Studerende moeders en zwangere studenten

Utrecht, 17 november 2016

Opening Joke Swiebel, voorzitter VVR
In haar welkomstwoord vertelt zij dat, hoewel Vereniging voor Vrouw en Recht een kleine vereniging is, zij zich blijft inzetten voor de rechtspositie van vrouwen, aldus ook voor studerende moeders. Onderwijs is belangrijk voor de ontwikkeling van eenieder en opent mogelijkheden voor de toekomst. In de praktijk blijkt het voor studerende moeders moeilijk om hun opleiding af te ronden. De centrale vraag is hoe hierin zodanig verandering kan worden gebracht dat studerende moeders niet worden benadeeld ten opzichte van overige studenten in vergelijkbare studies. Immers naar de huidige situatie beoordeeld is er naar het oordeel van de VVR sprake van ongerechtvaardigd onderscheid naar geslacht.

Inleiding door Lauren Smits, middagvoorzitter
Smits gaat in op de aanleiding van deze conferentie: in 2015 is er een brief uitgegaan van de VVR aan de minister van OCW om de problematiek van studerende moeders onder de aandacht te brengen. Een reactie bleef uit. Het PILP drong hierna bij de Minister nog eens aan om op deze brief te reageren. Het antwoord wat zij uiteindelijk van haar kregen, was teleurstellend: ‘de verantwoordelijkheid ligt niet bij de centrale overheid maar bij de onderwijsinstellingen’.

Presentatie Leo Klijn, arbeidsrechtadvocaat
De problematiek van studerende moeders vertoont overeenkomsten met die van werkende moeders; de arbeidswetgeving kan daarom als een goed voorbeeld worden genomen voor toepassingen in het onderwijs.
Klijn heeft een vergelijking gemaakt met wat hierover te vinden is in de onderwijswetgeving, met name de Onderwijs- en Examenregeling. In de OER heeft hij maar één bepaling kunnen vinden waar het onderwerp ‘zwangerschap’ naar voren komt, namelijk artikel 7.13 lid 2 sub m, WHW.
Een regeling in de OER die een groot knelpunt vormt voor studerende moeders is de aanwezigheidsplicht, artikel 7.13 lid 2 sub t WHW.
Klijn noemt naar analogie met het arbeidsrecht en aantal voorbeelden waar aanpassing van de WHW en de daaraan gekoppelde besluiten een tegemoetkoming kan geven in de problematiek van de zwangere studenten en studerende moeders.

Presentatie Annemieke de Jong, Stichting Steunpunt Studerende Moeders
De grootste knelpunten voor studerende moeders zijn:

  • Studieroosters. De roosters veranderen per kwartaal en ook worden de roosters vaak laat bekend gemaakt. Dat geeft veel problemen voor studerende moeders om opvang te regelen.
  • Kinderopvangkosten. Moeders moeten een eigen bijdrage betalen voor de kinderopvang. Daarbij scheelt het per gemeente of men in aanmerking komt voor tegemoetkoming eigen bijdrage.
  • Afwezigheid als gevolg van zwangerschap of zorg voor het kind. Deze reden van afwezigheid wordt door onderwijsinstellingen gezien als verzuim.
  • De één oudertoeslag. Dit is een onderdeel van de prestatiebeurs. Dit wordt gezien als een lening en zorgt voor een vaak grote studie schuld.

Volgens DUO combineren 13.500 studenten studie en zorg. Daarvan is er een uitvalspercentage van 50% op het MBO en 75% op het HBO. Maar volgens De Jong zijn er ook nog studenten die niet eens bekend zijn met DUO en ook geen toeslag of studiefinanciering ontvangen. Het uitvalspercentage kan daarom nog hoger zijn.‘Luister, je hebt zelf gekozen voor je moederschap’, is één van de voorbeelden hoe onderwijsinstellingen kunnen reageren en tonen daarmee geen begrip voor de situatie van deze studenten.
Topsporters worden door haar genoemd als een groep waarvoor wel van alles is geregeld om sport en studie mogelijk te maken. Zij verbaast zich erover dat er ten aanzien van zwangerschap en moederschap geen algemene regeling mogelijk blijkt, maar er steeds weer maartwerk wordt geleverd. Een student is daarmee afhankelijk van de instelling, opleiding en docent.

Presentatie onderzoek ‘Student, zwanger en gelijke behandeling’
Janine van Veldhuizen, Sietske Delen en Janneke Alles hebben het onderzoek gedaan onder leiding van wetenschappelijk medewerker Anja Eleveld  (Vrije Universiteit Amsterdam).
12 MBO, 5 HBO en 3 WO instellingen zijn onderzocht.
De vraag was: hoe is het bij die onderwijsinstellingen geregeld ten aanzien van zwangere studenten en studerende moeders ? Zijn er regels en zo ja, worden ze ook toegepast?
Het antwoord hierop is kort: helaas is er niet zoveel geregeld.
De regels waardoor studerende moeders in de problemen komen, zijn de volgende:

  • Verval studiepunten hoger onderwijs. (Vanaf september 2017 worden scholen verplicht dat hier wat voor geregeld is).
  • De aanwezigheidsplicht.
  • Geen zwangerschapsverlof. Maar er bestaat wel een profileringsfonds waar studenten een beroep op kunnen doen.

Conclusie uit dit onderzoek : er wordt onvoldoende ondernomen voor de positie van zwangere studenten en studerende moeders.
Aanbeveling uit dit onderzoek: Centrale overheid kan een rol hierin spelen, onderwijsinstellingen hebben een taak. Als voorbeeld wordt de regeling voor topsporters genoemd.

Opinie-panel: Annemieke de Jong, Anja Eleveld, Leo Klijn, Cora Verkleij, Merel Hendrickx.
Tijdens de paneldiscussie wordt duidelijk dat de aanpak van deze kwestie niet alleen te maken heeft met een wetswijziging maar ook met cultuurverandering. En verandering van cultuur vergt veel tijd.
De denkwijze moet anders worden over vrouwen en de ongelijke behandeling van vrouwen – in dit geval zwangere studenten en studerende moeders – in het onderwijs.

 

Verslaglegging: Jacqueline van Vulpen