Instantie: Kantonrechter Utrecht, 28 oktober 1993

Instantie

Kantonrechter Utrecht

Samenvatting


Het GAK heeft om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met werknemer verzocht
naar aanleiding van klachten die zij van twee administratief medewerksters
had ontvangen over seksuele intimidatie die werknemer zich zou veroorloven.
Naar het oordeel van de kantonrechter rechtvaardigt voorgaande niet een
ontbinding. De kantonrechter meent dat het in hoofdzaak gaat om dubbelzinnige
opmerkingen en in mindere mate om het ongewenst aanraken van de
medewerksters. Voorts heeft het GAK geen pogingen gedaan het probleem op te
lossen door met werknemer te praten. Zij heeft ook geen aandacht besteed aan
het verzoek van de collega’s van werknemer om geen ontbinding te vragen en
zij heeft geen rekening gehouden met de ernstige gevolgen van beëindiging van
het dienstverband voor werknemer.
TEKST: Verloop van de procedure

Verzoekster, verder het GAK te noemen, heeft op 31 augustus 1993 een
verzoekschrift ingediend strekkende tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst
tussen partijen.
Verweerder, A te noemen, heeft een verweerschrift ingediend. De mondelinge
behandeling heeft plaatsgehad op 7 oktober 1993 in bijzijn van partijen en de
gemachtigden.
Hierna heeft de kantonrechter in overleg met partijen bepaald dat hij zo
spoedig mogelijk een beschikking zal geven.

Motivering:

Verweerder werkt sinds 16 maart 1986 bij het GAK als
verzekeringsgeneeskundige. Het GAK verzoekt de arbeidsovereenkomst met
verweerder te ontbinden en stelt het volgende.

Op 12 mei 1993 zijn door twee administratieve medewerksters van de afdeling
Administratieve Medische Zaken ernstige klachten bij de kantoorleiding
gedeponeerd over ongewenste intimiteiten die verweerder zich jegens haar zou
veroorloven.
Verweerder heeft verweer gevoerd.

De kantonrechter overweegt het volgende.
Uit de door het GAK aangehaalde verklaringen blijkt dat het in hoofdzaak gaat
om dubbelzinnige opmerkingen en in mindere mate om het ongewenst aanraken of
bijna aanraken van medewerksters.
Vooropgesteld zij dat de kantonrechter alleen de arbeidsrechtelijke kant van
de zaak te beoordelen heeft en niet de vraag of verweerder andere normen
heeft geschonden.
Zelfs als de kantonrechter er veronderstellenderwijs van uitgaat dat de door
het GAK aangehaalde verklaringen juist zijn, dan kan hij nog niet tot het
oordeel komen dat er een dringende reden is om de arbeidsovereenkomst te
ontbinden of dat gewijzigde omstandigheden daartoe aanleiding geven.

Het GAK heeft geen poging gedaan om het probleem op te lossen door met
verweerder te praten. Het GAK heeft geen aandacht geschonken aan een petitie
van een aantal collegae van verweerder waarin gevraagd wordt de beslissing
aangaande het beëindigen van het dienstverband met verweerder in
heroverweging te nemen. Er is geen enkele rekening gehouden met de
desastreuze gevolgen van deze beslissing voor verweerder (verweerder is pas
op latere leeftijd medicijnen gaan studeren en heeft als arts alleen
werkervaring bij verzoeker. Hij heeft aannemelijk gemaakt dat hij geen ander
werk als arts zal kunnen vinden).
Niet aannemelijk is dat het conflict niet kan worden opgelost door een minder
verstrekkende maatregel.

Tenslotte moet de kantonrechter er rekening mee houden dat verweerder al in
oktober 1989 arbeidsongeschikt is geworden door overspannenheid en dat hij
door de onderhavige kwestie is teruggevallen in een reactieve depressie,
zoals blijkt uit de overgelegde brief van de Maatschap voor Psychiatrie d.d.
25 augustus 1993.
Op grond van deze overwegingen komt de kantonrechter tot de volgende
beslissing.

Beslissing

De kantonrechter wijst het verzoek af en veroordeelt verzoeker in de kosten
van het geding, tot op heden begroot aan zijde van de wederpartij begroot op
ƒ 1.000,- als salaris van de gemachtigde.

Volledige tekst

Rechters

Mr Delfos Visser