Instantie: Europees Hof voor de Rechten van de Mens, 17 oktober 1986

Instantie

Europees Hof voor de Rechten van de Mens

Samenvatting


De weigering aan een transseksueel van aantekening van
geslachtsverandering in het geboorteregister is niet in strijd met het recht
op prive-leven of het recht om te huwen. Primair beschermt art. 8 Verdrag
tot bescherming van de rechten van de mens (EVRM) het individu tegen
willekeurige inmenging door het openbaar gezag, maar daarnaast kunnen er ook
positieve verplichtingen uit volgen, zij het onderworpen aan de
beleidsvrijheid van de Staat. Bij de bepaling of er wel of niet een
positieve verplichting bestaat, moet rekening gehouden worden met het bereiken
van een rechtvaardig evenwicht tussen het algemeen belang en de belangen van
het individu. Het Verenigd Koninkrijk heeft de eisen van R. ingewilligd
zover als dat onder het Engelse recht mogelijk was. Op grond van het
Verdrag bestaat niet de plicht nog meer tegemoet te komen. Het recht om te
huwen in art. 12 heeft betrekking op het traditionele huwelijk tussen personen
van tegengesteld geslacht. In casu geen schending van art. 8 of art. 12
Met noot RF

Volledige tekst

Rechters

Ryssdal, Thor Vilhjalmsson, Bindschedler-Robert, Lagergren, Gelcdkld,Matscher, PinheironFarinha, Pettiti, Walsh, Evans, Russo, Bernhardt, Gersing,Spielmann, Donner