Instantie: Rechtbank Zwolle, 8 juli 1996

Instantie

Rechtbank Zwolle

Samenvatting


De echtgenoten willen dat hun kind de achternaam van de moeder krijgt.
Volgens artikel 1:5 lid 1 BW kan dit niet. Dit is volgens de rechtbank in
casu in strijd met artikel 8 lid 2 van het EVRM en daarom dient artikel 1:5
lid 1 BW buiten toepassing te blijven. De ambtenaar wordt gelast de akte van
geboorte van het kind te wijzigen zodat het de geslachtsnaam van de moeder
krijgt.

Volledige tekst

Procesgang
De man en de vrouw hebben op (…) onder het hierboven genoemde nummer een
verzoekschrift omtrent het register van geboorten van de burgerlijke stand
van de hiervoor genoemde gemeente ter griffie van de rechtbank ingediend.
De zaak is op 18 januari 1996 ter terechtzitting met gesloten deuren
behandeld.
Bij die behandeling zijn de man, de vrouw en de Ambtenaar bij monde
verschenen.
Motivering
Persoonlijke gegevens, die uit de overgelegde stukken blijken: De man en de
vrouw zijn in de gemeente X met elkaar gehuwd.
Uit dat huwelijk is in de gemeente geboren het thans nog minderjarige kind,
Y.
Daar dit kind staande het huwelijk is geboren, is het een wettig kind van de
man en de vrouw.
Bespreking geding:
Artikel 5 lid 1 van het Eerste Boek van het Burgerlijk Wetboek bepaalt dat de
geslachtsnaam van een wettig kind die van de vader is.
Op grond van die wettelijke bepaling heeft de Ambtenaar in de door hem
opgemaakte akte van geboorte van de genoemde minderjarige als geslachtsnaam
van het kind die van de man vermeld.
De man en de vrouw hebben tegen die vermelding bezwaren aangevoerd. Zij
wensen het kind als geslachtsnaam die van de vrouw te geven.
De man en de vrouw verzoeken de rechtbank derhalve de Ambtenaar te gelasten
de onderhavige akte van geboorte te verbeteren en te wijzigen, in die zin dat
de geslachtsnaam van de genoemde minderjarige die van de vrouw is.
Het voeren van een naam als middel van persoonlijke identificatie en van het
bestaan van een familieband heeft betrekking op ieders familie- en
gezinsleven. De geslachtsnaam van een kind valt dus onder het
toepassingsbereik van artikel 8 van het Europees Verdrag tot bescherming van
de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM).
Art. 1:5 lid 1 BW wijst de geslachtsnaam aan en laat derhalve de keuze
daarvan niet aan de ouders.
Aangezien die familierechtelijke betrekkingen evengoed kunnen bestaan als het
kind de geslachtsnaam van de vrouw draagt, kan dit genoemde rechtsgevolg
onder omstandigheden een niet door het 2e lid van art. 8 EVRM te
rechtvaardigen inmenging in het 1e lid van dat artikel verankerd recht
opleveren.
In casu is er naar het oordeel van de rechtbank sprake van dergelijke
omstandigheden, nu zowel de man als de vrouw nadrukkelijk te kennen hebben
gegeven, dat zij het genoemde kind beslist niet de geslachtsnaam van de man,
zoals de wet voorschrijft, maar die van de vrouw wensen te laten dragen.
Mitsdien dient in deze art. 1:5 lid 1 BW buiten toepassing te blijven.
Op grond van het bovenstaande zal de rechtbank het verzoek van de man en de
vrouw toewijzen door de Ambtenaar te gelasten de akte van geboorte van het
genoemde kind zodanig te wijzigen, dat de geslachtsnaam van het kind die van
de vrouw zal zijn.
Beslissing
Gelast de Ambtenaar de akte van geboorte van de genoemde minderjarige zodanig
te wijzigen dat de geslachtsnaam van het kind die van de vrouw, derhalve, zal
zijn.

Rechters

Mrs. Miltenburg, Jansen