Instantie: Rechtbank ‘s-Gravenhage, 30 november 1988

Instantie

Rechtbank ‘s-Gravenhage

Samenvatting


Partijen zijn op huwelijkse voorwaarden gehuwd. De vrouw vordert
verrekening van de opgebouwde pensioenvoorziening. De man heeft hiertegen
geen verweer gevoerd. Daarom gaat de Rechtbank ervan uit dat deze vordering
toewijsbaar is

Volledige tekst

De Rechtbank heeft kennis genomen van de door partijen, hierna ook . en
. te noemen, ter vonniswijzing overgelegde gedingstukken, te weten:

– het exploit van dagvaarding d.d. 22 januari 1987 met de in dat exploit
genoemde en bij dat exploit betekende stukken betreffende een conservatoir
beslag op onroerend goed alsmede een conservatoir derdenbeslag

– de conclusie van eis

– de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie met
producties, waaronder een viertal exploiten betreffende conservatoire
beslaglegging onder derden

– de conclusie van repliek in conventie, tevens antwoord in reconventie,
tevens akte wijziging van eis met producties

– de conclusie van dupliek in conventie en repliek in reconventie tevens
houdende wijzigingen van eis met producties

– de conclusie van dupliek in reconventie

– de nadere conclusie in conventie en in reconventie met producties van
Ochtman

– de nadere conclusie in conventie en in reconventie tevens inhoudende
vermindering en vermeerdering van eis van Mulder

De inhoud van voormelde gedingstukken geldt als hier overgenomen

RECHTSOVERWEGINGEN:

In conventie en in reconventie:

1. Bij de bespreking en beoordeling van hetgeen parijen over en weer
gevorderd hebben gaat de Rechtbank uit van een aantal feiten welke door
erkenning over en weer tussen parijen vaststaan

Partijen zijn gehuwd geweest. Hun huwelijk is op 16 juli 1988 door
inschrijving van het echtscheidingsvonnis ontbonden. Voor hun
huwelijkssluiting hadden partijen huwelijksvoorwaarden doen opstellen. Deze
voorwaarden hielden in uitsluiting van iedere gemeenschap behoudens ten
aanzien van de inboedel. Deze gemeenschap van inboedel zou niet omvatten
(onder meer) voorwerpen welke van de familie van ieder der echtgenoten
afkomstig zijn en als familiegoed zijn te beschouwen

Krachtens die huwelijksvoorwaarden zouden de zuivere inkomsten van
partijen naar evenredigheid worden aangewend ter bestrijding van de kosten van
hun huishouding

Zouden die inkomsten daarvoor ontoereikend zijn, dan dienden partijen
naar evenredigheid van hun zuivere vermogens daartoe bij te dragen

Een eventueel overschot van de inkomsten van de man . diende aan het
einde van ieder kalenderjaar bij helfte tussen partijen te worden gedeeld
teneinde aan hun respectievelijke kapitalen te kunnen toevoegen

De voormalige echtelijke woning tenslotte behoorde partijen ieder voor
de onverdeelde helft in eigendom toe

2. In conventie vordert ., naast de vanwaardeverklaring van de gelegde
beslagen, van . betaling van een geldsom. Dit bedrag was oorspronkelijk
opgebouwd uit een vijftal posten. Deze posten zullen hieronder met hetgeen
. ten verwere daartegen heeft ingebracht besproken worden

3. Voortbouwend op haar verweer in conventie heeft Ochtman in
reconventie harerzijds een groot aantal vorderingen geformuleerd. Kort
samengevat vordert zij van . betaling van zekere bedragen, afgifte van
bepaalde goederen, het verstrekken van informatie en het afgeven van diverse
bescheiden het afleggen van rekening en verantwoording alsmede een groot
aantal verklaringen voor recht betreffende onder meer de eigendom van zekere
goederen, het gelden van bedingen en de afwikkeling van opgebouwde rechten en
vermogensposities. Daarnaast wil zij door haar gelegde beslagen vanwaarde
verklaard zien

4. Ter wille van de overzichtelijkheid zal de Rechtbank bij de
bespreking van de vorderingen en weren de indeling van partijen aanhouden

A. Flat in Portugal

5. Partijen zijn het er over eens geworden dat . aan . dient te
vergoeden de door deze in de flat geinvesteerde bedragen. Afgezien van de
hierna te bespreken investering in de inboedel van die flat komt dit neer op
betaling door . van een bedrag van ƒ 72.703,30

B. Inboedel van de flat in Portugal

6. Naast zekere inbouwgoederen alsmede een gedeelte van de inboedel,
waarvoor ., naar tussen partijen in confession is, een bedrag van ƒ 9.070,89
heeft uitgelegd, bestaat tussen partijen verschil van mening of . ten behoeve
van de verdere inrichting van de flat een bedrag van ƒ 20.000,- heeft
voldaan. . ontkent deze investering . Er zijn weliswaar contant enige
aankopen gedaan, doch deze zijn voor een niet onaanzienlijk deel door haar
betaald. Zij is bereid een post van ƒ 1.000,- als reeel te accepteren

7. Indien . zijn standpunt handhaaft dient hij ermee rekening te houde
n dat de bewijslast op hem rust. Het enkele feit dat naar zijn stellen, .
de middelen ontbraken voor een investering in inboedel laat zich namelijk
slecht rijmen zowel met hetgeen naar voren is gekomen omtrent het vermogen van
. en het inkomen daaruit, als ook met zijn eigen betoog omtrent de wijze
waarop . over bankrekeningen beschikte

8. Alvorens echter een bewijsopdracht te formuleren acht de Rechtbank
het gewenst een comparitie van partijen te gelasten alwaar met name . nadere
informatie kan verschaffen over welke aanvullende bescheiden hij in deze
beschikt, terwijl partijen voorts, aan de hand van een door ieder van hen te
vervaardigen opstelling van de inboedelgoederen de Rechtbank een indicatie
kunnen geven van de waarde van die goederen

C. Aanzuivering debetsaldo bankrekening

9. Ofschoon ., gezien het gestelde in punt 5 van de conclusie van
dupliek in reconventie, zijn stelling dat hij tot een bedrag van ƒ 17.000,–
een tekort op de bankrekening van . (de met partijen te noemen Amro 437) heeft
aangezuiverd, welk tekort niet was veroorzaakt door uitgaven ten behoeve van
der partijen huishouding, zodat dit bedrag voor terugvordering in aanmerking
komt, lijkt te heben laten varen, valt uit punt 4 van zijn nadere conclusie op
te maken dat hij toch nog meer informatie van . wenst omtrent de aard van de
betalingen van die rekening

10. Ter comparitie zal de Rechtbank . vragen zich op dit punt nader te
verklaren

Teneinde zowel de gang van zaken ter comparitie als ook de afwikkeling
van deze procedure te bespoedigen lijkt het overigens wel wenselijk dat . aan
. een volledig beeld geeft van het betalingsverkeer met betrekking tot deze
rekening. Mochten hieraan kosten verbonden zijn, dan kan ter comparitie of
nadien worden uitgemaakt wie de kosten uiteindelijk zal moeten dragen

D. Verkoop echtelijke woning

11. Parijen verschillen van mening over de vraag hoe de opbrengsten van
de verkoop van de voormalige echtelijke woning tussen hen beiden verdeeld
dient te worden

Er zijn diverse geschilpunten

12. Volgens . zijn een tweetal rekeningen van . totaal belopend ƒ
16.291,91 te zijnen laste gekomen ofschoon die rekeningen, naar . heeft
aangetoond, van haar Amro 437-rekening zijn voldaan

Indien . bij zijn standpunt blijft, zal hij zijn stelling waar moeten
maken, bijvoorbeeld door te bewijzen dat hij ter uitvoering van deze
betalingen bedragen van zijn Amro-rekening (380) naar die van . heeft
overgemaakt

De Rechtbank zal dit punt echter eerst bij de comparitie aan de orde
stellen, temeer omdat hier ook een rol kan spelen de verdeelsleutel uit de
huwelijksvoorwaarden

13. De woning is gestoffeerd verkocht. Voorzover bij de verkoop
goederen voorkomende op de facturen van Gebr. de . en van . in de woning zijn
achtergebleven, komen daarmee corresponderende bedragen voor verrekening ten
gunste van . in aanmerking. Ter comparitie zal worden nagegaan welke
goederen zijn achtergebleven

14. Indien . blijft bij zijn stellingen dat nog meer verbonden kosten
dan de reeds opgevoerde bij de verrekening in aanmerking moeten worden
genomen, draagt hij van het bestaan van kosten alsmede het door hem betaald
zijn daarvan het bewijs. Ter comparitie zal aan de orde worden gesteld in
hoeverre bewijslevering mogelijk is. De Rechtbank wijst er nu reeds op dat
. in ieder geval ter comparitie bescheiden uit zijn administratie kan tonen,
waaruit blijkt dat hij nog andere dan de in het geding zijnde rekeningen aan
aannemersbedrijven etc. heeft voldaan

15. Voorlopig betreft het meest belangrijke geschilpunt de vraag of een
door de vader van . aan partijen verstrekte lening van ƒ 40.000,–, aangewend
bij de aanschaf van het huis, aan beiden is kwijtgescholden (het standpunt van
.) of alleen aan.

16. Nu de heer . in zijn brief van 11 september 1978 aan de Inspectie
der Registratie en Successie uitgaat van een lening aan zijn dochter . dit dus
in afwijking van hetgeen waarover partijen het eens zijn . komt aan zijn
mededeling dat die lening zijn dochter is kwijtgescholden voor het standpunt
van . geen bewijskracht toe

Ter comparitie zal . kunnen aangeven of zij op andere wijze op dit punt
bewijs kan bijbrengen

E. Inboedel

17. Partijen verschillen allereerst van mening over de vraag wie de
eigenaar is van een 83-tal goederen, voorkomende op een ten processe
gehanteerde lijst

Behoudens de nummers 8, 23, 24, 25, 33, 34, 41, 45, 54, 55, 56, 59, 73,
74, 75, 76, 77, 78, 81 ten aanzien waarvan partijen het eens zijn, is het
standpunt van . dat de meeste goederen gemeenschappelijk zijn, terwijl .,
deels gedocumenteerd, betoogt dat het om goederen van haar gaat, veelal ook
afkomstig uit haar familie

18. Voor de beslechting van deze geschillen is in hoge mate van belang
hoe de in de huwelijksvoorwaarden voorkomende passages “voorwerpen, welke van
de familie van ieder der echtgenoten afkomstig zijn en als familiegoed zijn te
beschouwen” moet worden uitgelegd

. geeft aan het tweede deel van deze passage een verengde betekenis: de
betreffende voorwerpen moeten duidelijk (inscriptie, portretten) een bepaalde
familie toebehoren. Goederen welke voor een prix de famille uit de
nalatenschap van een familielid zijn verkregen zouden hier bijvoorbeeld niet
aan voldoen

19. De Rechtbank kan . slechts in zoverre in zijn gedachtengang volgen
dat het in de eerste plaats dient te gaan om voorwerpen afkomstig van
familieleden . aan welke omschrijving vrijwel alle nog in geschil zijnde
voorwerpen op de lijst voldoen . , terwijl die voorwerpen voorts op enigerlei
wijze met de familie verbonden dienen te zijn

Wat dit laatste betreft valt niet alleen te denken aan voorwerpen met
inscripties of sieraden, doch ook aan goederen die reeds langere tijd bezit
van de familie zijn dan wel goederen waarvan het betreffende familielid (of
erflater c.q. de erven of nabestaanden) niet wil dat deze aan vreemden, in de
zin van niet-familieleden zullen toevallen

20. De Rechtbank stelt zich voor tegen de achtergrond van dit criterium
aan de hand van door partijen te verschaffen inlichtingen de betreffende lijst
ter comparitie door te lopen

21. De Rechtbank begrijpt uit de veelheid van stellingen van partijen
dat zij op het punt van de wijnvoorraad (van .) en de resterende
inboedelgoederen (lijst 3 van . betreffende goederen die bij haar zijn
gebleven) tot een oplossing zijn gekomen in die zin dat deze posten tegen
elkaar wegvallen

Zij zal dit echter ter comparitie navragen, gelijk zij ook navraag zal
doen of partijen het thans eens zijn over de aan de caravan toe te kennen
waarde

E’. Hypothecaire geldlening / Amro-rekening 380

22. De Rechtbank begrijpt dat ., . voor de helft aansprakelijk acht voor
het debetsaldo van de 380-rekening, becijferd volgens de opstelling op blz. 11
en 12 van de conclusie van dupliek in reconventie

Die aansprakelijkheid zou voortvloeien uit het door . mede-ondertekenen
(los van het formele vereiste) van de hypotheekakte toen voor die schuld
hypothecaire zekerheid werd verlangd, hetwelk kan worden geduid als een door .
voldoen aan een natuurlijke verbintenis, gezien de oorzaak voor het ontstaan
van dit debetsaldo

23. Het enkele feit dat . de betreffende hypotheekakte ondertekende,
nodig vanwege het feit dat de echtelijke woning werd ondergezet, brengt niet
met zich dat kan worden gezegd dat . zich, ook niet bij wege van natuurlijke
verbintenis verbond het debet-saldo op meergenoemde rekening voor de helft
voor haar rekening te nemen. Indien . bij zijn in rechtsoverweging 22
weergegeven stelling blijft, zal hij dienen aan te tonen dat . zich gehouden
achtte tenminste de helft van de debetstand (eventueel uit
fatsoensoverwegingen) voor haar rekening te nemen

24. . behoeft voorts in die debetstand in ieder geval niet bij te dragen
voorzover die stand is veroorzaakt door uitgaven welke elders in deze
procedure al tot verrekening zullen leiden

25. De Rechtbank kan voorshands partij . niet volgen in hetgeen zij
onder 65 en 66 van haar nadere conclusie stelt

Het wil de Rechtbank namelijk voorkomen dat . het debetsaldo, waarin .
zijns inziens zou moeten bijdragen, juist vermindert met de door haar, .
gelaakte posten

Ter comparitie zal . dit punt kunnen verduidelijken

26. De Rechtbank acht het niet uitgesloten dat het debetsaldo op de
380-rekening mede is ontstaan omdat . een groot deel van zijn inkomsten naar
zijn ondernemingsvermogen heeft laten vloeien (nadere conclusie onder punt
17). Mocht dit het geval zijn – de bewijslast ligt hier overigens in
principe bij . – dan lijkt het de Rechtbank niet denkbeeldig dat alsnog tot op
zekere hoogte verrekening tussen het aanwezige ondernemingsvermogen en de
debetstand zal moeten plaatsvinden. Verdere informatie daaromtrent kunnen
partijen de Rechtbank ter comparitie geven

F. Verrekenbeding

27. De tekst van de huwelijksvoorwaarden is voldoende duidelijk.
Hield de man, . dus, in enig jaar inkomsten over, dan kon en kan de vrouw, .,
aanspraak maken op de helft van het overschot

28. Van jaar tot jaar zal derhalve moeten worden bezien of de hiervoor
bedoelde situatie zich heeft voorgedaan

Ter comparitie zal de Rechtbank met partijen onder ogen zien in hoeverre
op dit punt deskundige hulp noodzakelijk is

De gevraagde verklaring voor recht kan overigens te zijner tijd worden
gegeven

G. Informatieplicht

29. . heeft erkend dat op hem een informatieplicht rust

Hij heeft zich voorts bereid verklaard . bepaalde bescheiden (conclusie
van dupliek in conventie punt 84) af te geven c.q. ter inzage te geven

Ter comparitie zal worden nagegaan welke bescheiden . nog behoeft en op
welke wijze . aan zijn informatieplicht kan voldoen

H. Wat moet verrekend worden?

30. Voor zover het vermogen van ., waarbij beide partijen voorshands
alleen reppen over het ondernemingsvermogen, is opgebouwd uit overschotten uit
inkomsten dient verrekening van dit vermogen plaats te vinden op basis van
hetgeen hiervan onder 27 en 28 is overwogen

31. Partijen zijn het er in ieder geval over eens dat op dit vermogen de
latente belasingverplichtingen van . in mindering moeten worden gebracht

Voor zover de rekening-courantschuld van . op de Amro 380-rekening is
ontstaan ten gevolge van uitgaven voor de huishouding en uitgaven voor . welke
nog niet elders zijn verrekend, lijkt het de Rechtbank in de rede liggen dat
ook deze uitgaven ter bepaling van het vermogen in aanmerking worden genomen

De Rechtbank zal dit punt met partijen ter comparitie onder ogen zien

De Rechtbank merkt nu reeds op dat het aan . is om te zijner tijd aan te
tonen dat de debetstand (mede) door hogergenoemde uitgaven is veroorzaakt

32. Op vorderingen van . met betrekking tot de opgebouwde
pensioenrechten is . niet verder ingegaan. De Rechtbank houdt het er dan
ook voor dat hij op dit punt geen verweer wenst te voeren, zodat deze
vorderingen te zijner tijd toewijsbaar zijn

I. Wat blijft buiten de verrekening?

33. Buiten de verrekening blijft hetgeen . aan vermogen heeft
aangebracht of geerfd c.q. geschonken heeft gekregen. Partijen zijn het
daarover eens

Weliswaar merkt . op zich terecht op dat op grond van de
huwelijksvoorwaarden . vermogen ook mocht worden aangewend voor de kosten van
de huishouding etc., doch tot welk bedrag zich deze omstandigheid heeft
voorgedaan is ten processe niet naar voren gekomen, zodat de Rechtbank aan dit
punt voorbijgaat

34. Beleggingen van ., gefinancieerd met “vreemd” vermogen, dienen op
gelijke wijze buiten beschouwing te blijven

35. De geldlening groot ƒ 40.000,– welke door de vader van . alleen
aan haar zou zijn kwijtgescholden is onder 15 en 16 hiervoor reeds aan de orde
gekomen

J. Rekening en verantwoording

36. Tegenover de vordering van . tot het doen van rekening en
verantwoording stelt . dat hij zich nimmer heeft bezig gehouden met het beheer
van haar vermogen, behoudens wellicht een enkele beheershandeling, in welke
handeling . echter is gekend

37. Sub. 85 in haar nadere conclusie somt . echter een vijftal punten op
waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat . wel degelijk met het beheer van,
voornamelijk, haar vermogen van doen heeft gehad

In zijn nadere conclusie is . op deze punten verder niet ingegaan,
ofschoon dit, gezien de verschafte documentatie, wel op zijn weg had gelegen

38. Ervan uitgaande dat in principe hier sprake kan zijn geweest van
beheer, zal de Rechtbank bij de comparitie nader ingaan op de vraag wat dit
beheer heeft omvat

Indien . erbij mocht blijven dat er van beheer geen sprake is geweest,
zodat voor rekening en verantwoording geen plaats is, zal hij er rekening mee
moeten houden dat op hem wel eens de bewijslast van deze stelling kan komen te
rusten

K. Vanwaardeverklaring beslagen

39. De Rechtbank heeft bij de gedingstukken niet aangetroffen het
verzoekschrift tot beslaglegging van . en het verlof van de President

Te gelegener tijd zal . deze stukken nog in het geding kunnen brengen

40. De Rechtbank zal ter comparitie nagaan of een (partiele) schikking
mogelijk is

RECHTDOENDE:

Er wordt een comparitie van partijen bevolen alwaar partijen in persoon,
desgewenst vergezeld van hun raadslieden, aanwezig dienen te zijn

Deze comparitie, gelast ter fine als hiervoor vermeld, zal worden
gehouden in een van de zalen van het Paleis van Justitie aan de Juliana van
Stolberglaan 2 te ‘s-Gravenhage ten overstaan van de na te noemen rechter, die
dag en uur voor de comparitie zal bepalen nadat partijen hem voor 31 december
1988 de relevante verhinderdata hebben medegedeeld

Stukken waarvan partijen zich ter comparitie wensen te bedienen, dienen
zij tenminste veertien dagen voor de comparitiedatum in afschrift aan hun
wederpartij en genoemde rechter toe te zenden

Iedere verdere beslissing wordt aangehouden

Rechters

mr. J.W. Westenberg, vice-president