Instantie: Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing, 26 januari 1995

Instantie

Centrale Raad voor Strafrechtstoepassing

Samenvatting


Het beklag betreft de weigering klaagsters bezoek zonder toezicht van haar
man toe te staan. De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaart.
Voor de beroepscommissie is voldoende aannemelijk geworden dat de
gebouwelijke situatie in de p.i.v. “Amerswiel” te Heerhugowaard in
verband met de nog niet voltooide nieuwbouw zodanig is dat thans het
verzochte bezoek zonder toezicht nog niet kan worden toegestaan. De
beroepscommissie komt dan ook tot het oordeel dat de beslissing van de
directeur, om klaagster gelet op de gebouwelijke situatie vooralsnog geen
bezoek zonder toezicht van haar man toe te staan niet in strijd is met de
bepaling in voornoemde circulaire en niet als onredelijk of onbillijk is
aan te merken. Het beroep van klaagster treft mitsdien geen doel.
Overigens merkt de beroepscommissie op dat het te betreuren is dat bij
klaagster onjuiste verwachtingen zijn gewekt. De beroepscommissie is dan
ook van mening dat -zodra de gebouwelijke situatie zodanig is dat de
mogelijkheid voor bezoek zonder toezicht wel aanwezig is- het redelijk zou
zijn klaagster enig extra bezoek zonder toezicht toe te staan. De
beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond.

Volledige tekst

Inhoud van het beklag en de beslissing van de beklagcommissie: Het beklag
betreft de weigering klaagster bezoek zonder toezicht van haar man toe te
staan.

De beklagcommissie heeft het beklag ongegrond verklaard, op de gronden als
in de aangehechte beschikking weergegeven.

2. Standpunten van klaagster en de directeur: Door en namens klaagster is
in beroep volhard in het tegenover de beklagcommissie ingenomen standpunt.
Zij heeft gesteld dat haar man ten onrechte als vluchtgevaarlijk is
aangemerkt en dat de p.i.v. te Breda toegezegd is dat klaagster in de
p.i.v. “Amerswiel” te Heerhugowaard bezoek zonder toezicht zou kunnen
ontvangen. Klaagster heeft benadrukt dat zij niet naar de p.i.-en
“Overmaze” te Maastricht overgeplaatst wil worden. Zij heeft voorts
medegedeeld dat indien het onderhavige beroep gegrond wordt verklaard de
consequentie is dat zij alsnog naar “Overmaze” overgeplaatst zal worden.

De directeur heeft daarop geantwoord als tegenover de beklagcommissie. Zij
heeft gesteld dat de thans -gelet op de gebouwelijke situatie- geen bezoek
zonder toezicht van eveneens gedetineerde partners kan plaatsvinden, gelet
op het verhoogde risico. Bezoek zonder toezicht van niet gedetineerde
partners is wel mogelijk. De reden hiervoor is gelegen in de gebouwelijke
situatie. Deze zal echter binnen afzienbare tijd veranderd zijn zodat dan
wel bezoek zonder toezicht van gedetineerde partners kan plaatsvinden.
Benadrukt werd dat klaagsters man niet als vluchtgevaarlijk bekend staat.
Dit is ten onrechte in de beschikking van de beklagcommissie vermeld.
Betoogd werd dat klaagster -ter compensatie- thans om de twee weken
gedurende twee uren regulier bezoek van haar man ontvangt. Normaal
gesproken vindt een dergelijk bezoek om de zes weken plaats. Voorts werd
betoogd dat vanuit de inrichting getracht is klaagster man -via de s.a.c.-
versneld overgeplaatst te krijgen naar de gevangenis “Norgerhaven” te
Veenhuizen, opdat het bezoek zonder toezicht in “Norgerhaven” zou kunnen
plaatsvinden. Gelet op de lange wachtlijst voor deze gevangenis was dit
echter niet mogelijk. Medegedeeld werd dat klaagster is aangeboden haar
tijdelijk over te plaatsen naar de p.i.-en “Overmaze” te Maastricht opdat
het bezoek zonder toezicht aldaar zou kunnen plaatsvinden. Klaagster wilde
echter van deze mogelijkheid geen gebruik maken. Tenslotte werd
medegedeeld dat indien het onderhavige beroep gegrond wordt verklaard de
nodige maatregelen getroffen dienen te worden; bezoek zonder toezicht van
gedetineerde partners kan gelet op het veiligheidsrisico thans nog niet
toegestaan worden.

3. Beoordeling: De ministeriele circulaire van 15 november 1990, nr. 35241
DJ 90 betreffende de bezoekregeling gedetineerden bepaalt onder 4. ten
aanzien van de regeling bezoek zonder toezicht: “De gedetineerde kan,
voorzover de mogelijkheden in de richting dit toelaten, ten hoogste een
keer per maand bezoek zonder toezicht worden toegestaan, indien dit naar
het oordeel van de directeur redelijkerwijze zal bijdragen tot het behoud
of het versterken van de banden tussen betrokkenen, van belang voor de
terugkeer van de gedetineerden in de samenleving”. Voor de
beroepscommissie is voldoende aannemelijk geworden dat de gebouwelijke
situatie in de p.i.v. “Amerswiel” te Heerhugowaard in verband met de nog
niet voltooide nieuwbouw zodanig is dat thans het verzochte bezoek zonder
toezicht nog niet kan worden toegestaan. De beroepscommissie komt dan ook
tot het oordeel dat de beslissing van de directeur, om klaagster gelet op
de gebouwelijke situatie vooralsnog geen bezoek zonder toezicht van haar
man toe te staan niet in strijd is met de bepaling in voornoemde
circulaire en niet als onredelijk of onbillijk is aan te merken. Het
beroep van klaagster treft mitsdien geen doel. Overigens merkt de
beroepscommissie op dat het te betreuren is dat bij klaagster onjuiste
verwachtingen zijn gewekt. De beroepscommissie is dan ook van mening dat
-zodra de gebouwelijke situatie zodanig is dat de mogelijkheid voor bezoek
zonder toezicht wel aanwezig is- het redelijk zou zijn klaagster enig
extra bezoek zonder toezicht toe te staan. Daarbij is echter redelijk dat
rekening gehouden wordt met het feit dat klaagster gedurende de periode
dat zij geen bezoek zonder toezicht kon ontvangen extra bezoek heeft
gekregen en met de omstandigheid dat klaagster -overigens om ter zitting
uiteengezette niet onbegrijpelijke redenen- geen gebruik heeft gemaakt van
het aanbod haar -tijdelijk- over te plaatsen naar de p.i.-en “Overmaze”
te Maastricht, alwaar zij wel in de gelegenheid gesteld had kunnen worden
bezoek zonder toezicht te ontvangen.

4. Beslissing: De beroepscommissie verklaart het beroep ongegrond en
bekrachtigd de beschikking van de beklagcommissie onder aanvulling van
gronden.

Rechters

Mr. C.J.G. Bleichrodt, voorzitter, dr. J.P.S. Fiselier en mr. R.J.A.Meertens-Zeeman, leden mr. B.I.M. Akkerman, secretaris