Instantie: Rechtbank Roermond, 30 november 1988

Instantie

Rechtbank Roermond

Samenvatting


Gedaagde heeft eiseres in haar woning verkracht. Hij is voor deze
verkrachting strafrechtelijk veroordeeld en het vonnis is onherroepelijk
geworden

Eiseres vordert de veroordeling van gedaagde, voor zover mogelijk
uitvoerbaar bij voorraad, tot betaling van een materiele schadevergoeding ad
ƒ 222,95 en een immateriele schadevergoeding ad ƒ 35.000,–
(vijfendertigduizend gulden)

De rechtbank is van oordeel dat gedaagde door zijn gedrag in ernstige
mate inbreuk heeft gemaakt op en op generlei wijze enig respect heeft getoond
voor de lichamelijke integriteit van eiseres. Dit levert een onrechtmatige
daad op. Immateriele schadevergoeding acht de rechtbank in deze mogelijk nu
eiseres in haar persoon is aangetast. Deze vergoeding heeft een dubbele
functie: enerzijds dient zij om op onvolmaakte wijze het door eiseres
ondergane leed goed te maken, anderzijds kan het geschokte rechtsgevoel van
eiseres langs civielrechtelijke weg worden bevredigd doordat van gedaagde een
opoffering wordt verlangd

Bij toekenning van deze schadevergoeding dient de rechtbank te letten op
alle omstandigheden, waaronder de aard van de aansprakelijkheid, de
omstandigheden waaronder het gebeuren plaatsvond en de draagkracht van
partijen. De rechtbank acht dan toekenning van een immateriele
schadevergoeding van ƒ 10.000,– (tienduizend gulden) redelijk en billijk
De vordering tot vergoeding van de materiele schade ad ƒ 229,95 acht de
rechtbank, nu eiseres dit erkent, voor toewijzing vatbaar

Volledige tekst

Rechters

ONBEKEND