Instantie: Kantonrechter Arnhem, 26 maart 1984

Instantie

Kantonrechter Arnhem

Samenvatting


De werkneemster X., verzoekt de kantonrechter de sedert 2 juli 1979
tussen haar en haar werkgeefster P. bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden
met veroordeling van P. tot netto-netto aanvulling van haar inkomen tot 2
jaar na de ontbinding tot het bedrag wat zij zou hebben verdiend indien de
arbeidsovereenkomst niet ontbonden had moeten worden, alsmede tot betaling van
ƒ 10.000,– (tienduizend gulden) immateriele schadevergoeding voor de
psychische gevolgen van op haar uitgeoefende seksuele dwang van de
zijde van de werkgever

De kantonrechter is van mening dat er genoeg omstandigheden zijn in de
zin van artikel 1639w BW om de dienstbetrekking billijkheidshalve na korte
tijd te laten eindigen

De kantonrechter kent aan X. een vergoeding toe van ƒ 12.000,–
(twaalfduizend gulden) bruto, waarbij de kantonrechter rekening heeft gehouden
met de duur van het dienstverband tussen partijen, met het feit dat het voor
X. gelet op de huidige situatie op de arbeidsmarkt moeilijk zal zijn passende
arbeid te vinden alsmede met het door X. ondervonden leed als gevolg van de
aard en de frequentie van de gedragingen van de directie van P

De kantonrechter volhardt op 16 april 1984 in zijn beschikking van 26
maart 1984

Volledige tekst

Rechters

Mr. J.P.G. Poell