Instantie: HvJEG, 27 april 2006

Instantie

HvJEG

Samenvatting

Deze zaak betreft de weigering om Richards, een transseksueel die operatief van het mannelijk naar vrouwelijk geslacht is overgegaan op de leeftijd van 60 jaar een ouderdomspensioen toe te kennen. In het Verenigd Koninkrijk bestaan verschillende pensioenleeftijden voor mannen (65 jaar) en vrouwen (60 jaar). Richards’ nieuwe, via operatieve weg verkregen, geslacht wordt niet wordt erkend voor de toepassing van de Engelse Pensions Act 1995.Het Hof beantwoord hier de prejudiciële vraag of artikel 4, lid 1, van richtlijn 79/7 (gelijke behandeling van mannen en vrouwen op het gebied van de sociale zekerheid) zich verzet tegen een wetgeving die aan een persoon die van het mannelijk geslacht naar het vrouwelijk geslacht is overgegaan de toekenning van een ouderdomspensioen weigert op grond dat zij de leeftijd van 65 jaar niet heeft bereikt, terwijl dezelfde persoon voor een dergelijk pensioen in aanmerking zou komen op de leeftijd van 60 jaar indien zij naar nationaal recht als vrouw werd beschouwd.Het Hof bepaalt dat de werkingssfeer van richtlijn 79/7 niet kan worden beperkt tot discriminaties verband houdend met het behoren tot het ene dan wel het andere geslacht. Gelet op haar doelstelling en op de aard van de rechten die zij beoogt te beschermen, dient deze richtlijn ook toepassing te vinden bij discriminaties die berusten op de geslachtsverandering van de betrokkene. Anders dan vrouwen wier geslacht niet het resultaat is van een operatieve geslachtsverandering en die op de leeftijd van 60 jaar in aanmerking komen voor een ouderdomspensioen, kan Richards één van de voorwaarden voor toekenning van dit pensioen niet vervullen, in casu die betreffende de pensioengerechtigde leeftijd. Nu de ongelijke behandeling waarvan Richards het slachtoffer is, het gevolg is van haar geslachtsverandering, moet zij worden beschouwd als een ingevolge artikel 4, lid 1, van richtlijn 79/7 verboden discriminatie.Het Hof heeft immers reeds geoordeeld dat een nationale wetgeving die, doordat zij het nieuwe geslacht van een transseksueel niet erkent, deze laatste verhindert om te voldoen aan een voorwaarde voor de toekenning van een door het gemeenschapsrecht beschermd recht, in beginsel onverenigbaar is met de vereisten van gemeenschapsrecht.Het Hof concludeert dat artikel 4, lid 1, van richtlijn 79/7 in die zin moet worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een wetgeving die aan een persoon die overeenkomstig de in het nationale recht gestelde voorwaarden van het mannelijk naar het vrouwelijk geslacht is overgegaan de toekenning van een ouderdomspensioen weigert op grond dat zij de leeftijd van 65 jaar niet heeft bereikt, terwijl dezelfde persoon voor een dergelijk pensioen in aanmerking zou zijn gekomen op de leeftijd van 60 jaar indien zij naar nationaal recht als vrouw was beschouwd.

Volledige tekst

Rechters