Brief aan Eerste Kamer over wetsvoorstel regulering prostitutie, 2 juli 2013

Aan de Leden van de Eerste Kamer der Staten Generaal,
Postbus 20017
2500 EA Den Haag

 

Onderwerp: WV Regulering Prostitutie (32211)                                              Leiden, 2 juli 2013

Geachte leden van de Eerste Kamer,

In reactie op de brief van minister Opstelten van 25 juni j.l. over het wetsvoorstel Regulering Prostitutie wil de Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann (VVR) de volgende opmerkingen maken.

De VVR is verheugd over het voorstel van de minister tot een splitsing van het wetsvoorstel via een novelle. Hierdoor blijft de invoering van een uniforme vergunningenplicht gehandhaafd en kan een ruim vier jaar durend wetgevingstraject worden afgesloten op een wijze die zowel politieke steun geniet als steun in het veld.
De bestuurlijke aanpak van misstanden kan hierdoor worden versterkt, op essentiële aspecten kan de bedrijfsvoering van seksbedrijven beter worden geregeld en een waterbedeffect tussen gemeenten kan worden voorkomen. Dat is winst.

Verplichte registratie prostituees geen toegevoegde waarde
Met de intrekking van de vergewisplicht van klanten is elke toegevoegde waarde van een registratieplicht van prostituees vervallen. Deze twee onderdelen hangen direct met elkaar samen zoals de minister tijdens de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel meermalen heeft benadrukt.
Verplichte registratie zonder vergewisplicht heeft geen meerwaarde. De prostituees die binnen bedrijven werken zijn al bekend en bereikbaar. Toegang tot deze groep kan via het vergunningenstelsel en (extra inzet van) veldwerk worden gerealiseerd. Alleen registratie van thuiswerkers zou extra informatie opleveren. Maar aangezien de registratie alleen een registratienummer, 06-nummer en BSN-nummer behelst en er (terecht om privacy redenen) geen koppeling mag worden gelegd met andere registratiesystemen, in casu de Gemeentelijke Basis Administratie, is het (werk)adres niet te achterhalen. Gerichte controle door toezichthouders, een van de doelstellingen, is dan ook niet mogelijk. Sekswerkers kunnen zich immers in een andere gemeente registreren en overal in het land werken. Met het vervallen van de vergewisplicht door klanten is daarom ook de zin van de registratieplicht van prostituees vervallen.
Het registratiedoel om een contactmoment met de prostituee te creëren, kan worden bereikt door de huidige voorlichting en contacten te versterken, bijvoorbeeld door de middelen die worden bespaard met het niet invoeren van vergewisplicht en de verplichte registratie, in te zetten voor uitbreiding van het veldwerk.

Verbetering (rechts)positie prostituees
Een landelijk uniform vergunningensysteem voor seksbedrijven kan een grote verbetering zijn, mits de eisen en voorwaarden ook in de praktijk worden nagekomen.

In de lijn hiervan dringt de VVR er bij u op aan om bij de uitwerking van dit systeem de volgende verbeteringen van de positie van prostituees mee te nemen:

1.  Mogelijkheden scheppen tot zelfstandig ondernemerschap voor prostituees, bijvoorbeeld door samenwerking in een coöperatie, en ondersteunen van een pilot.
Niet alleen is het van belang de rechtspositie van prostituees in de bestaande bedrijven te versterken in de voorgestelde AMvB. Ook het zelfstandig ondernemerschap van prostituees verdient forse ondersteuning. De afgelopen jaren is het beleid in veel gemeenten gericht geweest op het afgeven van vergunning aan de ‘zittende’ exploitanten die vrijwel de gehele seksbranche in handen hebben. Daarmee is steeds meer macht bij enkele exploitanten komen te liggen met alle risico’s van dien, zoals de recente ontwikkelingen in Utrecht laten zien. Het onafhankelijkheid en zelfstandig ondernemerschap zou dan ook een flinke steun moeten krijgen, bijvoorbeeld door het opzetten en (financieel, juridisch en bedrijfsmatig) steunen van pilots.
In de gemeente Utrecht en Amsterdam zijn recent initiatieven ontwikkeld voor het opzetten van een coöperatie van prostituees. Dit voorbeeld dat nog in de beginfase van de ontwikkeling is, zou ondersteund kunnen worden waar vervolgens alle gemeenten hun voordeel mee zou kunnen doen.

2.    Het borgen van de sociale en rechtspositie van prostituees in prostitutiebedrijven door de invoering van een laagdrempelige klachtenvoorziening/-meldpunt (bijv. een prostitutie ombudsman).
Het invoeren van nieuwe regels om in vergunde bedrijven de positie van de prostituee te verbeteren is van belang en het gebeurt op dit moment al. De effectiviteit daarvan staat en valt bij de nakoming van de regels. In de praktijk schiet nakoming vaak te kort, ook omdat hier feitelijk nauwelijks controle op is, met name daar waar het de positie van prostituees betreft.
Om misstanden tegen te gaan en te zorgen voor een ‘schonere branche’ zoals de minister voorstaat, zouden -naast meer frequente controle door gemeenten- prostituees een laagdrempelige voorziening/meldpunt moeten krijgen om klachten te kunnen indienen, bijvoorbeeld een landelijke ombudsman mét de bijbehorende bevoegdheid om actie te ondernemen. Klachten bij de gemeente worden tot nu toe veelal afgedaan als betrekking hebbend op een privaatrechtelijk verhouding waar de gemeente niets over te zeggen heeft. Het opzetten van zo’n voorziening  klemt te meer omdat het gemeentelijk beleid van de afgelopen 12 jaar de afhankelijkheid van prostituees van (een steeds kleiner aantal) exploitanten systematisch heeft vergroot. Niemand durft te klagen vanwege het risico de werkplek te verliezen, maar ook omdat werken bij een andere exploitant nauwelijks meer mogelijk is nu er veelal nog slechts een zeer beperkt aantal exploitanten zijn in één gemeente. De afhankelijkheid wordt vergroot door het feit dat er nauwelijks mogelijkheden zijn om zelfstandig (thuis of vanuit huis) te werken of een eigen bedrijf met een aantal collega’s op te zetten.

De VVR dringt er bij u op aan -en heeft daarin ook alle vertrouwen- bovenstaande oproepen een belangrijke rol te laten spelen bij uw overwegingen in inbreng in het laatste bedrijf van de behandeling van het wetsvoorstel Regulering Prostitutie.

Met vriendelijke groet,

Mr. M.M. (Mieke) van der Burg

Voorzitter VVR

E: Voorzitter@vrouwenrecht.nl