Vragen n.a.v. Blauwdruk Migratiebeleid, 8 oktober 2008

Vereniging Vrouw en recht
Postbus 9520
2300 RA Leiden
info@vrouwenrecht.nl
www.vrouwenrecht.nl

Vragen Blauwdruk Migratiebeleid

8 oktober 2008

-1. De voorgestelde referentensystematiek versterkt de afhankelijkheid van de buitenlandse (huwelijks)partner. Zo zal het recht van gezinsmigranten op voortgezet verblijf straks afhangen van de informatie die de (huwelijks)partner of ouder wel of niet aan de Nederlandse autoriteiten doorgeeft.

Hoe verhoudt de vergroting van afhankelijkheid zich met eerdere kritiek op de gevolgen hiervan, en met het Nederlandse emancipatiebeleid dat streeft naar het bevorderen van autonomie van vrouwen?(1)

-2. Het referentensysteem bevoordeelt een specifiek soort referent: de full time kostwinner. Dit is een standaard waaraan vrouwen veelal niet voldoen. Op dit moment loopt er een onderzoek naar de gevolgen van de verscherping van de inkomens- en inburgeringseis, waarin, op aandringen van verschillende organisaties, ook gekeken wordt naar genderspecifieke effecten.

Is de minister bereid de uitkomsten hiervan af te wachten en te verwerken in de Blauwdruk?

-3. Ook wanneer uitsluitend wordt uitgegaan van het Nederlandse belang wordt dit in de Blauwdruk uiterst beperkt gedefinieerd met een sterke ‘genderbias’. Zo wordt wel de behoefte aan kennismigranten erkend, maar niet de groeiende behoefte aan arbeid in de zorgsector (huishoudelijke arbeid, kinderoppas, zorg voor ouderen), die mede een gevolg is van de (gewenste) vergroting van de arbeidsparticipatie van vrouwen en demografische ontwikkelingen.
Vrouwen worden hierdoor dubbel getroffen. Aan de ene kant negeert het de belangen van Nederlandse vrouwen bij zorgarbeid: veel vrouwen zijn voor hun arbeidsparticipatie afhankelijk van au pairs of ongedocumenteerde domestic workers. Aan de andere kant wordt het werk dat vooral vrouwelijke arbeidsmigranten verrichten, niet erkend als arbeid (au pairs (2)) of moeten zij als ongedocumenteerde domestic worker hun inkomen verdienen.

Erkent de minister zorgarbeid als voor de Nederlandse economie noodzakelijke arbeid? Zo ja, wil de minister vrouwelijke arbeidsmigranten in deze sector mogelijkheden bieden om legaal in Nederland te werken?

-4. Het voorgestelde referentensysteem leidt tot een schrijnende ongelijkheid. Vrouwen vallen op twee manieren tussen de gaten:
– scheiding naar inkomen: kennismigranten, gezinsvorming –en hereniging
– scheiding naar arbeidssector: geen erkenning van de arbeidssectoren waar (Nederlandse) vrouwen behoefte hebben aan arbeid (dringend tekort aan zorgarbeid en kinderopvang) en juist die sectoren waar vooral vrouwen werken worden niet erkend als arbeid (au pair) of uitgesloten van de verlening van tewerkstellingsvergunningen (prostitutie).
Is de minister bereid om, gezien de specifieke gevolgen voor vrouwen, een Emancipatie Effect Rapportage te laten uitvoeren naar de genderspecifieke effecten van het voorgestelde referentensysteem?

Hoe verhoudt zich de Blauwdruk zich tot de beleidsnotitie Internationale Migratie en Ontwikkeling 2008, waarin nadrukkelijk aandacht besteed wordt aan de positie van vrouwen in de internationale migratie?

-5. In de kolom ‘humanitair tijdelijk’ ontbreken slachtoffers van huiselijk geweld en achtergelaten vrouwen (zie ook de brief aan de Tweede Kamer over een betere bescherming voor achtergelaten vrouwen en slachtoffers van huiselijk geweld van 31 juli 2008).

Kunnen ook slachtoffers van huiselijk geweld en achtergelaten vrouwen nog een beroep doen op humanitair verblijf of worden zij in het nieuwe stelsel hiervan uitgesloten?

-6 In de Blauwdruk wordt onderscheid gemaakt tussen tijdelijk (kolom VII) en voortgezet verblijf (kolom VIII) op humanitaire gronden. Slachtoffers van mensenhandel en eerwraak vallen onder tijdelijk verblijf. Indien de humanitaire omstandigheden binnen drie jaar vervallen, kan de verblijfsvergunning alsnog worden ingetrokken.

Betekent dit dat slachtoffers van mensenhandel en eerwraak – na een vaak al jarenlang durende onzekerheid over hun verblijfspositie en de consequenties hiervan voor de mogelijkheid om een nieuw bestaan op te bouwen – nog drie jaar langer in onzekerheid worden gehouden over hun verblijf en nog drie jaar lang elk jaar opnieuw moeten bewijzen dat zij (nog steeds) risico lopen op represailles bij terugkeer naar het land van herkomst? Acht de minister dit wenselijk, mede gezien het streven de positie van slachtoffers van mensenhandel en eerwraak te verbeteren en hun aangiftebereidheid te verhogen?

Noten:

  • (1). In dit kader is ook de eerdere aanbeveling van de ACVZ van belang dat gestreefd dient te worden naar een zo onafhankelijk mogelijke positie van vreemdelingenvrouwen om uitbuiting, geweld en misbruik te voorkomen (Het VN-Vrouwenverdrag in relatie tot de positie van vreemdelingenvrouwen in het Nederlandse vreemdelingenrecht en vreemdelingenbeleid, 2002).
  • (2). De enige legale manier van migratie voor huishoudelijke arbeid en/of kinderoppas is als au pair. Dit wordt echter, ondanks een toegestane werkweek van 32 uur, niet erkend als arbeid. Zij genieten geen enkele arbeidsbescherming, zelfs niet het recht op minimum loon.