Instantie: Schadefonds geweldsmisdrijven, 24 februari 1992

Instantie

Schadefonds geweldsmisdrijven

Samenvatting


Een van de slachtoffers van F., psychiater- directeur van de
Heldringstichtingen te Zetten, heeft zich voor vergoeding van de door haar
geleden materiele en immateriele schade tot het schadefonds geweldsmisdrijven
gewend. Haar verzoek is gehonoreerd, zij krijgt ƒ 6.000, immateriele
schadevergoeding en de maximale materiele schadevergoeding (ƒ 25.000,)
uitgekeerd. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat zij een verminderd
vermogen tot verwerven van inkomsten uit arbeid heeft.

Volledige tekst

Geachte mevrouw C.,

1. Op 24 augustus 1990 heeft mevrouw mr A. van BonMoors, advocaat te
Nijmegen, namens u de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven verzocht een
uitkering uit het fonds aan u toe te kennen.

Bij beslissing van 23 mei 1991 heeft de Commissie aan u een voorschot
toegekend van ƒ 2.500, terzake van een jegens u in de periode april 1982 tot
1983 te Zetten opzettelijk gepleegd geweldsmisdrijf. De door u en uw
gemachtigde nadien verstrekte inlichtingen zijn bevestigd en zo nodig
aangevuld door het onderzoek, namens de Commissie ingesteld.

2. Materiele letselschade

Op grond van de door u tot heden geleden materiele letselschade, zoals
deze uit het onderzoek is gebleken, stelt de Commissie het bedrag van de voor
uitkering vatbare schade naar redelijkheid en billijkheid vast op ƒ 25.000,
wegens kosten van telefoon en administratie, geneesmiddelen, vervoer,
therapie, verhuizing en herinrichting en eigen bijdrage verblijf elders,
alsmede wegens de vermindering van uw vermogen tot het verwerven van inkomsten
uit arbeid.

Dit is het hoogste bedrag dat ingevolge de Wet wegens materiele
letselschade kan worden toegekend.

3. Immateriele letselschade

Een uitkering is ook mogelijk voor andere dan vermogensschade, te weten
voor verlies van levensvreugde. De Commissie bepaalt naar redelijkheid en
billijkheid dat aan u voor de door u geleden en mogelijk nog te lijden
immateriele schade ƒ 6.000, toekomt.

Hierbij is uitgangspunt de wettelijke maximumuitkering voor immateriele
schade van ƒ 10.000,.

Voorts is rekening gehouden met de hoogte van de uitkeringen welke aan
andere verzoekers in vergelijkbare omstandigheden zijn toegekend.

4. De Commissie kent u derhalve een uitkering uit het Schadefonds
Geweldsmisdrijven toe ten bedrage van ƒ 31.000,, gespecificeerd als volgt:

materiele schade ƒ 25.000,-

immateriele schade ƒ 6.000,-

++++++++++

totaal ƒ 31.000,-

Af: voorschot ƒ 2.500.-

++++++++++

resteert uit te keren ƒ 28.500,-

5. De Commissie gaat er van uit dat u aan het Schadefonds zult
terugbetalen het bedrag dat de dader van het jegens u gepleegde misdrijf aan u
zal vergoeden, voor zover dit bedrag betrekking heeft op de schade waarvoor
aan u de uitkering uit het fonds is toegekend.

Rechters

Mevrouw mr M.A.F. Tan-De Sonnaville, drs. M.L.M. Brand, drs. G. vanEssen, mevrouw dr. J. Smit, E.G.W. van der Spek.