Instantie: Raad van State, 5 februari 1988

Instantie

Raad van State

Samenvatting


Man werd gekort op zijn RWW-uitkering omdat zijn vrouw inkomsten uit
studiebeurs genoot. De man heeft hiertegen een bezwaarschrift ingediend
Dit bezwaarschrift is ongegrond verklaard

Bij de berekening van de hoogte van de bijstandsuitkering dient volgen
s de Raad dat gedeelte van de Rijksstudietoelage buiten beschouwing te worden
gelaten dat betrekking heeft op de directe studiekosten. In artikel 12 van
het Bijstandsbesluit landelijke normering worden onder de opsomming van het
inkomen, waaraan mag worden voorbijgegaan, onder meer genoemd uitkeringen en
vergoedingen voor of tegemoetkomingen in specifieke kosten

Gelet hierop is het redelijk bij de vaststelling van de hoogte van de
uitkering van de betrokkene niet alleen met het college- en inschrijfgeld,
doch ook de overige directe studiekosten en de met de studie samenhangende
reiskosten buiten beschouwing te laten

Aangezien de in casu door de vrouw ontvangen studiekosten geheel bestemd
zijn voor de directe studiekosten en de met de studie samenhangende reiskosten
moeten deze bij de bepaling van de RWW buiten beschouwing worden gelaten

De bestreden beslissing moet – zij het op andere gronden – gehandhaafd
blijven

Volledige tekst

Rechters