EHvJ: uitspraak in Spaanse zaak over uitsluiting huishoudelijk personeel van werkloosheidsuitkering

Op 24 februari 2022 is het arrest van het Hof van Justitie van de EU over de uitsluiting van Spaans huishoudelijk personeel van werkloosheidsuitkeringen gepubliceerd (C-389/20).
Het HvJ EU acht de uitsluiting niet in overeenstemming met de derde gelijke behandelings richtlijn: 79/7/ EEG (gelijke behandeling in de wettelijke sociale zekerheid).

In Spanje geldt een specifieke regeling voor huishoudelijk personeel: ze vallen wel onder het sociale zekerheidsstelsel, maar niet onder de regeling voor werkloosheidsuitkeringen.
Het HvJ EU vond dat de wettelijke bepaling ter zake valt onder de werkingssfeer van richtlijn 97/7/EEG valt die discriminatie op grond van geslacht in de wettelijke sociale zekerheid verbiedt..
Ruim 95% van het huishoudelijk personeel bestaat uit vrouwen in Spanje. Daarmee is het vermoeden van indirecte discriminatie aannemelijk, tenzij sprake is van rechtvaardiging door objectieve factoren, die niets met discriminatie van geslacht te maken hebben. Dan moet de bepaling een legitieme doelstelling van sociaal beleid hebben, én geschikt en noodzakelijk zijn om dat doel te bereiken.
Het HvJ acht de doelstellingen in beginsel legitiem, maar niet geschikt, in de zin van coherent en stelselmatig toegepast): ook andere categorieën werknemers die wel de uitkeringen ontvangen, hebben vergelijkbare kenmerken en arbeidsomstandigheden. Het is aan de verwijzende rechter om een en ander te beoordelen. Wel wijst het HvJ er nog op dat zelfs als de verwijzende rechter de doelstellingen van de bepaling legitiem acht en de middelen geschikt deze nog moet nagaan of de bepaling niet verder gaat dan noodzakelijk om de doelstelling te bereiken. Volgens het HvJ leidt de uitsluiting tot een groter gebrek aan sociale bescherming en daarom is de bepaling niet noodzakelijk om de doelstellingen te bereiken. Onder voorbehoud van verificatie door de verwijzende rechter acht het HvJ EU het uitsluiten van de werkloosheidsuitkering van de sociale zekerheidsuitkeringen die aan huishoudelijk personeel worden toegekend in strijd met art. 4 lid 1 van richtlijn 79/7/EEG.

Advocaat Generaal Szpunar ging een stap verder: die gaat uitgebreid in op de vraag of aan de uitsluiting een legitiem doel ten grondslag ligt. De A-G vindt van niet en merkt daarbij op dat lidstaten niet kunnen volstaan met louter een opsomming van enkele doelstellingen van sociaal beleid zie ook Kutz-Bauer (C-187/00) en Steinicke (C-77/02).

Eva Cremers schreef een annotatie in JAR (2022/90) die al online staat.
Anja Eleveld schreef een artikel in Tijdschrift voor Arbeidsrecht in Context (jaargang 11 – oktober 2022): ‘Huishoudelijke werkers in de particulieren huishouding gelijk behandeld met andere werknemers?’