Instantie: Rechtbank Leeuwarden, 4 april 1996

Instantie

Rechtbank Leeuwarden

Samenvatting


Verdachte is verkrachting van een vrouw tijdens haar slaap tenlaste
gelegd. Hij had zich onder andere voorgedaan als haar vriend. Hiervan
wordt verdachte vrijgesproken omdat er volgens de rechters geen sprake is
van dwang. Op het slachtoffer is niet een dermate lichamelijke of
psychische druk uitgeoefend dat zij daardoor tot capitulatie is gebracht.
Verdachte wordt wel veroordeeld voor diefstal.

Volledige tekst

Aan bovenbedoelde gedagvaarde persoon wordt ten laste gelegd dat 1. hij
op of omstreeks 28 september 1995 te of bij Workum, gemeente Nijefurd door
geweld en/of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) X heeft gedwongen tot het
ondergaan van (een) handeling(en) die bestond(en) uit of mede bestond(en)
uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die X. Hebbende
verdachte zijn penis in de vagina van die X gebracht/geduwd en/, althans
gehouden en/of die X gevingerd en/of de vagina/het kruis van die X
gestreeld/betast en X bestaande dat geweld of die andere
feitelijkhe(i)d(en) hierin dat verdachte – die wist, althans
redelijkerwijs kon weten, in elk geval vermoeden, dat die X (vast) in
slaap was en vervolgens/, althans niet (geheel) wakker was – zich
tegenover die X heeft voorgedaan als haar (vaste) vriend/partner, althans
het tegenover die X heeft doen voorkomen alsof hij haar (vaste)
vriend/partner was, in elk geval het idee/gevoel van die X dat hij,
verdachte, haar (vaste) vriend/partner was niet heeft weggenomen, althans
heeft laten voortbestaan en/of (daarbij) het slipje van die X naar beneden
heeft getrokken en/of (daarbij) die X bij de schouder heeft gepakt en naar
zich toe heeft gedraaid/getrokken en/of (daarbij) met zijn (rechter) been
het (linker)been van die X omhoog heeft geduwd en/of (daarbij) die X heeft
toegevoegd: ‘Schuif wat op, want het ligt hier zo moeilijk’, althans
woorden van die strekking.

Telastelegging: Aan dit vonnis is een door de griffier gewaarmerkte
fotokopie van de dagvaarding gehecht, waaruit de inhoud van de
telastelegging geacht moet worden hier te zijn overgenomen.

Vrijspraak: Ten aanzien van hetgeen onder feit 1 is telastegelegd,
overweegt de rechtbank het volgende. Van ‘dwang’ als bedoeld in artikel
242 van het Wetboek van Strafrecht is sprake indien op het slachtoffer een
dermate lichamelijke of psychische druk is uitgeoefend, dat hij of zij
daardoor tot capitulatie is gebracht. Naar het oordeel van de rechtbank
hebben de telastegelegde en op zich bewijsbare feitelijkheden noch op
zichzelf, noch in hun onderlinge verband zodanige, de weerstand van het
slachtoffer brekende, dwang kunnen opleveren, dat gesproken kan worden van
verkrachting. Op grond van het voorgaande dient verdachte van het onder
1 telastegelegde te worden vrijgesproken. Kwalificatie:

Het bewezene levert op de misdrijven:

2. primair: Medeplegen van opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat
geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen of beschadigen. 3.
Diefstal door twee of meer verenigde personen.

Strafbaarheid verdachte:

De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige
strafuitsluitingsgrond is gebleken.

Strafmotivering: De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te
vermelden strafsoort en strafmaat in aanmerking: -de aard en de ernst van
de gepleegde feiten; -de omstandigheden waaronder deze zijn begaan; -de
persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken en
deze naar voren komt uit de hem betreffende voorlichtingsrapportage en het
uittreksel uit het algemeen documentatieregister.

Onder invloed van speed en alcohol heeft verdachte met een groepje
vrienden een wraakoefening gepleegd op jeugdhonk “Us Jister” in Parrega.
Naast het feit dat een groot deel van de inventaris werd vernield, nam
verdachte samen met een maat ook nog daar aangetroffen geluidsapparatuur
en rookwaar mee.

Beide feiten hebben grote schade en ergernis opgeleverd, en rechtvaardigen
een straf, die verdachte duidelijk maakt dat de maatschappij van dit soort
gedrag niet gediend is. In verdachtes voordeel werkt dat hij tot op heden
zo goed als onbekend was voor justitie, hij uitzicht op vast werk heeft
en zich heeft gedistantieerd van eerderbedoelde groep. Op grond van
genoemde feiten en omstandigheden acht de rechtbank een korte
gevangenisstraf, om te zetten in werkstraf, een passende directe reactie.
Daarnaast zal de rechtbank een voorwaardelijke straf opleggen, enerzijds
om aan te geven dat de rechtbank er vertrouwen in heeft dat verdachte zijn
leven gebeterd heeft, anderzijds om aan te geven dat dit vertrouwen niet
onvoorwaardelijk is.

Benadeelde partij:

De vordering van de benadeelde partij dient te worden afgewezen, nu de
rechtbank het betreffende feit niet bewezen acht.

Beledigde partij:

De vordering van de beledigde partij Vereniging Dorpsbelang Parrega zal
als op de wet berustend, aannemelijk geworden en onbetwist, worden
toegewezen.

Toepassing van wetsartikelen:

De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 22b, 47, 57, 310,
311 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

De uitspraak van de rechtbank luidt:

Rechtdoende:

Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1 is telastegelegd en
spreekt verdachte daarvan vrij.

Verklaart het onder 2 primair en 3 telastegelegde bewezen, te kwalificeren
en strafbaar in voege als voormeld en verdachte deswege strafbaar.

Veroordeelt verdachte te dier zake tot:

1. Het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemene nutte voor de duur
van 60 uren, in de plaats van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor
de duur van 1 maand.

Stelt de termijn binnen welke de arbeid, nadat dit vonnis onherroepelijk
is geworden, moet aanvangen op 4 maanden. Stelt de termijn binnen welke
de arbeid na aanvang dient te worden verricht op 6 maanden. Bepaalt de
aard van de te verrichten werkzaamheden op onderhoud, huishoudelijk,
administratief of soortgelijk aan dezen, dan wel op een combinatie
daarvan.

2. Een gevangenisstraf voor de tijd van een maand.

Bepaalt, dat deze gevangenisstraf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij
de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de veroordeelde zich
voor het einde van een proeftijd, welke hierbij wordt vastgesteld op twee
jaren, aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.

Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is
telastegelegd dan het bewezenverklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.

Beslissing op de vordering van de benadeelde partij

Wijst de vordering af.

Beslissing op de vordering van de beledigde partij Vereniging Dorpsbelang
Parrega:

Wijst de vordering van de beledigde partij toe tot na te melden bedrag.
Veroordeelt verdachte om tegen bewijs van kwijting aan de Vereniging
Dorpsbelang Parrega, te betalen de som van ƒ 1.000,= (duizend gulden), en
veroordeelt verdachte in de kosten door de beledigde partij gemaakt en ten
behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op
heden begroot op nihil.

Rechters

Mr. Wegener Sleeswijk, voorzitter, mrs Vellinga-Schootstra en vanEijk, rechters