Instantie: Commissie gelijke behandeling, 16 april 1996

Instantie

Commissie gelijke behandeling

Samenvatting


Verzoekster heeft een personeelsadvertentie van de wederpartij gesignaleerd
in de Intermediair van 3 november 1995. In de linkerhelft van de advertentie
staat in grote letters:
`(…) zoekt mannen met ballen’. In de rechterhelft van de advertentie staat
in kleine letters een toelichting waarin mensen die aan door de wederpartij
gestelde eisen voldoen, worden uitgenodigd te solliciteren naar de functie
van `credit manager’. In de toelichting is in kleine letters de vermelding
m/v opgenomen.
Door het feit dat met grote letters wordt aangegeven dat de wederpartij op
zoek is naar `mannen met ballen’ wordt in eerste instantie de suggestie
gewekt dat vrouwen niet op de functie kunnen solliciteren.
Bovendien wordt in de advertentie slechts een functiebenaming vermeld,
namelijk `credit manager’. In dat geval stelt de Wet de eis dat uitdrukkelijk
wordt aangegeven dat zowel mannen als vrouwen voor de betreffende functie in
aanmerking komen. Een dergelijke vermelding is slechts in een klein
onopvallend lettertype midden in de tekst opgenomen.
Daarmee staat vast dat uit de advertentie niet voldoende duidelijk blijkt dat
zowel mannen als vrouwen voor de functie in aanmerking komen.
De wederpartij heeft daarmee in strijd gehandeld met artikel
3 lid 3 en lid 4 en daarmee tevens in strijd met artikel 3 lid 1 WGB.

Volledige tekst


1. HET VERZOEK

1.1. Op 19 januari 1996 verzocht de vereniging Anti Discriminatie Raad
Dordrecht te Dordrecht (hierna: verzoekster) de Commissie gelijke behandeling
(hierna: de Commissie) haar oordeel uit te spreken over de vraag of door
(…) B.V. te Amsterdam (hierna: wederpartij) onderscheid is gemaakt bij de
aanbieding van een betrekking in strijd met de wetgeving gelijke behandeling.

1.2. Verzoekster heeft een personeelsadvertentie van de wederpartij
gesignaleerd in de Intermediair van 3 november 1995. In de linkerhelft van de
advertentie staat in grote letters:
`(…) zoekt mannen met ballen’. In de rechterhelft van de advertentie staat
in kleine letters een toelichting waarin mensen die aan door de wederpartij
gestelde eisen voldoen, worden uitgenodigd te solliciteren naar de functie
van `credit manager’. In de toelichting is in kleine letters de vermelding
m/v opgenomen.

2. DE ONTVANKELIJKHEID VAN HET VERZOEK

Verzoekster is een vereniging die zich blijkens haar statuten onder meer ten
doel stelt het opsporen, in de openbaarheid brengen en vooral bestrijden van
onder meer discriminatie op grond van geslacht.
Uit de feitelijke werkzaamheden van verzoekster blijkt dat zij in
overeenstemming met haar statuten de belangen behartigt van degenen die de
Algemene wet gelijke behandeling (AWGB), de Wet gelijke behandeling van
mannen en vrouwen (WGB) en artikel 7a:1637ij Burgerlijk Wetboek (BW) beogen
te beschermen. Hiermee voldoet verzoekster aan de ontvankelijkheidsvereisten
zoals gesteld in artikel 12 lid 2 sub e AWGB.

3. DE LOOP VAN HET ONDERZOEK

3.1. De Commissie heeft het verzoek in behandeling genomen en op grond van
artikel 31 van het Besluit werkwijze Commissie gelijke behandeling besloten
om in deze zaak de vereenvoudigde behandeling toe te passen.
De wederpartij is eenmaal in de gelegenheid gesteld om op het standpunt van
verzoekster te reageren.

3.2. Het oordeel is namens de Commissie vastgesteld door de voorzitter.

4. DE RESULTATEN VAN HET ONDERZOEK

4.1. Verzoekster heeft een personeelsadvertentie van de wederpartij
gesignaleerd in de Intermediair van 3 november 1995. In de linkerhelft van de
advertentie staat in grote letters: `(..) zoekt mannen met ballen’. In de
rechterhelft van de advertentie staat in kleine letters een toelichting
waarin mensen die aan door de wederpartij gestelde eisen voldoen, worden
uitgenodigd te solliciteren. In deze tekst staat dat de wederpartij `dit type
m/v’en’ uitnodigt zich te ontwikkelen tot `credit manager’. Deze
functiebenaming is in grote letters afgedrukt.

4.2. Op 30 november 1995 heeft verzoekster een brief naar de wederpartij
gestuurd waarin zij bezwaar maakt tegen de advertentie. Daar de wederpartij
hierop niet reageerde, heeft verzoekster telefonisch contact opgenomen met de
wederpartij. In dit telefoongesprek zei een medewerkster van de wederpartij
dat het niet de bedoeling was te discrimineren maar dat de advertentietekst
de bedoeling had mensen te prikkelen en de indruk te geven dat men mensen met
sterke schouders zocht voor de functie.

5. DE STANDPUNTEN VAN PARTIJEN

5.1. Verzoekster is van mening dat de wederpartij bij het aanbieden van de
betrekking onderscheid heeft gemaakt tussen mannen en vrouwen en daarmee in
strijd heeft gehandeld met de wetgeving gelijke behandeling, daar de
suggestie wordt gewekt dat men alleen mannen wilde werven.

5.2. De wederpartij is van mening dat de advertentie aan duidelijkheid niets
te wensen overlaat. In de advertentie komt volgens de wederpartij duidelijk
naar voren dat de wederpartij op zoek is naar zowel mannen als vrouwen.
De wederpartij wijst er verder op dat het eigen personeelsbestand voor 60 %
uit vrouwen bestaat.
De wederpartij vindt dat de tekst `mannen met ballen’ niet beledigend is. De
tekst `vrouwen met ballen’ zou wel beledigend van aard zijn. De gebruikte
tekst geeft aan dat de wederpartij op zoek is naar medewerkers die van
aanpakken weten en de tekst heeft een prikkelende functie gehad. De inhoud
van de tekst geeft ook aan dat de advertentie niets te maken heeft met de
keuze voor een sekse.

6. DE OVERWEGINGEN VAN DE COMMISSIE

6.1. In geding is de vraag of de wederpartij bij de aanbieding van de
betrekking onderscheid naar geslacht heeft gemaakt door in de onderhavige
advertentie nadrukkelijk te vragen om `mannen met ballen’, terwijl zij op een
onopvallende plaats in de tekst ook de vermelding m/v heeft gebruikt.

6.2. Daar de WGB op grond van artikel 4 sub a van de AWGB onverlet wordt
gelaten, toetst de Commissie de advertentie aan de bepalingen van
eerstgenoemde Wet.

6.3. Artikel 3 lid 1 WGB verbiedt het maken van onderscheid op grond van
geslacht onder meer bij de aanbieding van een betrekking.

6.4. In artikel 3 lid 3 WGB wordt het algemene verbod om onderscheid te maken
naar geslacht bij de aanbieding van een betrekking nader uitgewerkt. Artikel
3 lid 3 schrijft voor dat uit tekst en vormgeving van een advertentie
duidelijk moet blijken dat zowel mannen als vrouwen in aanmerking komen.

6.5. In het vierde lid van artikel 3 wordt deze eis vervolgens verder
toegespitst op het gebruik van functiebenamingen. Hierin is bepaald dat of
zowel de mannelijke als de vrouwelijke functiebenaming gebruikt moet worden,
of uitdrukkelijk vermeld moet worden dat zowel mannen als vrouwen in
aanmerking komen.

6.6. Met betrekking tot de onderhavige advertentie overweegt de Commissie het
volgende.
Door het feit dat met grote letters wordt aangegeven dat de wederpartij op
zoek is naar `mannen met ballen’ wordt in eerste instantie de suggestie
gewekt dat vrouwen niet op de functie kunnen solliciteren.
Bovendien wordt in de advertentie slechts een functiebenaming vermeld,
namelijk `credit manager’. In dat geval stelt de Wet de eis dat uitdrukkelijk
wordt aangegeven dat zowel mannen als vrouwen voor de betreffende functie in
aanmerking komen. Een dergelijke vermelding is slechts in een klein
onopvallend lettertype midden in de tekst opgenomen.
Daarmee staat vast dat uit de advertentie niet voldoende duidelijk blijkt dat
zowel mannen als vrouwen voor de functie in aanmerking komen.
De wederpartij heeft daarmee in strijd gehandeld met artikel 3 lid 3 en lid 4
en daarmee tevens in strijd met artikel 3 lid 1 WGB.

7. HET OORDEEL VAN DE COMMISSIE

De Commissie spreekt als haar oordeel uit dat (…) B.V. te Amsterdam bij de
aanbieding van de betrekking onderscheid naar geslacht heeft gemaakt in
strijd met artikel 3 lid 4 Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen, en
daarmee tevens in strijd met artikel 3 lid 3 en lid 1 van de Wet gelijke
behandeling van mannen en vrouwen heeft gehandeld.

Rechters

Prof. mr. J.E. Goldschmidt, Kamervoorzitter, I.M. Hidding, secretaris Kamer