Instantie: Rechtbank Groningen, 12 december 2002

Instantie

Rechtbank Groningen

Samenvatting


De rechtbank acht bewezen verklaard dat verdachte vrouwen onder invloed van voodoo heeft gebracht en de vrouwen vervolgens onder valse voorwendselen vanuit Nigeria naar Nederland heeft gebracht, waar zij gedwongen werden als prostituee te werken.

Volledige tekst

TENLASTELEGGING

Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat
1. zij in of omstreeks de periode van 1 juli 1999 tot en met 2 december 1999, te Leek en/of Den Haag, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een Nigeriaanse vrouw, genaamd [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]), door geweld of een of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met een of meer andere feitelijkheden, althans door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding tot prostitutie heeft gebracht, in elk geval onder voornoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) daardoor in de prostitutie belandde, hierin bestaande dat verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks bovengenoemde periode, te Leek en/of Den Haag, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk die [slachtoffer 1]roepnaam [roepnaam])

– onder de invloed van voodoo heeft gebracht, althans onder de invloed van voodoo heeft doen of laten brengen en/of vanuit Nigeria naar Nederland heeft gebracht of doen of laten brengen onder het/de valse voorwendsel(en), althans een valse voorstelling van zaken, namelijk dat zij in Nederland in een kapsalon, althans als kapster (in ieder geval niet als prostituee) zou kunnen gaan werken en dat zij als kapster veel geld zou kunnen verdienen en/of

– in woonruimte van verdachte en/of haar mededader(s) heeft ondergebracht, wetende dat die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was en/of geen, althans (zeer) weinig geld bezat en/of illegaal in Nederland verbleef en/of

– heeft gezegd dat zij (bij haar “Lady Boss”) een schuld had van $ 35.000 (vijfendertigduizend dollar) die terugbetaald moest worden en wanneer zij die schuld niet zou voldoen er ernstige dingen met haar en/of haar familie (in Nigeria) zouden gebeuren en/of naar een door verdachte en/of haar mededader(s) uitgezochte (sex)club heeft gebracht en/of heeft gezegd/opgelegd dat ze een (groot) deel van haar verdiensten uit prostitutie aan verdachte en/of haar mededader(s) moest afdragen (teneinde de schuld van $ 35.000 (vijfendertigduizend dollar) af te lossen) en/of

– die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) (aldus) onder een zodanige psychische druk en/of in een zodanige bedreigende en/of afhankelijke situatie heeft gebracht dat die [slachtoffer 1](roepnaam [roepnaam]~ haar verzet (om in de prostitutie te gaan werken) opgaf en/of toegaf aan de wens(en)/eis(en) van verdachte en/of haar mededader(s); althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat dat zij in of omstreeks de periode van I juli 1999 tot en met 2 december 1999, te Leek en/of Den Haag, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit winstbejag behulpzaam geweest is bij het zich verschaffen van toegang tot en/of het verblijf in Nederland van een (Nigeriaanse) vrouw genaamd [slachtoffer 1] rpnaam [roepnaam]) en/of een (Nigeriaanse) vrouw genaamd [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) uit winstbejag gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft bij het zich verschaffen van toegang tot en/of het verblijf in Nederland, terwijl zij wist of ernstige reden had te vermoeden dat de toegang of dat verblijf van die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) wederrechtelijk was, hierin bestaande dat verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks bovengenoemde periode te Leek en/of Den Haag, in ieder geval in Nederland, (telkens) tezamen en in v vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) uit winstbejag die [slachtoffer 1]
– een vals en/of vervalst paspoort (op naam gesteld van ene [betrokkene]) heeft verschaft of heeft doen of laten verschaffen en/of
– heeft opgehaald/afgehaald of heeft doen of laten ophalen/afhalen uit een opvangcentrum alwaar zij als asielzoekster/vluchtelinge was ondergebracht en/of

– in woonruimte van verdachte en/of van (een van) haar mededader(s) heeft ondergebracht;

2. zij in of omstreeks de periode van 1 december 1999 tot 31 december 1999, te Den Haag, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, ‘een vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]), door geweld of een of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met een of meer andere feitelijkheden, althans door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding tot prostitutie heeft gebracht, in elk geval onder voornoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]), daardoor in de prostitutie belandde, hierin bestaande dat verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks bovengenoemde periode, te Den Haag, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2])

– vanuit Abuja (Nigeria) naar Nederland heeft gebracht of doen of laten brengen en/of

– in woonruimte van verdachte en/of haar mededader(s) heeft ondergebracht, wetende dat die die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]) de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was en/of geen, althans (zeer) weinig geld bezat en/of illegaal in Nederland verbleef en/of

– heeft tewerkgesteld in en/of gebracht naar en/of opgehaald van een of meer door verdachte en/of haar mededader(s) bepaalde vitrine(s)/peeskamer(s) en/of (andere) werkkamers/locaties en/of (aldus) onder een zodanige psychische druk en/of in een zodanige bedreigende en/of afhankelijke situatie heeft gebracht dat die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]) toegaf aan de wens(en)/eis(en) van verdachte en/of haar mededader(s); althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat dat zij in of omstreeks de periode van 1 december 1999 tot en met 31 december 1999 te Den Haag, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit winstbejag behulpzaam geweest is bij het zich verschaffen van toegang tot en/of het verblijf in Nederland van een vrouw genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]) en/of een vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] uit winstbejag gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft bij het zich verschaffen van toegang tot en/of het verblijf in Nederland, terwijl zij wist of ernstige reden had te vermoeden dat de toegang of dat verblijf van die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] wederrechtelijk was, hierin bestaande dat verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks bovengenoemde periode te Den Haag, in ieder geval in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) uit winstbejag die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2]

– een vals en/of vervalst paspoort (op naam gesteld van ene [betrokkene]) heeft verschaft of heeft doen of laten verschaffen en/of
– heeft opgehaald/afgehaald of heeft doen of laten ophalen/afhalen uit een opvangcentrum alwaar zij als asielzoekster/vluchtelinge was ondergebracht en/of

– in woonruimte van verdachte en/of van (een van) haar mededader(s) heeft ondergebracht;

3. dat zij in of omstreeks de periode van 19 april 2000 tot en met 14 juni 2000 te Den Haag, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit winstbejag behulpzaam geweest is bij het zich verschaffen van toegang tot en/of het verblijf in Nederland van een vrouw genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 3] en/of een vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 3] uit winstbejag gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft bij het zich verschaffen van toegang tot en/of het verblijf in Nederland, terwijl zij wist of ernstige reden had te vermoeden dat de toegang of dat verblijf van die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 3] wederrechtelijk was, hierin bestaande dat verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks bovengenoemde periode (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) uit winstbejag die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 3]

– in woonruimte van verdachte en/of van (een van) haar mededader(s) heeft ondergebracht en/of

– een vals en/of vervalst paspoort heeft verschaft of heeft doen of laten verschaffen;

4. zij op of omstreeks 14 juni 2000 te ‘s- Gravenhage opzettelijk voorhanden heeft gehad een vals of vervalst paspoort – zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen – , terwijl zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers was op de personaliapagina van dit paspoort een handtekening geplaatst welke niet met behulp van een pen (rechtstreeks) op deze pagina was geplaatst; althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat zij op of omstreeks 14 juni 2000 te ‘s-Gravenhage in het bezit was van een reisdocument, te weten een (Nigeriaans) paspoort, waarvan zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het reisdocument vals of vervalst was, bestaande de valsheid of vervalsing hieruit dat op de personaliapagina van dit ~Nigeriaanse) paspoort een handtekening geplaatst welke niet met behulp van een pen (rechtstreeks) op deze pagina was geplaatst;

5. zij in of omstreeks de periode van 1 juli 1999 tot en met 13 juni 2000, te ‘s-Gravenhage en/of te Leek, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie naast verdachte bestond uit (onder meer) [mededader 1] en/of [mededader 2] en/of [mededader 3] en/of [mededader 4] en/of [mededader 5] en/of ene “[mededader 6]” en/of ene “[mededader 7]” en welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk – het tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding (een) ander(en) tot prostitutie brengen (mensenhandel) en/of

– het tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot of verblijven in Nederland, dan wel het tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, uit winstbejag gelegenheid middelen of inlichtingen verschaffen bij het verschaffen van toegang tot of verblijven in Nederland terwijl zij en/of die mededader(s) en/of die (andere) deelnemer(s) van bovenbedoelde organisatie wist(en) dat die toegang of dat verblijf wederrechtelijk was (mensensmokkel) en/of

– het plegen van valsheid in geschrifte, althans het voorhanden hebben van valse of vervalste geschriften (reisdocumenten); De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

BEWEZENVERKLARING

De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 primair en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. zij in of omstreeks de periode van 1 juli 1999 tot en met 2 december 1999, te Leek en/of Den Haag, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een Nigeriaanse vrouw, genaamd [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]), door geweld of een of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met een of meer andere feitelijkheden, althans door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding tot prostitutie heeft gebracht, in elk geval onder voornoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en/of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) daardoor in de prostitutie belandde, hierin bestaande dat verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks bovengenoemde periode, te Leek en/of Den Haag, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam])

– onder de invloed van voodoo heeft gebracht, althans onder de invloed van voodoo heeft doen of laten brengen en/of

– vanuit Nigeria naar Nederland heeft gebracht of doen of laten brengen onder het/de valse voorwendsel(en), althans een valse voorstelling van zaken, namelijk dat zij in Nederland in een kapsalon, althans als kapster (in ieder geval niet als prostituee) zou kunnen gaan werken en dat zij als kapster veel geld zou kunnen verdienen en/of

– in woonruimte van verdachte en/of haar mededader(s) heeft ondergebracht, wetende dat die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was en/of geen, althans (zeer) weinig geld bezat en/of illegaal in Nederland verbleef en/of

– heeft gezegd dat zij (bij haar “Lady Boss”) een schuld had van $ 35.000 (zegge: vijfendertigduizend dollar) die terugbetaald moest worden en wanneer zij die schuld niet zou voldoen er ernstige dingen met haar en/of haar familie (in Nigeria) zouden gebeuren en/of

– naar een door verdachte en/of haar mededader(s) uitgezochte (seks)club heeft gebracht en/of heeft gezegd/opgelegd dat ze een (groot) deel van haar verdiensten uit prostitutie aan verdachte en/of haar mededader(s) moest afdragen (teneinde de schuld van $ 35.000 (zegge: vijfendertigduizend dollar) af te lossen) en/of

– die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) (aldus) onder een zodanige psychische druk en/of in een zodanige bedreigende en/of afhankelijke situatie heeft gebracht dat die [slachtoffer 1] (roepnaam [roepnaam]) haar verzet (om in de prostitutie te gaan werken) opgaf en/of toegaf aan de wens(en)/eis(en) van verdachte en/of haar mededader(s); 2. zij in of omstreeks de periode van 1 december 1999 tot 31 december 1999, te Den Haag, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, een vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]), door geweld of een of meer andere feitelijkheden of door bedreiging met geweld of bedreiging met een of meer andere feitelijkheden, althans door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of door misleiding tot prostitutie heeft gebracht, in elk geval onder voornoemde omstandigheden enige handeling(en) heeft ondernomen waarvan verdachte en of haar mededader(s) wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden dat die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]), daardoor in de prostitutie belandde, hierin bestaande dat verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks bovengenoemde periode, te Den Haag, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) opzettelijk die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2])

– vanuit Abuja (Nigeria) naar Nederland heeft gebracht of doen of laten brengen en/of

– in woonruimte van verdachte en/of haar mededader(s) heeft ondergebracht, wetende dat die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]) de Nederlandse taal niet of nauwelijks machtig was en/of geen, althans (zeer) weinig geld bezat en/of illegaal in Nederland verbleef en/of

– heeft tewerkgesteld in en/of gebracht naar en/of opgehaald van een of meer door verdachte en/of haar mededader(s) bepaalde vitrine(s)/peeskamer(s) en/of (andere) werkkamers/locaties en/of (aldus) onder een zodanige psychische druk en/of in een zodanige bedreigende en/of afhankelijke situatie heeft gebracht dat die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 2] ([roepnaam 2]) toegaf aan de wens(en)/eis(en) van verdachte en/of haar mededader(s);

3. dat zij in of omstreeks de periode van 19 april 2000 tot en met 14 juni 2000 te Den Haag, in ieder geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, uit winstbejag behulpzaam geweest is bij het zich verschaffen van toegang tot en/of het verblijf in Nederland van een vrouw genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 3] en/of een vrouw, genaamd, althans zich noemende, die [slachtoffer 3] uit winstbejag gelegenheid, middelen en/of inlichtingen heeft verschaft bij het zich verschaffen van toegang tot en/of het verblijf in Nederland, terwijl zij wist of ernstige reden had te vermoeden dat de toegang of dat verblijf van die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 3] wederrechtelijk was, hierin bestaande dat verdachte op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip in of omstreeks bovengenoemde periode (telkens) tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, (telkens) uit winstbejag die vrouw, genaamd, althans zich noemende, [slachtoffer 3]

– in woonruimte van verdachte en/of van (een van) haar mededader(s) heeft ondergebracht en/of

– een vals en/of vervalst paspoort heeft verschaft of heeft doen of laten verschaffen; 4. zij op of omstreeks 14 juni 2000 te ‘s-Gravenhage opzettelijk voorhanden heeft gehad een vals of vervalst paspoort – zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen -, terwijl zij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat dit geschrift bestemd was voor gebruik als ware het echt en onvervalst, immers was op de personaliapagina van dit paspoort een handtekening geplaatst welke niet met behulp van een pen (rechtstreeks) op deze pagina was geplaatst;

5. zij in of omstreeks de periode van 1 juli 1999 tot en met 13 juni 2000, te ‘s-Gravenhage en/of te Leek, in ieder geval in Nederland en/of in Nigeria, heeft deelgenomen aan een organisatie, welke organisatie naast verdachte bestond uit (onder meer) [mededader 1] en/of [mededader 2] en/of [mededader 3] en/of [mededader 4] en/of [mededader 5] en/of ene “[mededader 6]” en/of ene “[mededader 7]” en welke organisatie tot oogmerk had het plegen van misdrijven, namelijk

– het tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, door geweld of een andere feitelijkheid of door bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid, dan wel door misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door misleiding (een) ander(en) tot prostitutie brengen (mensenhandel) en/of

– het tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, uit winstbejag behulpzaam zijn bij het verschaffen van toegang tot of verblijven in Nederland, en/of het tezamen en in vereniging met anderen of een ander, althans alleen, uit winstbejag gelegenheid middelen of inlichtingen verschaffen bij het verschaffen van toegang tot of verblijven in Nederland terwijl zij en/of die mededader(s) en/of die (andere) deelnemer(s) van bovenbedoelde organisatie wist(en) dat die toegang of dat verblijf wederrechtelijk was (mensensmokkel) en/of

– het plegen van valsheid in geschrifte, althans het voorhanden hebben van valse of vervalste geschriften (reisdocumenten); De rechtbank acht niet bewezen hetgeen onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 primair en 5 meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.

KWALIFICATIE
Hetgeen de rechtbank als bewezen heeft aangenomen levert de volgende strafbare feiten op:
1. Mensenhandel, door twee of meer verenigde personen.
2. Mensenhandel, door twee of meer verenigde personen.
3. Medeplegen van:
– aan een ander uit winstbejag behulpzaam zijn bij het zich verschaffen van toegang tot en verblijf in Nederland terwijl zij weet dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is en
– een ander tot het verschaffen van toegang tot of verblijven in Nederland uit winstbejag gelegenheid, middelen of inlichtingen verschaffen terwijl hij weet of ernstige redenen heeft om te vermoeden dat de toegang of dat verblijf wederrechtelijk is.

4. Opzettelijk gebruik maken van het valse of vervalste geschrift, als bedoeld in artikel 225 lid 1 van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst.

5. Deelneming aan een organisatie die tot oogmerk heeft het plegen van misdrijven.

STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Namens de verdachte is door de raadsman met betrekking tot het onder 4 ten laste gelegde aangevoerd dat zijn cliënt strafrechtelijk niet kan worden verweten dat zij het valse of vervalste paspoort in haar bezit had, gelet op de benarde omstandigheden waarin zijn cliënt verkeerde, zodat in redelijkheid van haar niet verwacht kon worden dat zij het feit naliet. De raadsman is daarom van mening dat zijn cliënt ten aanzien van dit feit dient te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.

De rechtbank verwerpt dit verweer aangezien de aangevoerde feiten en omstandigheden, waaruit volgens de stelling van de raadsman verdachtes psychische overmacht danwel noodtoestand zou volgen, niet aannemelijk zijn geworden.

Ten overvloede overweegt de rechtbank, dat al zouden de namens de verdachte gestelde feiten en omstandigheden wel aannemelijk zijn geworden, dit beroep toch zou moeten worden verworpen, omdat niet aannemelijk is geworden dat voor verdachte geen andere, minder ingrijpende, uitweg
– zoals contact opnemen met de Ambassade of het Consulaat
– heeft bestaan dan de door haar gekozene.
De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu ten aanzien van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.

MOTIVERING STRAF

Bij de bepaling van de straf, die aan de verdachte zal worden opgelegd, heeft de rechtbank rekening gehouden met:
a) – de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
– de vordering van de officier van justitie; b) de persoon van de verdachte, zoals naar voren gekomen uit:
– het onderzoek op de terechtzitting d.d. 28 november 2000;
– de inhoud van een uittreksel uit het algemeen documentatieregister omtrent verdachte;
– het over de verdachte door de Stichting Reclassering Nederland te Groningen uitgebrachte voorlichtingsrapport d.d. 21 juli 2000.

VRIJHEIDSSTRAF
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur moet worden opgelegd. De rechtbank neemt hierbij het volgende in het bijzonder in aanmerking. Omdat er in hun eigen land nauwelijks werk is, gaan veel vrouwen naar West-Europa om daar geld te verdienen. Zij sluiten contracten af met mensenhandelaren, die hen onder valse voorwendsels en tegen betaling van vaak tienduizenden dollars, aan werk -veelal in de prostitutie- zullen helpen. Gebruikelijk is dat de nakoming van deze contracten zowel wordt bevestigd door zogenoemde Voodoo rituelen -waarbij haar, huid en nagels van de schuldenaar aan de schuldeiser wordt afgestaan- als door bedreiging in de richting van familieleden.
Verdachte en haar mededaders hebben zich binnen georganiseerd verband -puur uit winstbejag en zonder rekening te houden met de belangen van de door hen geronselde vrouwen- schuldig gemaakt aan dit soort mensenhandel. In het land van herkomst, in dit geval Nigeria, werd deze vrouwen de situatie in Nederland anders voorgespiegeld dan deze in werkelijkheid is, waardoor de vrouwen ertoe werden bewogen naar Nederland af te reizen en zich in Nederland uiteindelijk te prostitueren. Eenmaal aldus werkzaam in Nederland, werden de vrouwen voortdurend in de gaten gehouden en werden zij gedwongen het grootste deel van hun verdiensten af te staan aan verdachte en/of haar mededaders.
Verdachte en haar mededaders hebben door zo te handelen uit louter financieel eigen gewin de lichamelijke en geestelijke integriteit en de persoonlijke vrijheid van deze vrouwen ernstig aangetast. Op deze feiten kan dan ook niet anders worden gereageerd dan met het opleggen van een gevangenisstraf van aanzienlijke duur. Bij het bepalen van de strafmaat neemt de rechtbank met name ook in aanmerking dat verdachte- zelf slachtoffer van mensenhandel- zich snel heeft aangepast aan de nieuwe situatie in Nederland en zich binnen de vrouwenhandel een prominente rol wist te verwerven.

ONTTREKKING AAN HET VERKEER
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomene, te weten
– 1 Nigeriaans paspoort, nr. A0445191, tnv [verdachte], geb. [geboortedatum] te [geboorteplaats];
– 1 Vreemdelingenidentiteitsbewijs, nr. E19506516 tnv [betrokkene], geb. [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Ghana);
– 1 DHL tas, met opschrift DHL: shipment Airway, inhoudende:
– een stukje doorzichtig plastic met bruine vast instantie
– een geel stukje papier van Kingston Internation;
– plastic zakje met onbekende vreemde inhoud met meerdere plastic zakjes voorzien van een papier met opschrift: First Stepp from Esan;
– een papiertje met scheermes als inhoud;
– een stukje papier met onbekende substantie;
– een leeg plastic zakje met een papier met opschrift: second stepp Yuroba man;
– 1 enveloppe met opschrift;
– 1 Plastic zak met opschrift inhoudende:
– een blauw plastic doosjes met vermoedelijk Voodoo artikel;
– een wit plastic doosje met vermoedelijk Voodoo artikel;
– een wit blauw/plastic doosje met vermoedelijk Voodoo artikel;
– een zwart plastic doosje met vermoedelijk Voodoo artikel;
– een doosje met opschrift: Suskia Bango vermoedelijk Voodoo artikel;
– 1 Plastic tasje met Arabische tekst inhoudende:
– een zwart plastic doosjes met vermoedelijk Voodoo artikel;
– 1 Wit plastic tasje van Mansfield met inhoud:
– vermoedelijk Voodoo artikelen;
– vier losse, vermoedelijk Voodoo artikelen, moet worden onttrokken aan het verkeer.
Voor wat betreft het Nigeriaanse paspoort is het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet. Voor wat betreft de overige goederen is het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd met het algemeen belang. Verder is uit het onderzoek op de terechtzitting gebleken dat het voorwerpen betreft met behulp waarvan de feiten zijn begaan of voorbereid.

TERUGGAVE
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomene, te weten
– 24 bankbiljetten van fl 100;
– 23 bankbiljetten van fl 50;
– 22 bankbiljetten van fl 25;
– 2 bankbiljetten van fl 10 (in totaal een bedrag van fl 4120) moet worden teruggegeven aan
verdachte.

TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 47, 57, 140, 197a, 250ter en 225 van het Wetboek van Strafrecht.

BESLISSING
De rechtbank: Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 primair en 5 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart het onder 1 primair, 2 primair, 3, 4 primair en 5 meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen en strafbaar verklaarde tot: een gevangenisstraf voor de duur van TWEE EN HALF JAAR.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd, die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
– 1 Nigeriaans paspoort, nr. A0445191, tnv [verdachte], geb. [geboortedatum] te [geboorteplaats];
– 1 Vreemdelingenidentiteitsbewijs, nr. E19506516 tnv [betrokkene], geb. [geboortedatum] te [geboorteplaats] (Ghana);
– 1 DHL tas, met opschrift DHL: shipment Airway, inhoudende:
– een stukje doorzichtig plastic met bruine vast instantie
– een geel stukje papier van Kingston Internation;
– plastic zakje met onbekende vreemde inhoud met meerdere plastic zakjes voorzien van een papier met opschrift: First Stepp from Esan;
– een papiertje met scheermes als inhoud;
– een stukje papier met onbekende substantie;
– een leeg plastic zakje met een papier met opschrift: second stepp Yuroba man;
– 1 enveloppe met opschrift;
– 1 Plastic zak met opschrift inhoudende:
– een blauw plastic doosjes met vermoedelijk Voodoo artikel;
– een wit plastic doosje met vermoedelijk Voodoo artikel;
– een wit blauw/plastic doosje met vermoedelijk Voodoo artikel;
– een zwart plastic doosje met vermoedelijk Voodoo artikel;
– een doosje met opschrift: Suskia Bango vermoedelijk Voodoo artikel;
– 1 Plastic tasje met Arabische tekst inhoudende:
– een zwart plastic doosjes met vermoedelijk Voodoo artikel;
– 1 Wit plastic tasje van Mansfield met inhoud:
– vermoedelijk Voodoo artikelen;
– vier losse, vermoedelijk Voodoo artikelen
Gelast de teruggave van:
– 24 bankbiljetten van fl 100;
– 23 bankbiljetten van fl 50;
– 22 bankbiljetten van fl 25;
– 2 bankbiljetten van fl 10 (in totaal een bedrag van fl 4120) aan verdachte.

Rechters

Mrs. Wieland, Sekeris, Depping