Gezamenlijk commentaar op Hoofdlijnenbrief Emancipatiebeleid 2013-2016, 11 juni 2013

De onderstaande vrouwenorganisaties zijn positief over de (hernieuwde) nadruk in de Hoofdlijnenbrief op economische zelfstandigheid en financiële zelfredzaamheid van vrouwen. Economische zelfstandigheid kan niet alleen bijdragen tot preventie van armoede na echtscheiding of wanneer je om een andere reden er alleen voor komt te staan, maar ook tot een gelijkwaardiger positie van vrouwen en mannen in de samenleving en thuis, en tot preventie van huiselijk en ander geweld tegen vrouwen.

1.    Gendertoets
De keuze van het Kabinet voor economische zelfstandigheid van vrouwen is richtinggevend voor het beleid (wetgeving en maatregelen) van de verschillende departementen voor de komende jaren. Om deze kabinetskeuze te (kunnen) realiseren, is aanwezigheid van genderbewustzijn bij professionals bij de verschillende departementen onmisbaar. De afgelopen jaren was eerder sprake van het wegvallen van gendersensibiliteit, dan van een toename. Als gender al in beeld komt dan gaat het vaak om het adresseren van problemen en niet om oplossingen.

Ter ondersteuning van deze Kabinetsdoelstelling zou een gendertoets (of op zijn minst een economische zelfstandigheidstoets) bij beleid(smaatregelen) en wetgeving de positieve en negatieve effecten op de emancipatie en economische zelfstandigheid  zichtbaar kunnen maken, uitgesplitst naar sekse en etniciteit.

Dit betekent ook dat er een bepaalde bekendheid met genderimplicaties en ‘gendersensibiliteit’ moet worden versterkt. Bijvoorbeeld door ruimte te maken voor scholing en bewustwording van professionals binnen de verschillende ministeries. Bij de gemeenschappelijke vrouwenorganisaties is expertise op dit gebed ruim aanwezig. Zij bieden hierbij graag hun diensten aan.

VOORSTEL 1

Het invoeren van een gendertoets (uitgesplitst naar sekse en etniciteit), met name een toets op de effecten ten aanzien van economische zelfstandigheid, bij alle voorgenomen beleid(smaatregelen) én wetgeving, in ieder geval op het gebied van arbeid, sociale zekerheid, personen- en familierecht en zorg en bij bezuinigingsmaatregelen. Het bevorderen van gendersensitiviteit bij de professionals binnen de verschillende departementen (concept motie 1 bijgevoegd)

2.    Tijden van de samenleving
Voorts constateren onderstaande vrouwenorganisaties dat voor een – door het kabinet gewenste  en door ons onderschreven – toename van het aantal economisch zelfstandige vrouwen, het noodzakelijk is dat overal in het land –samen met gemeenten- substantiële, structurele maatregelen worden genomen om arbeid en zorg werkelijk te kunnen combineren. Het SER-advies “Tijden van de samenleving” (april 2011) heeft (nog) niet op alle vlakken al resultaten opgeleverd, zo blijkt uit het Kabinetsstandpunt verwoord in de brief van 7 november 2011. Een actuele voortgangsrapportage van alle elementen uit deze brief is noodzakelijk om te zien waar de gaten vallen en (wettelijke) drempels geslecht moeten worden op het gebied van ‘brede scholen’, sluitende dag-arrangementen en betaalbare en kwalitatief goede kinderopvang etc. etc.

VOORSTEL 2
Aandringen op het actualiseren van het Kabinetsstandpunt over de voorgestelde maatregelen uit het SER rapport “Tijden van de samenleving” (7 november 2011) en de voortgang teneinde  een landelijke dekkend stelsel te bereiken, en deze rapportage voor 1 juni  2014 aan de Kamer aan te bieden, inclusief verbeteringsvoorstellen (concept motie 2 bijgevoegd).

3.    Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld
Tenslotte constateren de ondertekenaars  dat projecten/maatregelen in de sfeer van preventie en bestrijding van huiselijk geweld beter op elkaar afgestemd moeten worden om werkelijk afname van dergelijk geweld jegens vrouwen te bereiken. Een Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld (met concrete doelstellingen en periodieke evaluatiemomenten) kan verbetering van het NL-beleid bewerkstelligen. Tevens zou met een dergelijk plan worden voldaan aan de eisen van het CEDAW (toezichthoudend orgaan van de VN-Vrouwenverdrag) en aan de ratificatie-eisen van het Verdrag ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Cahvio-verdrag).

VOORSTEL 3
Aandringen op het opstellen van een gendersensitief Nationaal Actieplan Huiselijke Geweld waarin alle maatregelen en projecten tegen huiselijk geweld in samenhang zijn opgenomen voor Prinsjesdag 2013, waarvan de voortgang jaarlijks wordt gerapporteerd (concept motie 3 bijgevoegd).

Dit is een gezamenlijk commentaar van:

–      Atria-kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis
–      Nederlandse Vrouwen Raad. Lidorganisaties:

                        Algemene Nederlandse Vrouwenvereniging Tesselschade-Arbeid Adelt
Baha’¡ Vrouwenforum Nederland
Business and Professional Women The Netherlands
CDA Vrouwenberaad
Delta Kappa Gamma Nederland
FAM! Expertisecentrum voor Vrouwenvraagstukken
Federatie Zakenvrouwen
Femmes for Freedom
FNV Vrouwenbond
GAIA, netwerk voor vrouwen in de aardwetenschappen
Gender Concerns International
Independent Order of Odd Fellows
Katholiek Vrouwen Dispuut
Koninklijke Nederlandse 0rganisatie van Verloskundigen
KVO
Liberaal Vrouwen Netwerk
LTO Vrouw en Bedrijf
Melania Ontwikkelingssamenwerking
Molukse Vrouwen Raad
National Council of Jewish Women Nederland
Nederlandse Organisatie van Vrouwelijke ApothekersNVVH-Vrouwennetwerk (aspirant-lid)
Oudere Vrouwennetwerk Nederland
Partij van de Arbeid vrouwennetwerken
Passage, Christelijk-maatschappelijke vrouwenbeweging
Politiek Scholings Centrum
Proefprocessenfonds Clara Wichmann
Provinciale Vrouwenraad Noord Brabant
Stichting Nederland Suriname Antillen Gendervraagstukken
Stichting Religieuzen tegen Vrouwenhandel
Unie Nederlandse Katholieke Vrouwenbeweging
Unie van Soroptimistclubs in Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen
Unie van Vrouwelijke Ondernemers Gelderland
Vereniging van Nederlandse Vrouwelijke Artsen
Vereniging van Vrouwen met Hogere Opleiding
Vereniging voor Vrouwenbelangen
Vereniging voor Vrouwengeschiedenis
Vrouwen Organisatie Nederland Darfur
Vrouwen van Nu
Vrouwen voor Vrede
Vrouwennetwerk Wageningse Ingenieurs
Vrouwenplatform Carree Overijssel
Women in Europe for a Common Future
Women on the Web-NL
Women’s International League for Peace and Freedom Nederland
Women’s International Zionist Organization
Yente
Young Womens Christian Association Nederland
Zeeuws Vrouwenplatform
Zonta Nederland

 

–      Netwerk VN-Vrouwenverdrag
–      Samenwerkingsverbanden van het Landelijke Overleg Minderheden
–      Vereniging voor Vrouw en Recht Clara Wichmann (VVR)
–      Vrouwenpodium 2010-2020 , samenwerkingsverband van FNV, NVR en LOM
–      Women Inc

Bijlagen:

Concept motie 1. Gender of economische zelfstandigheidstoets
Concept motie 2. Voorzieningenstructuur
Concept motie 3. Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld

Concept motie 1: Gender of economische zelfstandigheidstoets
Motie gericht op gendertoets (uitgesplitst naar sekse en etniciteit) om de effecten van beleid(smaatregelen) en wetgeving zichtbaar te maken

De Kamer, gehoord de beraadslagingen met betrekking tot de Hoofdlijnenbrief Emancipatiebeleid 2013 – 2016,

van mening zijnde dat
de doelstelling van het kabinet om de economische zelfstandigheid van vrouwen te versterken een groot belang vertegenwoordigt, zowel voor de samenleving als geheel als voor vrouwen, mannen en kinderen  individueel,

overwegende dat
–      De keuze van het Kabinet voor economische zelfstandigheid  richtinggevend is voor het beleid(smaatregelen) en wetgeving van de verschillende departementen voor de komende jaren:
–      In de praktijk blijkt dat maatregelen en wetgeving niet automatisch leidt tot versterking van genoemd beleid;
–      Ter ondersteuning van genoemd beleid, het inzetten van extra hulpmiddelen noodzakelijk is om bij beleid(smaatregelen) en wetgeving de positieve en negatieve effecten op de emancipatie en economische zelfstandigheid  zichtbaar kunnen maken, uitgesplitst naar sekse en etniciteit;
–      De aanwezigheid van genderbewustzijn en kennis van professionals bij de verschillende departementen onmisbaar is en niet altijd aanwezig en daarom versterking behoeft.

Verzoekt de minister

  1. Een verplichte gendertoets (uitgesplitst naar sekse en etniciteit) , met name op de effecten ten aanzien van economische zelfstandigheid, toe te (laten) passen op alle voorgenomen nieuwe beleid(smaatregelen) en wetgeving, in elk geval bij beleid en wetgeving op het gebied van arbeid, sociale zekerheid, personen- en familierecht en zorg en bij bezuinigingsmaatregelen.
  2. De gendersensitiviteit en –expertise te bevorderen bij de professionals binnen de verschillende departementen

En gaat over tot de orde van de dag

Toelichting

Het realiseren van de keuze van het Kabinet voor economische zelfstandigheid van vrouwen is zeker niet vanzelfsprekend. Om deze beleidskeuze te steunen zijn twee zaken nodig:

  1. Het zichtbaar maken van de effecten van beleid(smaatregelen) en wetgeving op het gebied van economische zelfstandigheid  van vrouwen. Aangezien slechts ca. 50% van de vrouwen economische zelfstandig is, en dit percentage lager ligt bij zwarte, migranten en vluchtelingenvrouwen, is het uitsplitsen naar verschillende groepen gewenst.
  2. Het verhogen van de ‘gendersensibiliteit’ bij professional binnen de ministeries, bijvoorbeeld door ruimte te maken voor scholing en bewustwording. De gemeenschappelijke vrouwenorganisaties en-kenniscentra kunnen hun expertise hiervoor inzetten.

Concept motie 2: Voorzieningenstructuur

Motie betreffende voorzieningenstructuur in relatie tot economische zelfstandigheid van vrouwen.  ————————————————————————————————————-

De Kamer, gehoord de beraadslagingen met betrekking tot de Hoofdlijnenbrief Emancipatiebeleid 2013 – 2016,

van mening zijnde dat
Een situatie van economische zelfstandigheid van zo veel mogelijk vrouwen een groot belang vertegenwoordigt, zowel voor de samenleving als geheel als voor vrouwen, mannen en kinderen  individueel,

overwegende dat

 

  • De Hoofdlijnenbrief Emancipatiebeleid 2013 – 2014, onder A bij de beleidsmaatregelen, een brief van SZW wordt toegezegd waarin nader zal worden ingegaan op de mogelijkheden de combineerbaarheid van arbeid en zorg verder te verbeteren;
  • In deze bijlage andere beleidsmaatregelen worden genoemd  zoals pilot projecten, position papers, onderzoek, subsidies voor projecten als bijvoorbeeld Talent naar de Top;
  • Voor uitbreiding van beroepsdeelname van vrouwen en verhoging van hun economische  zelfstandigheid daadwerkelijk tot stand komen er substantiële, structurele maatregelen nodig zijn;
  • Er al de nodige zeer bruikbare en goede rapporten betreffende kinderopvangvoorzieningen in relatie tot arbeid van vrouwen zijn verschenen, met name het SER-advies ‘Tijden van de Samenleving’ van april 2011;
  • Een landelijk dekkend stelsel van brede scholen, sluitende dagarrangementen, betaalbare en kwalitatief goede kinderopvangvoorzieningen een noodzakelijke voorwaarde vormt voor een daadwerkelijke uitbreiding van beroepsdeelname van vrouwen;

Verzoekt de Minister

De relevante aanbevelingen in het SER-advies ‘Tijden van de Samenleving’ te overwegen en te komen met een actualisering van de voortgang op de verschillende aspecten genoemd in de brief van 7 november 2011 en hierover voor 1 januari 2014 aan de Kamer te rapporteren, inclusief verbetervoorstellen.

En gaat over tot de orde van de dag.

Toelichting
Een groter getal aan economisch zelfstandige vrouwen vertegenwoordigt een groot belang, zowel maatschappelijk als individueel. Gezinnen worden minder kwetsbaar voor economische crises en andere vormen van tegenspoed; echtscheidingen en andere onvoorziene omstandigheden zullen in mindere mate dan thans het geval is tot armoede onder vrouwen aanleiding geven.

In Nederland zijn de kosten van het organiseren van twee volwaardige banen in huishoudens met kinderen (te) hoog. Daarmee daalt de aantrekkelijkheid van volwaardige banen voor vrouwen. De in het SER-rapport Tijden van de samenleving genoemde maatregelen kunnen de organisatiekosten verlagen en het kiezen voor volwaardige banen aantrekkelijker maken. Met dat gegeven zal een norm op gang komen die een volledige of grote deeltijdbaan voor vrouwen tot een vanzelfsprekende optie maakt. Deze norm komt alleen tot stand  op basis van feitelijke gedragingen van mensen. Attitudeverandering vooraf werkt niet tot minder goed. Attitudes wijzigen zich vooral op basis van gedragingen. Een eenvoudige waarheid: de vanzelfsprekendheid van volwaardige banen voor vrouwen komt alleen tot stand door feitelijk gedrag in die richting.
Een actualisering van alle onderdelen in de kabinetsbrief van 7 november 2011 geeft zicht op de voortgang, zeker als verbetervoorstellen daarbij worden gevoegd.

Concept motie 3: Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld

Motie betreffende de verplichtingen voortvloeiend uit het VN-Vrouwenverdrag en het Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld.

———————————————————————————————————

De Kamer, gehoord de beraadslagingen met betrekking tot de Hoofdlijnenbrief Emancipatiebeleid 2013-2016,

Van mening zijnde dat
De bestrijding en preventie van huiselijk geweld op een hoger plan gebracht dienen te worden teneinde de rechten van vrouwen op bescherming voortvloeiend uit het VN-Vrouwenverdrag te waarborgen,

Overwegende dat

  • De Hoofdlijnenbrief Emancipatie 2013-2016 terecht stelt dat de overheid een ‘duty to protect’ heeft;
  • Het CEDAW in november 2012 de Nederlandse regering heeft aanbevolen in juli 2013 aanvullende informatie te verstrekken over activiteiten betreffende het al jaren aangekondigde Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld without delay vast te stellen en uit te voeren.
  • De scan naar gender sensitieve aanpak – waartoe de minister samen met haar collega’s van Ven J en VWS besloten heeft – onvoldoende uitvoering geeft aan deze dringende aanbevelingen van het CEDAW en
  • Bovendien een Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld dat voldoende recht doet aan de genderspecifieke aspecten van dat geweld, vereist is alvorens kan worden overgegaan tot ratificatie van het Verdrag ter bestrijding van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Cahvio-verdrag)

Verzoekt de Minister

Als coördinerend minister voor emancipatie er voor te zorgen dat met de ministers van VenJ en VWS en andere stakeholders onverwijld een Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld tot stand gebracht wordt en de Kamer hierover voor Prinsjesdag 2013 te berichten.

En gaat over tot de orde van de dag

Toelichting
Al in de 5de regeringsrapportage aan het CEDAW in 2009 is een nieuw Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld aangekondigd, dat tot op heden niet is vastgesteld. Het CEDAW deed al in 2010 de dringende aanbeveling “to ensure that the specifities of domestic violence targeting women be fully taken into consideration in the formulation of the new plan of action against domestic violence starting in 2011.”
Ter voorbereiding van dat Nationaal Actieplan is al een onderzoek met aanbevelingen over een gender sensitieve aanpak gepubliceerd (Margreet de Boer, De aanpak van gender gerelateerd geweld in de privésfeer; Aanknopingspunten voor een meer genderbewuste aanpak van huiselijk geweld. Projects on Women’s Rights, Amsterdam 2008). Door diverse betrokkenen is aangegeven dat het gebrek aan samenhang, coördinatie en afstemming een van de grote knelpunten is bij een effectieve bestrijding en preventie van huiselijk geweld (zie Schaduwrapportage 2012).
Door de kabinetswisseling is de geplande veldraadpleging over een Nationaal Actieplan Huiselijk Geweld naar de achtergrond geraakt. Nu is het tijd om hier nieuw leven in te blazen.