrechtelijk veroordeeld. Dat
eiseres bij de politie verklaard heeft af te zien van schadevergoeding
brengt niet automatisch mee dat zij niet meer gerechtigd zou zijn de
onderhavige vordering in te dienen. De verklaring werd immers slechts
enkele uren na de verkrachting afgelegd. Uit niets blijkt dat zij die
verklaring ook daadwerkelijk zo bedoeld heeft. Daarbij komt dat eiseres
op dat moment niet kon voorzien welke gevolgen het gebeuren voor haar zou
hebben.

Volledige tekst

De stellingen en vorderingen van eiseres:

1. Eiseres stelt -kort en zakelijk weergegeven- dat gedaagde haar op 18
mei 1987 in haar woning met geweld en door bedreiging met geweld heeft
gedwongen tot ontuchtige handelingen en vleselijke gemeenschap.

Gedaagde had gereageerd op een advertentie, waarin eiseres haar
slaapkamerameublement te koop had aangeboden, en was in haar woning om dat
ameublement te bezichtigen. Gedaagde is voor deze verkrachting
strafrechtelijk veroordeeld en het vonnis is op 3 mei 1988 onherroepelijk
geworden. 2. zij stelt het volgende voor: -de traumatische gevolgen van
de verkrachting zijn nog altijd niet verwerkt; zij is zeer schrikachtig
geworden, sluit angstvallig alle deuren en ramen, durft in het donker niet
alleen naar buiten en wacht ’s winters tot ’s morgens licht wordt alvorens
naar buiten te gaan; -aangezien gedaagde een donker uiterlijk had,
waardoor hij een buitenlander leek, schrikt zij van elke buitenlander en
is zij tegen haar zin discriminerend geworden tegenover buitenlanders met
een donker uiterlijk; -tussen haar en haar echtgenoot zijn regelmatig
wrijvingen ontstaan omdat zij haar problemen niet met hem kon bespreken;
-tussen haar en haar toenmalige werkgever zijn problemen ontstaan omdat
deze evenmin in staat was om enig begrip voor haar te tonen; na overleg
met de huisarts en de controlerend arts heeft zij zich ziek gemeld en
vervolgens, na het vinden van ander werk, ontslag genomen; zij werkt thans
part-time tegen een lager salaris; -door haar is een materiele schade
geleden ad ƒ 222,95, omdat kleding beschadigd was en zij die kleding
verder om haar moverende redenen niet meer terug wilde hebben. 3. Eiseres
vordert de veroordeling van gedaagde, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij
voorraad, tot betaling van een materiele schadevergoeding ad ƒ 222,95 en
een immateriele schadevergoeding ad ƒ 35.000,=, te vermeerderen met de
wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding, alsmede de
kostenveroordeling van gedaagde.

Het verweer van gedaagde:

1. Gedaagde erkent de onrechtmatigheid van zijn gedraging en dat hij bij
eiseres leed heeft veroorzaakt. 2. Hij verweert zich tegen de vordering
stellende dat: -immateriele schadevergoeding volgens hem zou moeten worden
afgewezen omdat lichamelijke letselschade ontbreekt en psychisch letsel
niet tot toekenning van een dergelijke schadevergoeding mag leiden; -de
omvang en de gevolgen van de gestelde psychische schade onvoldoende is
aangetoond; -iedere financiele last zijn gezin treft, hetwelk moet
rondkomen van een uitkering op bijstandsniveau. 3. De gevorderde materiele
schade wordt erkend. 4. Voorts voert gedaagde nog aan dat eiseres in haar
verklaring welke zij bij de politie heeft afgelegd heeft toegezegd van
enige schadevergoeding af te zien, zodat zij thans niet meer gerechtigd
is de vordering in te stellen.

Het oordeel van de rechtbank:

1. Tussen partijen staat vast dat gedaagde eiseres in haar woning heeft
verkracht, dat hij daarvoor strafrechtelijk veroordeel is en dat het
strafvonnis onherroepelijk is geworden. 2. Dat eiseres bij de politie
heeft verklaard af te zien van schadevergoeding brengt niet automatisch
met zich mee dat zij niet meer gerechtigd zou zijn de onderhavige
vordering in te dienen. Eiseres heeft betwist dat zij aan die woorden
gehouden kan worden aangezien de verklaring slechts enkele uren na de
verkrachting is afgelegd en zij nog zeer sterk onder de invloed van het
gebeuren stond. Door gedaagde zijn vervolgens geen nadere feiten en/of
omstandigheden gesteld waaruit zou kunnen worden afgeleid dat eiseres die
verklaring ook daadwerkelijk zo bedoeld heeft. Daarbij komt dat eiseres
op dat moment niet kon voorzien welke gevolgen het gebeuren voor haar met
zich mee zou brengen. 3. De rechtbank is van oordeel dat gedaagde door
zijn gedrag in ernstige mate inbreuk heeft gemaakt op en op generlei wijze
enig respect heeft getoond voor de lichamelijke integriteit van eiseres.
Civielrechterlijk levert zijn handelen een onrechtmatige daad jegens
eisers op. 4. Voor de gevolgen van zijn gedrag kan hij aansprakelijk
worden gesteld. Gezien de aard van de aansprakelijkheid en de aard van de
schade als gevolg van zijn gedragingen kan de schade, welke door eiseres
is geleden, hem worden toegerekend. weliswaar betwist gedaagde de gestelde
omvang en gevolgen doch de gestelde traumatische gevolgen zijn -naar
algemeen bekend is- het logische en te verwachten gevolg van hetgeen hij
eiseres heeft aangedaan. Bovendien voert gedaagde voor zijn betwisting
geen nadere feiten en/of omstandigheden aan waaruit op enigerlei wijze zou
kunnen worden afgeleid dat zijn verweer enige grond heeft. 5. Immateriele
schadevergoeding acht de rechtbank in deze mogelijk nu eiseres in haar
persoon is aangetast. Deze vergoeding heeft een dubbele functie: enerzijds
dient zij om op onvolmaakte wijze het door eisers ondergane leed goed te
maken, anderzijds kan het geschokte rechtsgevoel van eiseres langs
civielrechtelijke weg worden bevredigd doordat van gedaagde een opoffering
wordt verlangd. 6. Bij toekenning van deze schadevergoeding dient de
rechtbank te letten op alle omstandigheden, waaronder de aard van de
aansprakelijkheid, de omstandigheden waaronder het gebeuren plaatsvond en
de draagkracht van partijen. De rechtbank acht dan toekenning van een
immateriele schadevergoeding an ƒ 10.000,= redelijk en billijk. 7. De
vordering tot vergoeding van de materiele schade ad ƒ 229,95 acht de
rechtbank, nu eiseres dit erkent, voor toewijzing vatbaar. 8. Gedaagde zal
als de overwegend in het ongelijk gestelde partij veroordeeld worden in
de kosten van deze procedure.

Beslissing:

De rechtbank: Veroordeelt gedaagde tot betaling aan eiseres van ƒ
10.229,95 (tienduizend tweehonderdnegenentwintig gulden en vijfennegentig
cent), vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag vanaf 7 juli
1988 tot aan de dag der algehele voldoening. Verklaart dit vonnis tot
zover uitvoerbaar bij voorraad.

Ontzegt het meer of anders gevorderde.

Veroordeelt gedaagde in de kosten van deze procedure aan de zijde van
eiseres gevallen en tot aan deze uitspraak begroot op ƒ 1.488,75
(eenduizend vierhonderdachtentachtig gulden en vijfenzeventig cent).

Veroordeelt gedaagde van vorenstaande kostenveroordeling te voldoen aan
eiseres wegens niet in debet gesteld griffierecht ƒ 200,=. Veroordeelt
gedaagde van vorenstaande kostenveroordeling te voldoen aan de griffier
der gerechten in het arrondissement Roermond wegens:
-in debet gesteld griffierecht ƒ 200,=
-exploitkosten van de deurwaarder Nijenhuis te Roermond ƒ 48,75
-wegens salaris van de procureur van eiseres ƒ 1.040,=
____________
ƒ 1.288,75

Rechters

mr. A.F.M. Schrickx