Position Paper Sjoukje Botman

Stimuleer de professionalisering van de markt van huishoudelijk werk.

Position paper voor rondetafelgesprek rechtspositie deeltijd huishoudelijk personeel
Sjoukje Botman, sociologe, gepromoveerd op: Gewoon Schoonmaken. De troebele arbeidsrelaties in betaald huishoudelijk werk aan de UVA.

Op basis van mijn promotieonderzoek pleit ik voor meer zakelijkheid op de markt van huishoudelijke diensten. De Regeling Dienstverlening aan huis draagt daar op dit moment onvoldoende aan bij. Uit mijn onderzoek blijkt het volgende:

De Regeling DAH is niet bekend
In de praktijk is de regeling DAH bij geen van de particuliere werkgevers in mijn onderzoek bekend. Zij menen dat het ‘zwart’ is wanneer zij contant een schoonmaakster betalen. Particuliere werkgevers zijn niet op de hoogte van hun rechten en ook niet van hun plichten zoals het betalen van vakantiegeld en doorbetalen bij ziekte. Al in 2008 bracht het CDA aan de orde dat de regeling te weinig bekend is en de verschafte informatie te summier, dat de rechten en plichten van beide partijen onduidelijk zijn en dat de regeling als zodanig geen enkele stimulans biedt om wit te werken (CDA 2008). Werkgevers in mijn onderzoek zouden het wel goed willen regelen maar weten niet hoe. Er is veel terrein te winnen op het vlak van voorlichting. De regeling biedt vooralsnog niet de voorgestane helderheid en eenvoud.

Er is behoefte aan flexibiliteit EN zekerheid
De Regeling DAH doet een poging tot het flexibiliseren van de markt, maar wentelt die flexibiliteit uitsluitend af op de werknemer. Uit mijn onderzoek blijkt dat zowel particuliere werkgevers als huishoudelijk werkers behoefte hebben aan flexibiliteit in het aangaan van een arbeidsrelatie. Echter, beide partijen zijn ook voor een basispakket aan sociale zekerheid en verzekeringen. Een combinatie van flexibiliteit en zekerheid zou te prefereren zijn, deze biedt de huidige regeling niet. Een dergelijke combinatie wordt op dit moment alleen geboden door enkele bemiddelingsbedrijven die dit basispakket inkopen voor de huishoudelijk werkers. Een verbinding tussen zekerheid in de arbeids-voorwaarden enerzijds en flexibiliteit anderzijds, past binnen Europese beleidslijnen van flexicurity in arbeidsintensieve sectoren (Houwing, 2010).

De regeling DAH wordt niet gebruikt door de doelgroep.
Doel van de Regeling DAH is flexibiliteit voor particulieren, maar de regeling wordt juist door particulieren niet gebruikt, deze is immers nauwelijks bekend. Wel wordt de regeling gebruikt door bedrijven. Omdat de Regeling DAH daar oorspronkelijk niet voor bedoeld is, stimuleert de regeling niet alleen bonafide bedrijven, maar ook malafide bedrijven. Er is op dit moment een wildgroei aan bemiddelingsbedrijven die gebruik maken van de ruimte die de regeling DAH hen biedt, zonder dat de overheid zicht heeft op de effecten daarvan. Bonafide bedrijven, die flexibiliteit voor zowel vraag als aanbod willen combineren met zekerheid krijgen op deze manier geen eerlijke kans op de markt.

De Regeling DAH bevestigt de lage status van het werk
Door betaald huishoudelijk werk niet te beschouwen als reguliere arbeid waar reguliere werknemersverzekeringen op van toepassing zijn, bevestigt de regeling het slechte imago van betaald huishoudelijk werk. Ook door betaald huishoudelijk werk te zien als ‘opstapje naar echt betaald werk’. De term persoonlijke dienstverlening is tevens misleidend. Deze verhult dat het bij betaald huishoudelijk werk om werk gaat en pretendeert dat de arbeidsrelaties uitsluitend persoonlijk zijn.
De regeling meldt dat ‘het gaat om activiteiten die een particulier in beginsel zelf pleegt te verrichten’. Het idee dat iedereen huishoudelijk werk kan verrichten is onjuist en achterhaald. Het is inmiddels een vak, waar sommigen veel beter in zijn dan anderen. Door de lage status van het werk te bevestigen stimuleert de regeling helemaal niet tot het aan het werk gaan in deze sector.
Scholing zou dat wel doen. Het bedrijf ‘Mijn Werkster’ is inmiddels begonnen met een pilot op het gebied van scholing genaamd ‘MijnWerkster academy’. Er is behoefte aan meer onderzoek naar dergelijke mogelijkheden tot professionalisering van deze sector, bijvoorbeeld door te kijken naar Engeland en Denemarken waar men opleidingen en keurmerken voor de sector van huishoudelijke diensten kent.

Literatuur

CDA (2008) Persoonlijke dienstverlening. Den Haag, 2 augustus 2008.

Botman, S. (2010) Gewoon Schoonmaken. De troebele arbeidsrelaties in betaald huishoudelijk werk, Amsterdam, UvA proefschrift

Houwing, H. (2010) A Dutch approach to flexicurity? Negotiated change in the organization of temporary work. Amsterdam, UvA proefschrift.