Instantie: Rechtbank Zwolle, sector kanton, 9 juli 2008

Instantie

Rechtbank Zwolle, sector kanton

Samenvatting

De werkneemster is als huisarts in dienst bij de werkgever, die ook huisarts is. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO-Huisarts van toepassing. De werkneemster werkt 16 uur per week, ofwel 40%. De CAO voorziet in een maximum budget ten behoeve van de werkelijk gemaakte persoonlijke kosten in het kader van de functie-uitoefening van € 3.665, – per jaar. Het budget wordt volledig toegekend indien een huisarts een dienstverband heeft van 20 uur of meer per week bij één werkgever. Bij een dienstverband van minder dan 20 uur per week wordt het budget naar rato van het dienstverband toegekend. De werkneemster stelt dat met de CAO-regeling ongeoorloofd onderscheid naar arbeidsduur wordt gemaakt en tevens indirect onderscheid naar geslacht.

De kantonrechter toetst alleen aan artikel 7:648 BW, omdat die toetsing tot dezelfde uitkomst behoort te leiden als toetsing aan art. 7:646 BW. Met het alleen toekennen volledig toekennen van het budget aan werknemers die tenminste 20 uur per week in dienst zijn, wordt onderscheid naar arbeidsduur gemaakt. Dit onderscheid is niet objectief gerechtvaardigd, nu blijkens de wetsgeschiedenis, de arbeidsduur van een werknemer slechts van invloed mag zijn op een te verlenen vergoeding voor onkosten die samenhangen met de uitoefening van het werk, als de feitelijke hoogte van de onkosten mede door de arbeidsduur wordt bepaald. Bij een door de werkgever verplicht gestelde opleiding is er geen reden om onderscheid naar arbeidsduur te maken. Bij niet-verplichte opleidingen zal een vergoeding tenminste naar rato uitgangspunt moeten zijn. Een onderscheid tussen huisartsen die 50% of meer werken of minder dan 50% is niet gerechtvaardigd. Dit geldt waar het de kosten van communicatiemiddelen, vakliteratuur en door CAO-partijen gewenste lidmaatschappen van vakverenigingen betreft. Voor opleidingen die verplicht zijn moet als uitgangspunt vergoeding ongeacht arbeidsomvang gelden. Een en ander brengt mee dat de werkneemster alsnog aanspraak kan maken op het volledige budget over 2006 en 2007.

Volledige tekst

www.rechtspraak.nl/ljn.asp?ljn=BD6846

Rechters

mr. Fikkers