Instantie: Rechtbank Breda, 3 juni 1997

Instantie

Rechtbank Breda

Samenvatting


De fabrikant van de pil heeft niet op de bijsluiter vermeld dat deze pil niet
honderd procent veilig is.
Aanvraagster wil de fabrikant aansprakelijk stellen voor de kosten van de
verzorging van het kind dat ondanks pilgebruik is geboren. Het kind is blind
geboren.
De rechter beschouwt het als een feit van algemene bekendheid dat de pil niet
honderd procent veilig is en dit hoeft dus niet in de bijsluiter vermeld te
worden. Degene die deze kans geheel wil uitsluiten dient naast of in plaats
van dit middel andere methoden van anticonceptie te benutten.

Volledige tekst

1. Het verloop van het geding.

Dit blijkt uit de navolgende door partijen ter vonniswijziging overgelegde
processtukken:

– de dagvaarding;
– de conclusie van eis met producties;
– de conclusie van antwoord met producties;
– de conclusie van repliek met producties;
– de conclusie van dupliek;
– de akte van de kant van eiseres met één productie;
– de antwoordakte met één productie.

2. Het geschil.

Eiseres, hierna te noemen `L’, vordert, dat de rechtbank bij vonnis,
uitvoerbaar bij voorraad:

1. voor recht verklaart dat gedaagde, nader te noemen `Centrafarm’,
aansprakelijk is voor de schade die L heeft geleden omdat de pil Marvelon
niet die veiligheid heeft geboden die zij daarvan mochten verwachten mede op
grond van de informatie vermeld in de bijsluiter en Centrafarm daarmede
tevens gehandeld heeft in strijd met art. 6:162 BW;
2. Centrafarm veroordeelt tot vergoeding van de door L geleden schade op te
maken bij staat en te vereffenen volgens de wet, bestaande uit zowel
materiële schade, namelijk de volledige kosten van verzorging en opvoeding
van haar zoon als immateriële schade;
3. Centrafarm veroordeelt tot de schade, begroot op ƒ 5.440,25, aan kosten
juridische bijstand;
4. Centrafarm veroordeelt in de proceskosten.

Centrafarm heeft de vorderingen van L gemotiveerd weersproken.

3. De beoordeling.

3.1. Tussen partijen staat als enerzijds gesteld en anderzijds niet of
onvoldoende gemotiveerd weersproken alsmede op grond van de overgelegde
produkties, voorzover niet of onvoldoende weersproken, het navolgende vast:

– L geboren op 24 juli 1964, gebruikt vanaf haar vijftiende jaar de
anticonceptiepil – nader te noemen `de pil’ – en vanaf haar zestiende jaar de
pil van het merk `Marvelon’.
– Na een onderbreking in verband met een voorgenomen zwangerschap, die op 25
oktober 1988 in de geboorte van een zoon is uitgemond, heeft L het gebruik
van Marvelon voortgezet.
– Eind 1991 is L nochtans zwanger geraakt, hetgeen pas na het uitblijven van
de tweede menstruatie bij haar huisarts heeft geverifieerd.
– Per brief van 20 februari 1992 heeft L Centrafarm aansprakelijk gesteld.
– Op 21 juli 1992 is L na een zwangerschap van 36 weken van een zoon
bevallen.
– Marvelon is niet 100% betrouwbaar ter voorkoming van zwangerschappen.
– De bijsluiter van Marvelon vermeldt noch ontkent dat het product 100%
veilig is, doch waarschuwt wel voor verminderde betrouwbaarheid in aldaar
genoemde specifieke situaties.

3.2. Voorzover L beoogt om Centrafarm op grond van de
productaansprakelijkheid als bedoeld in de art. 6:185 e.v. BW en/of het
gelijkluidende art. 1407a e.v. OBW aan te spreken, faalt dit, omdat een
dergelijke vordering op grond van art. 6:191 lid BW en/of het gelijkluidende
art. 1407g OBW is verjaard door het verloop van een periode van drie jaar na
de ingebrekestelling van 20 februari 1992. De hier specifiek op betrekking
hebbende stellingen van partijen laat de rechtbank derhalve onbesproken.

3.3.1. L legt voorts aan haar vordering ten grondslag dat Centrafarm, die
verantwoordelijk is voor het in de handel brengen van Marvelon, heeft
nagelaten in de bijsluiter te vermelden dat Marvelon niet 100% veilig was,
waardoor L onwetend van dit risico, ondanks het gebruik van Marvelon zwanger
is geworden, hetgeen zij, indien zij het risico wel gekend had, door gebruik
van bijvoorbeeld aanvullende anticonceptiva had kunnen voorkomen. Zij stelt
in dit verband dat de bijsluiter van Marvelon vermeldt dat bij vergeten
pilgebruik, de pil binnen 36-uur alsnog kan worden geslikt en dat de
veiligheid dan is gegarandeerd. De bijsluiter van andere door
genoemde anticonceptiepillen vermelden, anders dan die van Marvelon, dat de
betrouwbaarheid bijzonder groot is en geven dus geen 100% garantie.

3.3.2. Volgens Centrafarm is het een feit van algemene bekendheid dat de
anticonceptiepil, en dus ook Marvelon niet 100% betrouwbaar is, zodat zij
hiervoor in de bijsluiter van Marvelon niet expliciet behoeft te waarschuwen.
Uit deze bijsluiter valt ook niet af te leiden dat Centrafarm een volledige
garantie van veiligheid geeft.

3.3.3. De rechtbank is met Centrafarm van oordeel dat in de bijsluiter niet
kan worden gelezen dat Centrafarm garandeert dat Marvelon volledig
betrouwbaar is. Uit de passage waar L op doelt kan slechts worden afgeleid,
dat de betrouwbaarheid die Marvelon biedt, vermindert, indien een periode van
36 uur nadat men de pil volgens de voorschriften had dienen in te nemen, is
verstreken. Daarmee is over de betrouwbaarheid van Marvelon in het algemeen
niets gesteld of gesuggereerd.

3.3.4. Voorts oordeelt de rechtbank dat het een feit van algemene bekendheid
is, dat de anticonceptiepil weliswaar een hoge mate van veiligheid biedt,
doch dat die veiligheid niet volledig is. Hieruit volgt dat wie ter
voorkoming van zwangerschap kiest voor de anticonceptiepil, ook zonder dat
hiervoor in bijsluiter wordt gewaarschuwd, rekening moet houden met de
-weliswaar [afhankelijk van het type anticonceptiepreparaat: zeer] geringe
kans -dat het middel faalt en dus dat degene die deze kans geheel wil
uitsluiten, naast of in plaats van dit middel andere methoden van
anticonceptie dient te benutten.

De inhoud van de door L overgelegde publikaties kan niet tot een ander
oordeel leiden, omdat hierin, niet anders dan hiervoor overwogen, wordt
uitgegaan van de in de praktijk gebleken zeer kleine kans op zwangerschap,
zonder dat hieruit kan worden afgeleid dat er sprake is van de 100%
veiligheid, die L hieruit afleidt.

3.3.5. Nu er evenmin feiten en omstandigheden zijn gesteld of gebleken
waaruit zou moeten worden afgeleid dat Marvelon een geringe bescherming biedt
dan andere anticonceptiepillen of dat aan de door L gebruikte Marvelon
specifieke gebreken kleven, moeten de vorderingen van L worden afgewezen.

3.3.6. L zal als de in het ongelijk gestelde partij de proceskosten dienen te
dragen.

4. De beslissing

De rechtbank:

wijst de vorderingen van eiseres af;

veroordeelt eiseres in de proceskosten tot op heden aan de zijde van gedaagde
begroot op een bedrag ad ƒ 1.770.

Rechters

Mrs. Poerink, Vrendenbarg, Ides Peeters