Instantie: Hoge Raad der Nederlanden, 10 november 1989

Instantie

Hoge Raad der Nederlanden

Samenvatting


Verzoekers hebben zich tot de Rechtbank Dordrecht gewend met het verzoek
tot adoptie van twee kinderen. De Rechtbank heeft dit verzoek toegewezen

Er is beroep in cassatie ingesteld in het belang der wet. Volgens de
Hoge Raad had de Rechtbank het verzoek tot adoptie niet mogen toewijzen omdat
verzoekers nog geen vijf jaar met elkaar waren gehuwd. Art. 8 EVRM en art.
26 BuPo-Verdrag staan niet aan handhaving van deze eis in de weg

Daarom had de rechter niet de vrijheid dit vereiste aldus te
interpreteren dat daaraan ook is voldaan indien verzoekers buiten huwelijk
geruime tijd met elkaar hebben samengeleefd

Volledige tekst

1. Het geding in feitelijk instantie

Op 26 juni 1987 hebben de echtgenoten J. en A., beiden wonende te K.,
gemeente C., zich gewend tot de Rechtbank te Dordrecht en verzocht – voor
zover hier van belang – dat de Rechtbank zal uitspreken de adoptie door hen
van de kinderen D.C. en D.

De Rechtbank heeft bij vonnis van 19 november 1987 de verzochte adoptie
uitgesproken

Het vonnis van de Rechtbank is aan dit arrest gehecht

2. Het geding in cassatie

Tegen het vonnis van de Rechtbank heeft de Procureur-Generaal bij de
Hoge Raad beroep in cassatie ingesteld in het belang der wet. De
desbetreffende voordracht en vordering is aan dit arrest gehecht

3. Beoordeling van het middel

Het middel bestrijdt het oordeel van de Rechtbank dat aan het vereiste
van art. 1:228, lid 1, sub g BW was voldaan omdat verzoekers, hoewel zij nog
geen 5 jaar voor de datum van indiening van hun verzoek gehuwd waren,
voordien langdurig hadden samengewoond

Het middel is gegrond

De wettelijke vereisten die inhouden dat adoptie slechts kan geschieden
door een echtpaar (of de overblijvende echtgenoot indien de andere echtgenoot
is overleden) en dat de adoptanten op het tijdstip van indiening van het
verzoek tenminste vijf jaar met elkaar gehuwd zijn – welk laatste vereiste
alleen in geval van adoptie van een wettig of natuurlijk kind van een adoptant
niet geldt – zijn bij de opeenvolgende wijzigingen van de art. 227 en 228,
waarbij telkens de voorwaarden voor adoptie werden versoepeld, ongewijzigd
gehandhaafd. De daardoor gewaarborgde bestendigheid van het milieu heeft
kennelijk zwaarder gewogen dan de argumenten voor afschaffing of afzwakking
van deze vereisten

Voorts is van belang dat art. 8 EVRM aan handhaving van deze vereisten
voor adoptie niet in de weg staat (HR 22 juli 1986, NJ 1987, 316) en dat ook
art. 26 IVBPR niet tot afwijking van deze, in het belang van het kind
gestelde, vereisten voor adoptie verplicht

Tegen die achtergrond heeft de rechter niet de vrijheid die vereisten
aldus te interpreteren dat daaraan ook is voldaan indien de adoptanten buiten
huwelijk geruime tijd met elkaar hebben samengeleefd

4. Beslissing

De Hoge Raad: vernietigt in het belang der wet het bestreden
adoptievonnis van de Rechtbank te Dordrecht van 19 november 1987; verstaat
dat deze uitspraak geen nadeel toebrengt aan de rechten door partijen
verkregen

Rechters

Vice-president Snijders als voorzitter en de raadsheren Hermans, Haak,Roelvink en Boekman