Instantie: Gerechtshof Arnhem, 21 mei 2002

Instantie

Gerechtshof Arnhem

Samenvatting


Hoger beroep van de uitspraak van Rechtbank Zwolle d.d. 4 april 2001. Y heeft het jongste kind van partijen met messteken gedood en beide andere kinderen levensgevaarlijk verwond. X vordert schadevergoeding zowel voor de twee kinderen, als voor haarzelf. Het hof bekrachtigt de uitspraak van de rechtbank, en oordeelt dat het handelen van Y onrechtmatig jegens X is, nu hij het oogmerk had haar te treffen. Aan de vraag of er sprake is van shockschade komt het hof daarom niet toe. Het hof overweegt: ‘Zijn agressie was blijkens die brief niet tegen de kinderen maar tegen X gericht. Door in het kader van hun relationele strijd, de kinderen te doden zou hij haar psychisch op de meest ernstige wijze treffen. Daarmee had zijn handelen kennelijk bewust ten doel X, emotioneel te treffen, en is het gestelde oogmerk, als bedoeld in art. 6:106 aanhef en onder a BW en tevens het onrechtmatig handelen jegens X gegeven. Derhalve behoeft geen bespreking meer of en in hoeverre Y door onrechtmatig handelen jegens X aan haar shockschade heeft toegebracht.’
De volledige tekst van de uitspraak is niet opgenomen.

Volledige tekst

De volledige tekst is niet opgenomen.

Rechters

Mrs Makkink, Van Loo en Wefers Bettink