Kinderrechter past ambtshalve Verdrag van Istanbul toe bij Onder Toezicht stellen kinderen

In december 2024 is een uitspraak van Rechtbank Zeeland-West-Brabant gepubliceerd waarin de kinderrechter ambtshalve verwijst naar de verplichtingen voortvloeiend uit het Verdrag van de Raad van Europa inzake het voorkomen en bestrijden van geweld tegen vrouwen en huiselijk geweld (Verdrag van Istanbul), ECLI:NL:RBZWB:2024:8269. In r.o. 5.6 verwijst de rechter eerst naar artikel 2 lid 2 van de Memorie van Toelichting van de goedkeuringswet, waarin staat dat het Verdrag van Toepassing is op alle slachtoffers van huiselijk geweld, dus ook mannen en kinderen. Vervolgens wijst de rechter op artikel 18 lid 1 van het Verdrag waarin staat dat verdragsluitende staten maatregelen dienen te nemen die nodig zijn ter bescherming van alle slachtoffers tegen verdere daden van geweld.

Met dank aan VVR-lid Ine Avontuur die de uitspraak besprak in een post op LinkedIn (17 december 2024). Volgens Avontuur is het de eerste keer dat een rechter ambtshalve verwijst naar verplichtingen uit het Verdrag van Istanbul.