Instantie: , 30 november 1993

Instantie

Samenvatting


Eiseres is op veertienjarige leeftijd seksueel misbruikt door pleegvader.
De gezinsvoogdij-instelling heeft een eigen aansprakelijkheid. Bij kort
geding-vonnis van 18 juli 1991 wordt aan eiseres een voorschot toegwezen
van ƒ 15.000,- wegens materiele en ƒ 10.000,- wegens immateriele schade.
(RN 1991, nr. 196.) Bij vonnis van 9 juli 1992 veroordeelt de President
van de Rechtbank Amsterdam de gezinsvoogdij-instelling tot betaling van
een tweede voorschot wegens materiele schade van ƒ 37.000,-. (RN 1993,
nr. 315.) Van de twee kort geding-vonnissen is de voogdij-instelling in
hoger beroep gekomen. Eiseres heeft voorts een bodemprocedure
aangespannen. Deze procedures zijn bij akte van dading ingetrokken onder
toekenning van een schadevergoeding van ƒ 66.750,-. In totaal heeft
eiseres ƒ 139.650,- van de gezinsvoogdij-instelling ontvangen en ƒ
65.000,- van de pleegvader. (RN 1993, nr. 314.)

Volledige tekst

De ondergetekenden: X gevestigd te Hilversum, en de Gooise Stichting voor
Jeugd en Gezin, wonende te Naarden,

Overwegende

1. X heeft zowel in kort geding als in een bodemprocedure vorderingen
ingesteld tegen de Stichting. Tegen die vorderingen heeft De Stichting
verweer gevoerd.

2. Ten aanzien van de vorderingen van X tegen De Stichting zijn thans
aanhangig een bodemprocedure voor de Rechtbank te Amsterdam onder
rolnummer H91/3987 alsmede een tweetal appelprocedures voor het
Gerechtshof te Amsterdam onder de rolnummers 91/1032 en 92/0991.

3. Partijen zijn bij elkaar te rade gegaan en hebben besloten, zonder
enige erkenning van aansprakelijkheid aan de kant van …, hun geschillen
te beeindigen en de navolgende schikking te treffen, teneinde verder
procederen te vermijden.

Komen overeen als volgt:

1. De Stichting, betaalt tot slot van alle rekening aan X de somma van ƒ
66.750,-, uiterlijk op 15 april 1994. Deze betaling geschiedt bij wege van
smartegeld en/of door X gemaakte onkosten.

2. Na betaling van bovengenoemd bedrag, zullen de hierboven genoemde
procedures worden ingetrokken, waarbij iedere partij eigen kosten draagt.

3. Partijen verklaren voorts na betaling van bovengenoemd bedrag niet meer
van elkaar te vorderen te hebben ter zake van de feiten waarop de
vorderingen van X in bovengenoemde procedures waren gebaseerd. X verleent
daarbij finale kwijting aan De Stichting en haar werknemers en
ex-werknemers, waaronder begrepen directieleden, praktijkbegeleiders en
de gezinsvoogdes, alles met uitzondering van haar voormalige pleegvader.

Rechters