Instantie: Rechtbank Zwolle, sector kanton, 1 maart 2006

Instantie

Rechtbank Zwolle, sector kanton

Samenvatting

Werknemer heeft een door werkgever ingehuurde schoonmaakster een seksueel gericht voorstel gedaan. De schoonmaakster heeft aangegeven hierop niet in te willen en gaan en heeft hierover een klacht bij werkgever ingediend.  Binnen de onderneming van werkgeefster vigeren de “Beleidsverklaring inzake sexuele intimidatie” en de “Norms of Conduct”. Deze bevatten, kort gezegd, voorschriften ter voorkoming van sexueel ongewenste omgangsvormen.

Partijen hebben met elkaar over het voorval gesproken. Aan het begin van het gesprek is werknemer een op schrift gestelde waarschuwing overhandigd (tevens houdende een aantal financiële sancties). Aan het einde van het gesprek is werknemer meegedeeld dat voortzetting van de arbeidsovereenkomst niet meer tot de mogelijkheden behoorde. Werkgeefster is in het licht van de vigerende beleidsverklaring van mening dat zij dit gedrag van werknemers niet hoeft te accepteren. Het verzoek om ontbinding arbeidsovereenkomst wegens vertrouwensbreuk na seksuele intimidatie is door de kantonrechter afgewezen, omdat vertrouwensbreuk in de gegeven omstandigheden niet onherstelbaar hoeft te zijn.

Volledige tekst

Rechters