Instantie: Kantonrechter Haarlem, 17 mei 2001

Instantie

Kantonrechter Haarlem

Samenvatting


Werkneemster heeft verzocht om na afloop van haar zwangerschaps- en
ouderschapsverlof 24 uur per week te kunnen werken in plaats van 38,
verspreid over drie dagen per week. Ter zitting heeft zij ingestemd met
werken op vier dagen gedurende 24 uur. Werkgever wenst vast te houden aan 38
uur op tenminste vier dagen. De functie van werkneemster, office coördinator,
zou niet in minder uren kunnen worden uitgeoefend, omdat werkneemster als een
spin in het web rondom haar directeur functioneert en alle planningen moet
bijhouden en als sociale antenne voor de directeur moet opereren. Een duobaan
zou niet kunnen, omdat er niet twee antennes kunnen zijn. De kantonrechter
heeft begrip voor de argumenten van werkgever, doch is van mening dat deze
niet zwaarwegend zijn in de zin van de WAA. De vermindering van het aantal
uren of het creëren van een duobaan zal ongetwijfeld de nodige omschakeling,
ongemakken en mogelijk zelfs financiële offers met zich brengen. De wetgever
heeft echter gewild dat een verzoek als dat van werkneemster ingewilligd
wordt. De arbeidsduur dient derhalve verminderd te worden tot vier dagen van
zes uur, waarbij de vrijdag dient te vervallen, conform de wens van
werkneemster, met welke wens werkgeefster overigens al rekening had gehouden.

Volledige tekst

DE PROCEDURE

[eiseres] heeft MSDIS op 25 april 2001 doen dagvaarden. De mondelinge
behandeling heeft plaatsgevonden op 10 mei 2001. De griffier heeft
aantekening gehouden van hetgeen partijen hebben verklaard. Partijen hebben
nog stukken in het geding gebracht. De gemachtigden van partijen hebben zich
ter terechtzitting bediend van pleitnotities.

DE FEITEN

[eiseres] is op 13 januari 1997 voor de duur van één jaar bij MSDIS in dienst
getreden in de functie van Office coördinator voor 38 uur per week De
arbeidsovereenkomst is met ingang van 1 november 1997 omgezet in een voor
onbepaalde tijd. Het bruto maandsalaris van [eiseres] bedraagt thans ƒ 4.836.
Tot 1 april 2001 was [eiseres] in haar functie van Office coördinator
verbonden aan de toenmalig algemeen directeur van MSDIS, [directeur] (hierna:
[directeur]) en vanaf die datum aan zijn opvolger, [directeur 2] (hierna:
[directeur 2]). [eiseres] is vanaf 31 juli 2000 tot 15 december 2000 met
zwangerschapsverlof geweest, waarna zij tot 1 april 2001 voor volledige
werktijd ouderschapsverlof heeft genoten. In november 2000 en bij brief van 5
december 2000 heeft [eiseres] aan [directeur] verzocht om vanaf 1 april 2001
haar arbeidsduur terug te brengen tot 24 uur per week, verspreid over drie
werkdagen. Bij brief van 21 december 2000 heeft [directeur] dit verzoek
afgewezen, daarbij als belangrijkste reden aanvoerende dat: “It would be
inappropriate for me to make a commitment on your working hours since my
successor will be in place when you return to work following Parental leave.”

Op 9 januari 2001 heeft tussen [eiseres] en [directeur] een gesprek
plaatsgevonden, waarbij [eiseres] heeft aangegeven ook bereid te zijn een
andere passende functie bij MSDIS te aanvaarden voor 24 uur per week. De door
[eiseres] tijdens dat gesprek geopperde mogelijkheid van “job sharing” is
door (directeur] afgewezen. Bij brief van 22 februari 2001 heeft [directeur]
[eiseres] voorgesteld om vanaf 1 april 2001 gedurende drie maanden vier dagen
per week te werken, waarna zou worden beslist “what to do (p.a. continuing 4
days or job-sharing)”. [eiseres] heeft hierop bij brief van 26 februari 2001
gereageerd met een tegenvoorstel, inhoudende om tot 1 augustus 2001 vier
dagen per week te werken en daarna drie dagen.

[directeur] heeft dit voorstel bij brief van 7 maart 2001 van de hand
gewezen, stellende dat:
“… we prefer the position of office coördinator to be a full time
position….
To end all discussions and not to create any expectations, we want explicitly
to state again that working in this position for 3 days is not feasable.
If you would prefer to work 3 days it should be in another position and it is
up to you to decide if you want to acquire such a position elsewhere in the
company.”

Tijdens een op 4 april 2001 tussen partijen gehouden gesprek heeft de
opvolger van [directeur], [directeur 2], het standpunt van [directeur]
herhaald en daaraan toegevoegd, dat de functie van [eiseres] van ouds in vijf
dagen per week wordt vervuld en bovendien niet in parttime dienstverband kan
worden verricht, aangezien het een vertrouwelijke functie betreft.
DE VORDERING

[eiseres] vordert bij wijze van voorlopige voorziening (samengevat)
veroordeling van MSDIS om
primair [eiseres] toe te staan haar arbeid met ingang van 1 augustus 2001
althans met ingang van een in goede justitie te bepalen datum, voor 24 uur
per week, op drie werkdagen per week, te verrichten en
subsidiair [eiseres] met ingang van 1 augustus 2001 een passende functie
binnen MSDIS aan te bieden voor 24 uur per week, op drie werkdagen per week,
met veroordeling van MSDIS in de kosten van de procedure.
[eiseres] baseert de vordering op de vaststaande feiten en op het navolgende.
Op grond van artikel 2 lid 1 van de Wet Aanpassing Arbeidsduur (WAA) kan een
werknemer zijn werkgever verzoeken om vermindering van de tussen hen geldende
arbeidsduur. Artikel 2 lid 5 van die wet bepaalt dat de werkgever een
dergelijk verzoek dient in te willigen tenzij zwaarwegende bedrijfsbelangen
zich daartegen verzetten. Van zwaarwegende bedrijfsbelangen, zoals genoemd in
lid 8 van artikel 2 WAA is in het onderhavige geval geen sprake, noch heeft
MSDIS enig ander zwaarwegend bedrijfsbelang gesteld dat aan inwilliging van
het verzoek van [eiseres] in de weg zou kunnen staan. De door MSDIS
aangevoerde argumenten kunnen niet als zodanig worden aangemerkt.
Naast de verplichtingen uit de WAA dient MSDIS zich op grond van artikel
7:611 BW als goed werkgeefster jegens [eiseres] te gedragen. Zij dient zich
derhalve in te spannen om [eiseres] een andere, passende functie binnen haar
bedrijf aan te bieden, die conform de wensen van [eiseres] in parttime kan
worden verricht.

HET VERWEER

MSDIS heeft ter gelegenheid van de mondelinge behandeling het standpunt
ingenomen, dat voor de goede uitvoering van de taken, horende bij de functie
van Office coördinator eigenlijk een full time functie is vereist, en dat,
indien dit niet mogelijk is, dan toch op zijn minst vier dagen moet worden
gewerkt. Zij heeft ter onderbouwing van dit standpunt onder meer het volgende
aangevoerd. De functie van [eiseres] bij MSDIS is niet zomaar een
secretaresse-functie. [eiseres] vervult een sleutelrol in de onderneming als
assistent van de algemeen directeur, via wie alle planningen lopen. Zij zit
als een spin in het web rond de algemeen directeur. Zij dient de zaken op te
pikken als deze niet aanwezig is. De functie van Office coördinator is
bovendien een tandemfunctie. Dat wil zeggen dat de algemeen directeur (in dit
geval [directeur 21) en de Office coördinator ([eiseres]) een vast team
vormen, dat geheel op elkaar is ingespeeld. Door het dagelijkse contact met
de algemeen directeur ontwikkelt de Office coördinator als het ware een
sociale antenne, een gevoel voor wat er speelt. Zo’n functie kan niet in
minder dan vier dagen van acht uur worden vervuld, aangezien dan de voortgang
van de werkzaamheden en daarmee het voortbestaan van de onderneming in gevaar
komt. Zij kan evenmin gesplitst worden, aangezien dit ongetwijfeld
overdrachtsproblemen met zich mee brengt en de “sociale antenne” dan twee
gescheiden ontvangers kent, dat tot schade van de organisatie. Job-sharing is
daarom ook niet mogelijk. Kortgezegd verzetten volgens MSDIS zwaarwegende
bedrijfsbelangen zich tegen toewijzing van de primaire vordering. Naar een
alternatieve (deeltijd)functie voor [eiseres] heeft MSDIS wel degelijk
gezocht, echter een andere functie van hetzelfde niveau als waarop [eiseres]
thans werkt, is niet voorhanden. Ook bij de zustervennootschap van MSDIS, MSD
Haarlem, zijn geen alternatieve passende functies voor [eiseres] beschikbaar.

DE BEOORDELING VAN HET GESCHIL

Uit hetgeen MSDIS ter gelegenheid van de mondelinge behandeling bij monde van
haar directeur [directeur 3] (hierna: [directeur 3]) heeft doen zeggen,
spreekt een grote mate van betrokkenheid. De kantonrechter kan, gelet hierop,
begrip opbrengen voor het door MSDIS verwoorde en verdedigde standpunt, dat
zij het onverantwoord acht en daarom niet bereid is het verzoek van [eiseres]
om haar functie gedurende 24 uur, verdeeld over drie werkdagen, te mogen
uitvoeren, in te willigen. Hij is nochtans van oordeel, dat MSDIS er niet in
is geslaagd haar verweer zodanig te onderbouwen dat dit, omdat zwaarwegende
bedrijfsbelangen zich daartegen verzetten, tot afwijzing van het verzoek van
[eiseres] dient te leiden. Het laten vervullen van de functie van [eiseres]
in 24 uur of het creëren van een duobaan zal ongetwijfeld de nodige
omschakeling, ongemakken en mogelijk zelfs financiële offers met zich
meebrengen. Dat neemt niet weg dat het de bedoeling van de wetgever geweest
is dat een verzoek als door [eiseres] gedaan gehonoreerd moet worden. Slechts
in een als uitzonderlijk bedoelde situatie, het zwaarwegende bedrijfsbelang,
kan het verzoek geweigerd worden. Een dergelijke uitzonderlijke situatie doet
zich hier niet voor. Hetgeen MSDIS in dat verband heeft aangevoerd is meer
een uiting van de begrijpelijke aversie dan dat het zwaarwegende
bedrijfsbelangen verwoordt. De kantonrechter heeft naar aanleiding van het
door MSDIS gevoerde verweer nog gevraagd of er aan de kant van MSDIS geen
sprake was van koudwatervrees. De reactie “We weten van tevoren dat het niet
gaat, we hoeven het dus niet eens te proberen. Je gaat toch ook niet met een
fiets op de snelweg rijden, om te ervaren dat dat gevaarlijk is”, zoals ter
zitting door [directeur 3] verwoord, laat ook zien dat de door MSDIS
aangevoerde bezwaren, hoe invoelbaar wellicht ook, niet aangemerkt kunnen
worden als zwaarwegende bedrijfsbelangen in de zin van de wet.

Het bovenstaande leidt ertoe dat de primaire vordering van [eiseres] zal
worden toegewezen met betrekking tot het aantal te werken uren. Nu [eiseres]
ter zitting heeft erkend, dat haar functie inderdaad niet in/op drie dagen
kan worden uitgevoerd, is het aan MSDIS om op grond van artikel 2 lid 6 de
spreiding van de uren vast te stellen. MSDIS dient dit te doen over de
maandag tot en met donderdag, nu dit overeenkomt met de wens van [eiseres] om
niet op vrijdagen te werken, waarmee MSDIS overigens reeds rekening heeft
gehouden door de managementbesprekingen, die gewoonlijk op vrijdag werden
gehouden, te verplaatsen naar de maandag.

Nu de primaire vordering (gedeeltelijk) is toegewezen, behoeft de subsidiaire
vordering geen bespreking meer.

Er is, gelet op de tussen partijen bestaande relatie van werkgever en
werknemer, aanleiding om de kosten van de procedure te compenseren.

BESLISSING

De kantonrechter:

– veroordeelt MSDIS bij wijze van voorlopige voorziening om [eiseres], zonder
enige nadere beperking, toe te staan en in staat te stellen de bedongen
arbeid met ingang van 1 augustus 2001 voor 24 uur per week, te verdelen over
vier dagen, te weten maandag tot en met donderdag, te verrichten;

– bepaalt dat iedere partij de eigen kosten draagt;

– verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;

– wijst af hetgeen meer of anders mocht zijn gevorderd.

Rechters

Mr. Mellema