Instantie: President Rechtbank Rotterdam, 2 februari 1990

Instantie

President Rechtbank Rotterdam

Samenvatting


Eiseres vordert gedaagde te verbieden zich te bevinden in de gemeente
Breda, alsmede hem te verbieden op enigerlei wijze contact met eiseres en de
kinderen te zoeken. Partijen zijn ex-echtgenoten

De president komt tot de conclusie dat contact tussen partijen tot zeer
grote spanningen leidt bij eiseres en haar kinderen. Er bestaat geen
noodzaak voor gedaagde zich in Breda op te houden. Gedaagde benadert
eiseres en de kinderen op een zodanige wijze dat hij door zijn handelen op
ontoelaatbare wijze inbreuk maakt op hun rust, privacy en ongestoord sociaal
leven en aldus onrechtmatig jegens hen handelt. Gedaagde wordt een
straat-/contactverbod opgelegd op straffe van verbeurte van een dwangsom van
ƒ 500,– (vijfhonderd gulden)

Volledige tekst

ten aanzien van de feiten

Eiseres heeft ter terechtzitting van 19 januari 1990 doen concluderen
van eis overeenkomstig de dagvaarding, van welk stuk een copie aan de minuut
van dit vonnis is gehecht

Gedaagde heeft doen concluderen van antwoord, strekkende tot weigering
van de gevraagde voorzieningen

De raadslieden hebben, eiseres onder overlegging van produkties, hun
standpunten nader toegelicht en de stukken overgelegd voor het wijzen van
vonnis, waarvan de uitspraak is bepaald op heden

Ten aanzien van het recht

Eiseres vordert gedaagde te verbieden zich te bevinden in de gemeente
Breda, alsmede -kort gezegd- hem te verbieden op enigerlei wijze contact met
eiseres en der partijen kinderen te zoeken

Gedaagde heeft de vorderingen van eiseres betwist. Naast een algehele
ontkenning van de door eiseres aan haar vorderingen ten grondslag gelegde
feiten en omstandigheden, met uitzondering van de door hem op 28 november
1989 gegeven vuistslag in het gezicht van eiseresses vader, stelt gedaagde
daartoe dat de vorderingen de benodigde spoedeisendheid ontberen en dat het
verbod om zich in een stad te bevinden een te grote inbreuk op de
bewegingsvrijheid inhoudt

Gedaagde wordt in zijn verweer niet gevolgd

Ter terechtzitting is op grond van de inhoud van de door eiseres ten
processe overgelegde producties voorshands voldoende aannemelijk geworden:

-dat contact tussen partijen en zelfs reeds op voorhand de mogelijkheid
van enig contact thans tot zeer grote spanningen bij eiseres en de kinderen
van partijen leidt, met name bij het oudste kind C.;

-dat gedaagde, die ter terechtzitting heeft verklaard dat er op zich
geen enkele noodzaak bestaat om zich in Breda op te houden, eiseres en de
kinderen op een zodanige wijze benadert, dat hij door zijn handelen op
ontoelaatbare wijze inbreuk maakt op hun rust, privacy en ongestoord sociaal
leven en aldus onrechtmatig jegens hen handelt

Op grond hiervan achten Wij termen aanwezig om de vorderingen van
eiseres toe te wijzen in voege als na te melden

Het meer of anders gevorderde zal, nu voor toewijzing hiervan naar Ons
oordeel geen termen bestaan, worden afgewezen

Nu partijen voormalige echtelieden zijn, zullen de proceskosten worden
gecompenseerd

RECHTDOENDE IN KORT GEDING

VERBIEDEN gedaagde om zich, anders dan op doorreis met een auto of
middel van openbaar vervoer dan wel bewijsbaar ten behoeve van zijn werk, te
bevinden in de Gemeente Breda;

VERBIEDEN gedaagde -anders dan via eiseresses raadsvrouwe- schriftelijk
of telefonisch eiseres en de kinderen te benaderen, dan wel op enigerlei
andere wijze contact met eiseres en/of de kinderen te zoeken, dan wel hen op
hinderlijke wijze te volgen;

bovenstaande verboden gedurende een periode van 6 maanden vanaf de
betekening van dit vonnis en op straffe van verbeurte van -300/’+, een
dwangsom van ƒ 500,– voor iedere keer dat gedaagde bovenstaande verboden
overtreedt, met een maximum van ƒ 10.000,–;

MACHTIGEN eiseres dit vonnis ten uitvoer te (doen) leggen, zonodig met
behulp van de sterke arm van politie en justitie;

VERKLAREN dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

WIJZEN het meer of anders gevorderde af;

COMPENSEREN de proceskosten, des dat iedere partij haar eigen kosten
draagt

Rechters

Mr. L. de Bruin, president