Instantie: Kantonrechter Haarlem, 8 januari 1992

Instantie

Kantonrechter Haarlem

Samenvatting


Vier jaar na de echtscheiding komt de man in de
bijstand. De Kantonrechter wijst het verzoek van de gemeente
om een gedeelte van de kosten van de bijstand op de vrouw te
verhalen af.

Er is geen verband tussen het huwelijk van de ex-echtgenoot en
de positie waarin hij zich na de ontbinding van het huwelijk
bevindt. Van enige onderhoudsplicht van de vrouw jegens de man
is geen sprake.

Volledige tekst

De procedure

Op 22 mei 1991 is ter griffie een verzoekschrift met
produkties ontvangen van de Gemeente ex artikel 55, lid 1 van
de Algemene Bijstandswet (ABW).

Op 15 augustus 1991 heeft X een verweerschrift met produkties
ingediend.

De mondelinge behandeling van het verzoek heeft op 22 augustus
1991 plaatsgevonden.

2. De feiten

2.1. Het huwelijk tussen mevrouw X en de heer Y is geeindigd
door inschrijving op 3 februari 1983 in de registers van de
Burgerlijke Stand te Lisse van het echtscheidingsvonnis van de
Arrondissementsrechtbank te Haarlem van 16 november 1982.

2.2. Ten tijde van de echtscheiding genoot Y een uitkering
ingevolge de WAO.

2.3. De Gemeente verleent sedert 19 maart 1986 aan de heer Y
bijstand op grond van de ABW/RWW.

3. Het verzoek

De Gemeente wenst de kosten van bijstand op de vrouw als
onderhoudsplichtige te verhalen en verzoekt te bepalen – in
het kort – dat door X de over de periode van 1 april 1990 tot
en met 31 maart 1991 gemaakte kosten van in totaal ƒ 1.356.-
worden terugbetaald met een bedrag van ƒ 75 per maand, te
vermeerderen met ƒ 75 per maand voor de inmiddels sedert 1
april 1991 gemaakte en nog te maken kosten.

4. Het verweer

De vrouw wijst het verzoek van de hand en voert onder meer
(primair) ten verwere aan dat zij ten onrechte als
onderhoudsplichtige jegens Y wordt aangemerkt.

5. De beoordeling van het geschil

Naar het oordeel van de Kantonrechter is niet gebleken van
enig verband tussen het huwelijk van de heer Y en mevrouw X en
de positie waarin de man na de ontbinding van het huwelijk,
wat betreft de mogelijkheid om in de kosten van zijn
levensonderhoud te voorzien, is komen te verkeren. Van enige
onderhoudsplicht van de vrouw jegens de man kan daarom geen
sprake zijn.

Reeds het primaire verweer slaagt dus en het verzoek dient te
worden afgewezen. Er zijn termen aanwezig de kosten van de
procedure te compenseren.

De beslissing

De Kantonrechter:

wijst het verzoek af;

compenseert de kosten van het geding in die zin dat iedere
partij de eigen kosten draagt.

Rechters

Mr. Van der Lee