Instantie: President van de Rechtbank ‘s-Gravenhage, 7 november 1989

Instantie

President van de Rechtbank ‘s-Gravenhage

Samenvatting


Partijen zijn in 1983 met elkaar gehuwd en uit dat huwelijk zijn twee
kinderen geboren

Er zijn voorlopige voorzieningen vastgesteld

De vrouw vordert een straatverbod, uitvoerbaar door middel van de sterke
arm van politie en justitie. Zonder het straatverbod durft de vrouw de
echtelijke woning niet te bewonen

De vordering van de vrouw wordt afgewezen omdat niet blijkt dat er een
gegronde vrees bestaat dat de man inbreuk zal plegen op de persoonlijke
vrijheid van de vrouw

Volledige tekst

1. De feiten

Blijkens de stukken en het behandelde ter terechtzitting van 31 oktober
1989 staat voorshands tussen partijen het navolgende vast:

– Partijen zijn in 1983 met elkaar gehuwd. Uit dat huwelijk zijn
geboren A. (thans 3 jaar oud) en S. (thans 6 maanden oud)

– Bij beschikking voorlopige voorzieningen van deze rechtbank van 24
augustus 1989 is bepaald, dat de vrouw bij uitsluiting gerechtigd zal zijn
tot het gebruik van de echtelijke woning (…) te ‘s-Gravenhage – met
inbegrip van de inboedel – en bevolen, dat de man die woning dient te verlaten
en niet verder mag betreden

Tevens is daarbij bepaald, dat de twee minderjarige kinderen voorlopig
aan de vrouw zullen worden toevertrouwd en is de afgifte van die kinderen aan
haar bevolen

– Bij exploit van 5 oktober 1989 heeft de vrouw die beschikking aan de
aan in persoon op (…) te ‘s-Gravenhage doen betekenen, met bevel om aan die
beschikking te voldoen

– Naar aanleiding van een verzoek van de man aan deze rechtbank om
vaststelling van een voorlopige omgangsregeling heeft de rechtbank bij
beschikking van 26 oktober 1989 de raad voor de kinderbescherming verzocht
een onderzoek in te stellen alsmede rapport en advies dienaangaande uit te
brengen en de beslissing in afwachting van het rapport en advies van de raad
aangehouden

– De man staat sedert begin dit jaar ingeschreven op een adres aan (…)
te ‘s-Gravenhage; de vrouw verblijft met de kinderen in een Blijf van mijn
lijf huis

2. De vordering, de gronden daarvoor en het verweer

De vrouw vordert -na toegestane vermeerdering van eis-, zakelijk
weergegeven,:

1. de man te verbieden te betreden de ruimte begrensd door de (…) te
‘s-Gravenhage, onder verbeurte van een dwangsom en bij lijfsdwang;

2. te bepalen dat de beschikking van 24 augustus 1989 uitvoerbaar zal
zijn middels de sterke arm van politie en justitie

Zij stelt, dat zij de echtelijke woning niet weer durft te betrekken uit
angst voor de man zolang er geen straatverbod voor de man is alsmede dat de
beschikking van 24 augustus 1989 geen mogelijkheid van executie middels de
sterke arm biedt en zo niet valt te executeren

De man voert verweer tegen het gevorderde straatverbod

3. Beoordeling van het geschil

Voor een straatverbod als door de vrouw gevorderd is, gelet op het in de
persoonlijke vrijheid van de man ingrijpende karakter, slechts plaats wanneer
de veiligstelling van de persoonlijke vrijheid van de vrouw tegen inbreuken
daarop door de man op geen andere wijze is te bereiken. De vrouw stelt, dat
zij heel erg bang voor de man is en dat de man haar placht te mishandelen en
met messen placht te bedreigen

De man ontkent, dat hij de vrouw mishandelt en bedreigt. Hij heeft – zo
stelt hij- slechts de wens de beide kinderen weer te zien

Ter zitting in kort geding heeft de man verklaard, dat hij al gedurende
tien maanden in (…) te ‘s-Gravenhage woont en uit zorg voor de inboedel wel
regelmatig in de echtelijke woning is teruggekeerd, maar dat hij onlangs de
sleutel van die woning aan de moeder van de vrouw heeft gegeven en nu zelf
geen sleutels van de echtelijke woning meer in zijn bezit heeft

Wil een zo ingrijpende maatregel als door de vrouw gevorderd gegeven
mogen worden, dan zal allereerst gegronde vrees moeten bestaan voor inbreuken
door de man op de persoonlijke vrijheid van de vrouw

Naar het voorlopig oordeel van de President is er thans onvoldoende
aanleiding om de man het gevorderde straatverbod op te leggen. Van een
gegronde vrees voor inbreuken door de man op de persoonlijke vrijheid van de
vrouw is voorshands niet gebleken

De vrouw heeft een titel om bij uitsluiting in de echtelijke woning te
verblijven

De gevorderde machtiging om de beschikking voorlopige voorzieningen,
voorzover betreffende het gebruik van de echtelijke woning, zonodig met
behulp van de sterke arm te kunnen doen uitvoeren, komt voor toewijzing in
aanmerking

De omstandigheid, dat partijen echtelieden zijn, is aanleiding de
proceskosten te compenseren

4. Beslissingen

De President: machtigt de vrouw om de beschikking voorlopige
voorzieningen van deze rechtbank van 24 augustus 1989, tussen deze partijen
gewezen, en voorzover betreffende de echtelijke woning zonodig ten uitvoer te
doen leggen met behulp van de sterke arm van politie en justitie

Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad

Wijst het meer of anders gevorderde af

Bepaalt dat iedere partij de eigen kosten van deze procedure draagt

Rechters

Mr. F.C.H.M. Robbers