Bijdrage Pieter Jan Biesheuvel

RWI-adviezen

  • In 2006 heeft de RWI op verzoek van de Tweede Kamer het advies ‘Huis houden op de markt’ uitgebracht, gevolgd door een 2e advies. Deze adviezen zijn gericht op het ontwikkelen van een formele markt voor persoonlijke dienstverlening.
  • De RWI stelt een duaal fiscaal regime voor. Dit regime kent een belastingvrije en een belaste variant.

1) In de belastingvrije variant is het mogelijk om tot een bedrag van 500 euro per maand belasting- en premievrij in en om het huis eenvoudige werkzaamheden te laten verrichten. De opdrachtgever maakt één op één afspraken met de opdrachtnemer over de voorwaarden waaronder het werk wordt gedaan.

2) In de belaste variant kan de opdrachtgever de dienstverlener via een bedrijf inhuren. De dienstverlener is een volwaardige werknemer die gewoon onder een CAO valt, belasting- en premieplichtig is en sociale zekerheidsrechten en eventueel ook pensioen opbouwt. De particuliere opdrachtgever kan de kosten die gepaard gaan met inhuur fiscaal verrekenen. Door de aftrekbaarheid van de kosten wordt de bestaande markt voor persoonlijke diensten bereikbaar voor het bedrijfsleven.

  • Doelstellingen van het advies:

1) Vergroten werkgelegenheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt

2) Tegengaan van zwart werk

3) Ontwikkelen van een nieuwe markt; zodat deze markt ook voor het bedrijfsleven bereikbaar wordt en op de groeiende vraag naar deze diensten een passend aanbod kan worden gedaan.

4) Tot nu toe zijn de RWI-voorstellen door opeenvolgende kabinetten afgewezen vanwege juridische, financiële en uitvoeringstechnische bezwaren. De Tweede Kamer heeft zich niet neergelegd bij deze afwijzende reactie van het kabinet. (evt. verwijzen naar uitkomsten algemeen overleg van 6 oktober….)

Beoordeling boek in relatie tot RWI-adviezen
– Het is goed, maar ook meer dan terecht dat in het boek de vinger wordt gelegd bij de discutabele rechtspositie die huishoudelijke hulpen al jaren kenmerken.
– De RWI-insteek was om de huishoudelijke hulp een reële mogelijkheid te bieden voortaan als gewone werknemers binnen de veilige kaders van de sociale zekerheid te werken. En in ieder geval ook de arbeidsrelatie tussen een particulier en huishoudelijke hulp in de defiscale (onverzekerde) variant transparant en voor de fiscus zichtbaar te maken.
-Tegelijkertijd is er het besef bij de RWI dat informeel (zwart) werk nooit volledig uitgebannen zal kunnen worden.

Ter verduidelijking:

  • Dit voorstel heeft een pragmatisch karakter en is ingegeven door de overtuiging dat het informeel werk binnen de persoonlijke dienstverlening, zoals de schrijvers ook zelf bevestigen, nooit volledig zal verdwijnen. We hebben immers geconstateerd dat vraag en aanbod binnen de persoonlijke dienstverlening zich vooral in het zwarte circuit voordoet. Daarmee zijn huidige huishoudelijke hulpen vrijwel rechteloos. En omdat er op dit moment geen reëel alternatief bestaat is dit bij grote delen van de bevolking ook geaccepteerd. Maar de RWI-voorstellen beogen, rekening houdend met de bestaande praktijk, hierin juist verandering te brengen.

  • Het ontwikkelen van een legale en sociaal verzekerde markt gaat echter niet van de één op de andere dag. Dat kost gewoon tijd en zal een groeimodel zijn. Daarom heeft de RWI gekozen voor een model waarlangs een ‘sociaal verzekerde witte markt’ in een concurrentiepositie wordt gebracht ten opzichte van de bestaande zwarte markt. Voor particulieren die een (andere) hulp zoeken is het afwegingskader veranderd en voor hen zal een keuze voor een huishoudelijke hulp die binnen de sociale zekerheidsregelingen valt aantrekkelijker worden. Door dit andere afwegingskader bij particulieren ontstaat er naar verwachting ook ruimte bij bedrijven om huishoudelijke hulpen aan te nemen die nu in het informele circuit werkzaam zijn. Daarmee ontstaat er ook een keuzemogelijkheid voor de huishoudelijke hulpen om voortaan niet langer onverzekerd, maar verzekerd aan het werk te gaan.

  • Opdrachtgevers die in eerste instantie kiezen of vooralsnog gedwongen zijn om te kiezen voor de informele setting hebben we een handreiking willen doen, door hen de mogelijkheid te bieden legaal te handelen op voorwaarde dat ze hun overeenkomst met de huishoudelijke hulp melden bij de fiscus. Daarmee wordt de verantwoordelijkheid om legaal te handelen verschoven van de huishoudelijke hulp naar de opdrachtgever.

Verbeteren van de rechtspositie door een andere vraagrichting

  • In het boek wordt vooral ingezoomed op de aanbodkant van de persoonlijke dienstverlening. En dat is ook prima. Maar wil je de situatie voor huishoudelijke hulpen daadwerkelijk verbeteren, dan zul je toch ook nadrukkelijk aandacht moeten schenken aan de beïnvloeding van de huidige vraagrichting.

  • Met onze voorstellen willen we de vraag beïnvloeden. Het moet voor particulieren voortaan mogelijk zijn om een hulp in te schakelen die als gewone werknemer in dienst is van een bedrijf. Daarmee willen we de witte (bedrijven)markt in concurrentie brengen met de zwarte markt. Dat betekent niet dat van de een op de andere dag er een volledige omslag zal plaatsvinden. Dit kost In de huidige situatie is er feitelijk geen enkele keus voor iemand die binnen de persoonlijke dienstverlening actief wil zijn. Werken binnen de persoonlijke dienstverlening betekent vrijwel altijd onverzekerde arbeid. De RWI heeft in zijn voorstellen ervoor gekozen hiervoor een alternatief te bieden dat voor zowel de particulier als de huishoudelijke hulp aantrekkelijker is.

  • In reactie op het RWI-advies heeft het kabinet in 2008 de ´Regeling dienstverlening aan huis´ ingevoerd, waardoor een particulier niet langer 2, maar zelfs 3 dagen een huishoudelijk hulp vrijwel onverzekerd kon laten werken. Een volstrekt oncontroleerbare regeling, waardoor een huishoudelijke hulp feitelijk een pariastatus heeft binnen het arbeidsrecht en feitelijk ook geen mogelijkheid krijgt geboden de eigen positie te verbeteren. Ik vind dit heel hypocriet van de opeenvolgende kabinet: Het kabinet kiest ervoor om een markt te stimuleren door een verdere verslechtering van de rechtspositie van huishoudelijke hulpen. Vrijwel alle risico´s blijven eenzijdig bij de huishoudelijke hulp liggen. En een keuzemogelijkheid om te kiezen voor sociaal verzekerde arbeid wordt niet geboden.

Bedrijvenmarkt is nodig voor perspectief huishoudelijke hulp

  • Het ontbreken van een ‘bedrijvenmarkt’ voor persoonlijke dienstverlening houdt niet alleen de zwarte markt in stand, het belemmert ook huishoudelijke hulpen om door te stromen naar de reguliere arbeidsmarkt. Ook vanuit dat gezichtspunt is het van belang dat het voor commerciële bedrijven aantrekkelijk wordt gevonden zich op de particuliere markt te begeven.

WMO-ontwikkelingen maakt de marktprijs zichtbaar
Door de invoering van de WMO is er ook voor gemeenten een markt ontstaan voor de huishoudelijke verzorging. Uit de aanbestedingen die gemeente doen blijkt dat een reële prijs voor een huishoudelijke hulp circa €24,- bedraagt. Voor particulieren die geen beroep kunnen doen op de WMO betekent dit dat ze met hun nettoloon deze brutoprijs moeten neerleggen. Dit is niet reëel en zou betekenen dat veel mensen er voor zullen kiezen om de arbeidsmarkt te verlaten en de huishoudelijke werkzaamheden weer volledig zelf zullen doen.

De RWI vindt het daarom noodzakelijk dat de kostprijs voor de particulier fors lager komt te liggen. Zonder maatregelen op dat gebied blijft een MPD met goede arbeidsvoorwaarden voor de huishoudelijke hulpen een utopie.